1/35
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
jaren ‘90 tot 2017
GON en ION
2009
Vlaanderen ratificeert het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
2014
ontwerp M-decreet, ingang op 1 september 2015
2019
regeerakkoord met intentie om M-decreet te vervangen door begeleidingsdecreet
2021
conceptnota leersteun
2023
sindsdien spreken we over het Decreet leersteun en leersteunmodel (01/09/2023)
GON (geïntegreerd onderwijs)
Samenwerkingsvorm tussen het gewoon & buitengewoon onderwijs: kon op verschillende manieren:
Lln die al een tijd in buitengewoon onderwijs hebben doorgebracht -> om dan via een gewone school het onderwijs verder te zetten
Lln met een handicap (en daardoor in aanmerking komen voor buitengewoon onderwijs), maar verkiezen in gewoon onderwijs te blijven
Tussenvorm waarbij lln lessen gedeeltelijk in een gewone school, gedeeltelijk in een school voor buitengewoon onderwijs volgen
GON legt de nadruk op integratie: kind past zich aan de bestaande schoolomgeving (het kind past zich aan)
ION (inclusief onderwijs)
I.p.v. kinderen met een handicap of leerstoornis uit de gewone schoolomgeving weg te halen, wordt bij inclusief onderwijs de specifieke hulp naar kind gebracht in de gewone school
Extra ondersteuning voor school, klasleerkracht en leerling
Er wordt beroep gedaan op de ervaring en knowhow v/h buitengewoon onderwijs
ION legt de nadruk op inclusie = het aanvaarden v/d verscheidenheid -> school past zich aan de leerling en zijn mogelijkheden
Verschil met GON: de school en de omgeving zal zich moeten aanpassen aan de leerling, zijn mogelijkheden en zijn specifieke onderwijsnoden
M-decreet
Vanuit kritiek op GON- en ION-onderwijs: zeer duur doordat het individu-gericht was > konden de middelen niet efficiënter ingezet worden?
was decreet van het Vlaams Parlement met ingangsdatum 1/09/2015 voor de hervorming van het buitengewoon onderwijs en het inclusief onderwijs in Vlaanderen
M stond voor maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
> Vlaanderen was in 2015 koploper in aantal lln dat school loopt in het buitengewoon onderwijs
doel M-decreet
Was een 1e stap in de vertaling van het VN-verdrag
Wilde meer kinderen met specifieke onderwijsbehoeften een plaats in gewoon onderwijs bieden via het recht op redelijke aanpassingen om in een gewone school gewoon onderwijs te kunnen volgen
Dus om minder lln in het buitengewoon onderwijs te hebben
Concreet werden lln met specifieke onderwijsbehoeften gescreend en toegelaten in het gewone onderwijs als de gewone school "mits redelijke aanpassing" de leerling kon opvangen.
Scholen moesten zich hier dus op voorbereiden en zich gaan aanpassen
ongewenste effecten M-decreet in de praktijk
Overdiagnose vooral in het kleuteronderwijs
De continuïteit van de zorg was onvoldoende gegarandeerd
Een groeiende vraag voor extra ondersteuning van de lln in het gewone onderwijs (bv. bij geen of te weinig leerwinst bij lln)
Groeiende vraag voor extra ondersteuning van de leerkrachten in het gewone onderwijs (bv. te weinig expertise en/of tijd voor het begeleiden van lln met gedragsproblematieken, een grote administratieve belasting, …)
Een stijging v.h. aantal lln in het buitengewoon onderwijs: % kinderen dat in het buitengewoon (lager) onderwijs zit:
België: 6%
Gemiddeld in Europa: 1,4%
→ In België is er dus opvallend minder sprake van ‘inclusief’ onderwijs
Merk ook op dat het type basisaanbod (Type BA) en type 9 (lln met de diagnose ASS zonder VB) hier de grote stijgers zijn
Er zijn meer lln in het bijzonder onderwijs dan bij invoering M-decreet
België heeft ook opvallend meer lln in het buitengewoon onderwijs dan andere EU-landen
Jaren 70: echte verankering van die parallelle werelden toen de verschillende types buitengewoon onderwijs in het leven werden geroepen
Toen is volgens Schraepen het ‘idee van de onmogelijkheid’ ingevoerd
vanaf een bepaald niveau v/e beperking is het onmogelijk om in gewone school mee te draaien
verklaringen voor cijfers ongewenste gevolgen M-decreet
Het idee van onmogelijkheid -> verklaart grote verschillen met andere landen die dat niet deden
Bij kleuters zijn de criteria gewijzigd om in aanmerking te komen voor type 2 (VB) => hierdoor is de groep die in aanmerking komt gegroeid
Het M-decreet voerde ook het type 9 (kinderen met ASS) toe aan buitengewoon onderwijs. “Spookrijden op de internationale inclusiesnelweg”, volgens onderzoeker Beno Schraepen (AP Hogeschool) dat. “Net die groep zien we de laatste jaren steeds toenemen in scholen voor buitengewoon onderwijs.”
