DNA Begrippenlijst

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/102

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards over DNA-begrippenlijst

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

103 Terms

1
New cards

DNA

Desoxyribonucleïnezuur; bevat genetische informatie

2
New cards

Genetische informatie

Informatie voor erfelijke eigenschappen

3
New cards

Genoom

Geheel aan erfelijke informatie in een cel van een organisme

4
New cards

Chromosomen

Zeer lange dubbelstrengs DNA-moleculen

5
New cards

Kern-DNA

DNA in alle chromosomen in de celkern bij eukaryoten

6
New cards

Mitochondriaal DNA

DNA in mitochondriën

7
New cards

Chloroplast-DNA

DNA in chloroplasten

8
New cards

Plasmiden

Korte, vaak circulaire stukjes DNA in het cytoplasma bij sommige prokaryoten

9
New cards

Nucleïnezuur

Een DNA-molecuul is een nucleïnezuur

10
New cards

Nucleotiden

DNA bestaat uit twee ketens van aan elkaar gekoppelde nucleotiden die bestaan uit desoxyribose, een fosfaatgroep en een stikstofbase

11
New cards

Enkelstrengs DNA-molecuul

Streng van afwisselend aan elkaar gekoppelde desoxyribosen en fosfaatgroepen

12
New cards

5’-uiteinde

Uiteinde van een DNA-keten waar zich een fosfaatgroep bevindt

13
New cards

3’-uiteinde

Uiteinde van een DNA-keten waar zich een OH-groep bevindt

14
New cards

Afleesrichting

De richting van het 3’-uiteinde naar het 5’-uiteinde waarin DNA-replicatie plaatsvindt

15
New cards

Basenparing

Stikstofbasen verbinden twee DNA-nucleotideketens met elkaar door vaste basenparing

16
New cards

Dubbelstrengs DNA

Twee nucleotidenketens die bij elkaar worden gehouden door de waterstofbruggen tussen de complementaire stikstofbasen

17
New cards

Helixstructuur

In een dubbelstrengs DNA-molecuul zijn de twee ketens in een spiraalvorm om elkaar heen gedraaid

18
New cards

Histonen

Eiwitten waar DNA omheen is gewikkeld

19
New cards

Nucleosoom

Een aantal histonen bij elkaar met het eromheen gewikkelde DNA

20
New cards

Sequentie

Volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt

21
New cards

Gen

Deel van een chromosoom dat de genetische informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen of voor een deel van een erfelijke eigenschap

22
New cards

Niet-coderend DNA

DNA dat niet codeert voor eiwitten

23
New cards

S-fase

Fase van de celcyclus waarin het DNA wordt gekopieerd

24
New cards

DNA-replicatie

Kopiëren van het DNA voor de celdeling

25
New cards

Mitose

Gewone celdeling

26
New cards

Primer

Kort stukje van het nucleïnezuur RNA dat complementair is aan een deel van de DNA-sequentie en wordt gesynthetiseerd door het enzym primase

27
New cards

DNA-polymerase

Enzym dat nieuw DNA maakt door te binden aan het 3’-uiteinde van de primer en langs een gedeelte van het enkelstrengs DNA te schuiven

28
New cards

Vrije DNA-nucleotiden

Nucleotiden in het kernplasma die door DNA-polymerase worden verbonden met de basen in het DNA- molecuul

29
New cards

Leading streng

Leidende streng: enkelstrengs DNA-molecuul waarlangs DNA-polymerase het uit elkaar gaan van de strengen kan volgen om een nieuwe complementaire DNA-streng te synthetiseren in de richting van het 5’-uiteinde naar het 3’-uiteinde

30
New cards

Okazaki-fragmenten

Korte stukjes DNA waarbij synthese achterwaarts plaatsvindt

31
New cards

Lagging streng

Enkelstrengs DNA-molecuul waarlangs DNA-polymerase alleen korte stukjes DNA kan synthetiseren om een nieuwe complementaire DNA-streng te vormen in de richting van het 5’-uiteinde naar het 3’- uiteinde

32
New cards

Telomeer

Niet-coderend DNA aan de uiteinden van een DNA-molecuul dat is ingekapseld in beschermende eiwitten

33
New cards

PCR

Techniek waarmee een of meer specifieke gedeelten uit het DNA worden gekopieerd

34
New cards

Basenvolgorde

Volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt

35
New cards

Sequencen

Bepalen van de basenvolgorde van DNA

36
New cards

Gelelektroforese

Techniek waarmee DNA-fragmenten in een gel op lengte worden gescheiden onder invloed van elektrische spanning

37
New cards

DNA-fingerprint

Uniek patroon van repetitief DNA waarmee je een persoon kunt identificeren

38
New cards

Restrictie-enzymen

Enzymen die een specifieke nucleotidesequentie kunnen herkennen en doorknippen

39
New cards

RNA

Nucleïnezuur, meestal enkelstrengs, dat bestaat uit nucleotiden die als monosacharide ribose bevatten en als stikstofbasen adenine, cytosine, guanine en uracil bevatten

40
New cards

mRNA

RNA dat langs de DNA-sequentie van een gen is gevormd en de informatie voor de synthese van een eiwit overbrengt naar een ribosoom

41
New cards

rRNA

Belangrijk bestanddeel van ribosomen

42
New cards

tRNA

Bindt aminozuren uit het cytoplasma en vervoert die naar een ribosoom voor de synthese van een eiwit

43
New cards

Transcriptie

Vorming van (pre-)mRNA

44
New cards

RNA-polymerase

Enzym dat de nucleotidevolgorde van het DNA afleest en RNA-nucleotiden aan elkaar koppelt om (pre-)mRNA te vormen

45
New cards

Promotor

Plaats in het DNA waaraan RNA-polymerase kan binden

46
New cards

Transcriptiefactoren

Eiwitten die ervoor zorgen dat RNA-polymerase kan binden aan de promotor om transcriptie bij eukaryoten te beginnen

47
New cards

Template-streng/Matrijsstreng

DNA-keten waarbij tijdens de transcriptie RNA-polymerase aan de promotor bindt en die vervolgens wordt afgelezen

48
New cards

Coderende streng

DNA-keten die tijdens de transcriptie niet wordt afgelezen

49
New cards

Introns

Niet-coderende stukken DNA in een gen

50
New cards

Exons

Coderende stukken DNA in een gen

51
New cards

Splicing

Proces waarbij introns uit het pre-mRNA worden geknipt en exons aan elkaar worden geplakt tot mRNA

52
New cards

Translatie

Aminozuren worden in een ribosoom aan elkaar gekoppeld tot eiwitten in een volgorde die wordt bepaald door een mRNA-molecuul

53
New cards

Codon

Drie opeenvolgende nucleotiden in het mRNA die coderen voor één aminozuur

54
New cards

Genetische code

Vertaling van de nucleotidevolgorde in het mRNA naar aminozuren in een eiwit

55
New cards

Tripletcode

Drie nucleotiden in mRNA die coderen voor een bepaald aminozuur

56
New cards

Startcodon

Tripletcode (AUG) waarmee de synthese van een aminozuurketen start

57
New cards

Stopcodon

Tripletcodes die niet coderen voor een aminozuur, waardoor de eiwitsynthese stopt

58
New cards

Anticodon

Drie nucleotiden in tRNA die door basenparing kunnen binden aan de stikstofbasen in een complementair codon van een mRNA-molecuul

59
New cards

Genregulatie

Aan- of uitzetten van genen

60
New cards

Genexpressie

Wanneer een gen aanstaat, kan door transcriptie mRNA worden gevormd en door translatie een eiwit

61
New cards

Regulatorgenen

Genen die coderen voor eiwitten die de genexpressie regelen

62
New cards

Structuurgenen

Genen in prokaryoten die de informatie bevatten voor het vormen van een RNA of eiwit

63
New cards

Operon

Rij van opeenvolgende genen met een gezamenlijke promotor

64
New cards

Repressors

Moleculen die bij prokaryoten aan de operator binden en daardoor een blokkade opwerpen waar RNA- polymerase niet langs kan

65
New cards

Operator

Plaats in het DNA van een prokaryoot die voor de structuurgenen ligt en waaraan een repressor kan binden

66
New cards

Celtypen

Gespecialiseerde cellen met een bepaalde functie

67
New cards

Stamcellen

Cellen die nog niet (volledig) zijn gespecialiseerd en die zich onbeperkt kunnen delen waarbij een van de dochtercellen een nieuwe stamcel wordt en de andere dochtercel zich differentieert tot een specifiek celtype