Daarom evolutie naar: het decreet Leersteun (einde M-decreet)
decreet leersteun/leersteundecreet
In werking sinds 1/09/2023
Leersteun is voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs én hun leraren. Het gaat om lln met:
Een GC-verslag: verslag gemeenschappelijk curriculum
Een IAC-verslag: verslag individueel aangepast curriculum
Een OV4-verslag: verslag opleidingsvorm 4
Leersteun is dus ondersteuning die:
zelfredzaamheid en de volwaardige participatie bevordert van lln met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basis-en secundair onderwijs die beschikken over een GC-verslag (verslag gemeenschappelijk curriculum), IAC-verslag (verslag individueel aangepast curriculum) of OV4-verslag (verslag opleidingsvorm 4);
competenties versterkt van leerkrachten en schoolteams in scholen voor gewoon basis-en secundair onderwijs in het begeleiden van lln met specifieke onderwijsbehoeften en het creëren van een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur;
Leerlinggericht, leerkrachtgericht of teamgericht ingezet wordt
leerlingbegeleiding binnen het decreet leersteun
= leerlingbegeleiding volgens het zorgcontinuüm
Fase 0: elke school geeft elke leerling brede basiszorg
Fase 1: bij onvoldoende basiszorg geeft de school verhoogde zorg
Fase 2: als er meer hulp nodig is, betrekt de school het CLB voor uitbreiding van de zorg.
Fase 3: is een intensieve ondersteuning en een traject op maat nodig? Dan maakt het CLB voor de leerling een IAC- of OV4-verslag
ReDiCoDi
= remediëren, differentiëren, compenseren en dispenseren= redelijke aanpassingen
Zijn gelinkt aan de onderwijsbehoeften van lln. Ze kunnen in elke fase voorkomen en behoren tot de redelijke aanpassingen die de school voor lln met specifieke onderwijsbehoeften moet doen.
SOB: leertraject specifieke onderwijsbehoeften
fase 0
brede basiszorg voor alle leerlingen = zowel leerlingen met een leerachterstand of leerlingen die net cognitief sterk functioneren
fase 1
verhoogde zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften = leerlingen die moeite hebben met wiskunde, taal en spraak, lezen en spellen, of net heel sterk cognitief functioneren
fase 2
uitbreiding van de zorg = wanneer extra aanpassingen uit fase 1 niet voldoende zijn
fase 3
individueel aangepast curriculum (IAC-verslag) en verslag opleidingsvorm 4 (OV4-verslag)
fase 0 uitleg
School
Zorgt voor een krachtige leeromgeving
Laat lln groeien en volgt op
Verminderen van risicofactoren (bv faalangst) en versterkt beschermende factoren (bv doorzettingsvermogen)
CLB
Signaleert wanneer het problemen ziet in de leerlingbegeleiding, zo kan de school de aanpak bijsturen.
fase 2 uitleg
School
Gaat door met de aanpassingen uit de verhoogde zorg (fase 1) + betrekt het CLB. ! Ouders en lln moeten hiermee akkoord zijn !