68
New cards

Celdifferentiatie

Vorming van gespecialiseerde cellen uit ongespecialiseerde stamcellen

69
New cards

Stamcelonderzoek

Onderzoek naar medische toepassingen van de mogelijkheid van stamcellen om zich tot andere cellen te differentiëren

70
New cards

Stamceltransplantatie

Het gebruik van stamcellen om beschadigd weefsel te herstellen

71
New cards

Apoptose

Geprogrammeerde celdood

72
New cards

Activators

Transcriptiefactoren die de genexpressie verhogen

73
New cards

Micro-RNA / miRNA

Kort type RNA dat de expressie van genen remt door het afbreken of blokkeren van mRNA-moleculen zodat er geen translatie kan plaatsvinden

74
New cards

RNA-interferentie / RNAi

Proces waarbij miRNA voorkomt dat er translatie van mRNA kan plaatsvinden

75
New cards

Methylering

Methylgroepen die op sommige plaatsen aan de stikstofbasen in het DNA zijn gebonden (meestal aan cytosine) maken het onmogelijk om het DNA daar af te lezen

76
New cards

Epigenetica

Wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van omkeerbare veranderingen in de activiteit van genen, die niet het gevolg zijn van veranderingen in de nucleotidevolgorde van het DNA

77
New cards

Mutaties

Veranderingen in de nucleotidevolgorde van het DNA

78
New cards

Substitutie

Mutatie waarbij nucleotiden worden vervangen door andere nucleotiden

79
New cards

Deletie

Mutatie waarbij nucleotiden worden verwijderd uit het DNA

80
New cards

Insertie

Mutatie waarbij nucleotiden worden toegevoegd aan het DNA

81
New cards

Puntmutatie

Verandering in één nucleotidepaar

82
New cards

Leesraamverschuiving / Frame shift mutation

Insertie of deletie van één nucleotidenpaar in een coderend stuk DNA waardoor de achterliggende codons volledig veranderen

83
New cards

Genoommutaties

Mutaties waarbij het aantal chromosomen in een cel verandert doordat tijdens meiose I een paar homologe chromosomen bij elkaar blijven of tijdens meiose II twee chromatiden bij elkaar blijven

84
New cards

Mutagene straling

Straling die de frequentie verhoogt waarmee mutaties plaatsvinden, zoals radioactieve straling, röntgenstraling en ultraviolette straling

85
New cards

Mutagene stoffen

Stoffen die de frequentie verhogen waarmee mutaties plaatsvinden, zoals stoffen in sigarettenrook en asbest

86
New cards

Mutagene factoren

Factoren waardoor DNA kan beschadigen, waardoor mutaties kunnen ontstaan

87
New cards

DNA-repairsysteem

Enzymen in een celkern die continu beschadigingen in het DNA opsporen en repareren

88
New cards

Tumorsuppressorgen

Gen dat eiwitten maakt die de celcyclus kunnen stilleggen

89
New cards

Kanker

Aandoening waarbij cellen ongecontroleerd blijven delen

90
New cards

Proto-oncogenen

Genen die coderen voor eiwitten die de celgroei en de celdifferentiatie stimuleren

91
New cards

Oncogen

Gen dat ontstaat door een mutatie of door toename van de genexpressie van een proto-oncogen en dat kan leiden tot het abnormaal snel groeien en delen van de cel

92
New cards

Tumor

Gezwel

93
New cards

Goedaardige tumor

Gezwel dat de bouw van het weefsel niet verstoort, zodat er geen cellen loslaten die elders uitzaaiingen veroorzaken

94
New cards

Kwaadaardige tumor

Gezwel dat de bouw van het weefsel verstoort, waardoor er cellen loslaten die elders uitzaaiingen veroorzaken; kanker

95
New cards

Metastase

Uitzaaiing van tumoren naar andere lichaamsdelen

96
New cards

Biotechnologie

Verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens

97
New cards

Genetische modificatie

De eigenschappen van een organisme wijzigen

98
New cards

Transgeen

Organismen waarbij het DNA is veranderd en waarbij een gen is overgebracht van een organisme van een andere soort

99
New cards

Cisgeen

Organismen waarbij het DNA is veranderd en waarbij een gen is overgebracht van een ander organisme van een dezelfde soort

100
New cards

Recombinant-DNA-techniek

De nucleotidevolgorde van het DNA in een organisme wijzigen door DNA in te brengen dat afkomstig is van een ander organisme