CLB
Onderzoekt samen met school & de ouders welke extra hulp er nodig is voor leerling en de school = handelingsgericht diagnostisch traject; Mogelijke resultaten:
oordeelt dat school de brede basis- of verhoogde zorg moet versterken
maakt GC-verslag waarin staat dat de leerling leersteun nodig heeft om het gemeenschappelijk curriculum te volgen > met dat verslag kan de school ondersteuning vragen bij het leercentrum (later meer)
verwijst naar hulp buiten de school zoals een kinesist, een logopedist, een revalidatiecentrum…
fase 3 uitleg
IAC-verslag: voor lln voor wie het gewone leerprogramma (het gemeenschappelijk curriculum) niet haalbaar is, ook niet met de extra aanpassingen uit de vorige fases (brede basiszorg, verhoogde zorg en uitbreiding van zorg)
Aangepast curriculum in het gewoon onderwijs
Aangepast curriculum in het buitengewoon onderwijs
OV4-verslag: Voor lln die intensieve ondersteuning en speciale aanpassingen nodig hebben om het gewone leerprogramma (gemeenschappelijk curriculum) in het secundair onderwijs te blijven volgen
Keuze om gewone leerprogramma te volgen met intensieve ondersteuning in het gewoon onderwijs
Keuze om in het BUSO opleidingsvorm 4 volgen
3 doelen van leersteuncentra
lln met specifieke onderwjsbehoeften met een IAC-verslag of OV4-verslag de kans geven om:
hun optimaal te ontwikkelen
hun leerwinst te verhogen
hun zelfstandigheid bevorderen
volwaardig te participeren in het gewoon basis- en secundair onderwijs
de vaardigheden leraren en scholen versterken in het begeleiden van lln met specifieke onderwijsbehoeften
een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur ontwikkelen
Rollen v/d leerondersteuner volgens de Katholieke Leersteuncentra West-Vlaanderen:
Ambassadeur voor inclusie: stimuleert een inclusieve grondhouding bij het schoolteam
Verbinder: je bewaakt dat iedere relevante partner actief wordt betrokken in het traject
Hulplijn: samen met de leraar op zoek om redelijke aanpassingen te introduceren
Professional met eigen gespecialiseerde kennis: belangrijk om kennis te delen rond inclusieve grondhouding, onderwijskundige expertise, handicap-specifieke expertise…
Procesbewaker: Je werkt planmatig en transparant
Bemiddelaar: je vertrekt steeds vanuit de sterktes van de leerling, leerkracht en/of het schoolteam om het leren en participeren te stimuleren
3 belangrijke doelen van leersteuncentra
richten zich op de behoeften van lln, leraren en schoolteams
Lln met specifieke onderwijsbehoeften met een IAC- of OV4-verslag de kans geven:
Om zich maximaal te ontwikkelen
Om hun leerwinst te versterken
Om hun zelfstandigheid te vergroten
Om volwaardig deel te nemen aan het gewoon basis- en secundair onderwijs
De vaardigheden van leraren en schoolteams versterken in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur ontwikkelen
1953
wet waardoor er speciale scholen kwamen voor wat toen nog ‘lichamelijk en geestelijk geremden’ werden genoemd
Verbinder (leerondersteuner)
je bewaakt dat iedere relevante partner actief wordt betrokken in het traject
Ambassadeur voor inclusie
stimuleert een inclusieve grondhouding bij het schoolteam
Professional met eigen gespecialiseerde kennis
belangrijk om kennis te delen rond inclusieve grondhouding, onderwijskundige expertise, handicap-specifieke expertise…
Hulplijn
samen met de leraar op zoek om redelijke aanpassingen te introduceren
Procesbewaker
Je werkt planmatig en transparant
bemiddelaar (leerondersteuner)
je vertrekt steeds vanuit de sterktes van de leerling, leerkracht en/of het schoolteam om het leren en participeren te stimuleren