1e medisch fitness toets jaar 2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/91

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

92 Terms

1
New cards

Os sacrum

Heiligbeen

2
New cards

Os coccygis

Stuitbeen/staartbeen

3
New cards

Processus spinosus

Doornuitsteeksel

Dit is een botuitsteeksel aan de achterkant van de wervel, dat je kunt voelen zitten op je rug

4
New cards

Processus transversus

Dwarsuitsteeksel

De zijkant gerichte uitsteeksels van een wervel

5
New cards

Foramen vertebrale

Wervelgat

Dit is een opening in een wervel die samen met andere wervelgaten het wervelkanaal vormt, waarin het ruggenmerg zich bevindt

6
New cards

Corpus vertebrae

Wervellichaam

7
New cards

Vertebrosternaal

wervelkolom en het borstbeen

8
New cards

Sternum

Borstbeen

9
New cards

Hoeveel wervels hebben de 5 delen van het wervelkolom?

Cervicaal: 7

Thoracaal: 12

Lumbaal: 5

Sacraal: 5

Coccygaal: 3-5

10
New cards

Wat is scoliose?

Een zijwaartse kromming in de wervelkolom.

dit kan in een C- of een S-vorm zijn.

Scoliose maakt het bewegen van de rug moeilijker en vooral oude patiënten klagen over pijn in de rug, schouders en/of nek. Scoliose gaat nooit helemaal weg.

11
New cards

Wat betekent 'foramen' in de anatomie?

Een opening of een natuurlijk gat in een bot of weefsel.

12
New cards

Discus intervertebralis

Tussenwervelschijf

13
New cards

Wat is het verschil tussen de Foramen vertebrale en de Foramen intervertebralis?

Het foramen vertebrale is de opening binnen een individuele wervel, waar het ruggenmerg doorheen loopt. Het foramen intervertebrale is de opening tussen twee wervels waar de zenuwen de wervelkolom verlaten.

14
New cards

Welk deel van de wervelkolom biedt vooral ondersteuning?

Het lumbale deel van de wervelkolom

15
New cards

Welk deel van de wervelkolom biedt vooral bescherming?

Het thoracale (borst)gedeelte van de wervelkolom

Dit komt doordat:

• de borstwervels samen met de ribben en het borstbeen de borstkas vormen

• deze bosrtkas belangrijke organen zoals het hart en longen beschermt

16
New cards

Welk gedeelte van de wervelkolom is het meest beweeglijk? En waarom?

Het cervicale deel van de wervelkolom, omdat de wervels klein zijn en de gewrichten een grote bewegingsvrijheid toelaten, vooral voor het draaien en buigen van het hoofd.

17
New cards

Welke bewegingen kan de wervelkolom maken?

•Flexie

•Extensie

•Lateroflexie

•Rotatie

18
New cards

Wat is een anteropositie?

Een houding waarbij het hoofd te ver naar voren staat ten opzichte van de romp.

19
New cards

Wat is de Latijnse naam voor het schouderblad?

Scapula

20
New cards

Wat betekent CTO?

Cervico-thoracale overgang

Het overgangsgebied tussen de nek (cervicaal) en de bovenrug (thoracaal), specifiek tussen de onderste halswervel (C7) en de eerste borstwervel (Th1)

21
New cards

Wat zijn de Atlas en de Axis?

De Atlas is de eerste wervel van de cervicale wervelkolom (C1) en de Axis is de tweede wervel (C2).

De Atlas is de 'drager' en de Axis is het 'draaipunt'.

22
New cards

Wat zijn de specifieke structuren van de knie?

Botstructuren:

• Femur - dijbeen

• Tibia - scheenbeen

• Patella - knieschijf

Kraakbeen en menisci:

• Gewrichtskraakbeen

• Meniscus medialis en meniscus lateralis

Ligamenten (banden):

• Voorste kruisband

• Achterste kruisband

• Binnenband

• Buitenband

• Patellaband (lig. patellae)

Spieren en pezen:

• Quadriceps femoris (strekt de knie)

• Hamstrings (buigen de knie en stabiliseren deze)

• Gastrocnemius (helpt bij kniebuiging en krachtsoverdracht)

23
New cards

Wat is de meest stabiele positie (closed packed position) van de knie? En wat is de minst stabiele positie (loose packed position) van de knie?

Meest stabiele positie - closed packed position:

Volledige extensie (gestrekte knie)

Minst stabiele positie - loose packed position:

Ongeveer 25-30° flexie (lichte buiging)

24
New cards

Wat is de functie van de mediale collateraal band?

Het voorkomen van beweging van de knie naar binnen (valgusbeweging).

Functie van de medisle collaterale band (MCL):

• voorkomt valgusstress (zorgt dat de knie niet naat binnen "klapt" - bijvoorbeeld als er van buitenaf tegen de knie wordt geduwd).

• stabiliseerd de knie in frontale vlak

• draagt bij aan rotatiestabiliteit

• ondersteunt passieve stabiliteit

25
New cards

Welke spieren zijn actief bij de bewegingen van het kniegewricht?

Extensie:

Quadriceps femoris

• Rectus femoris

• Vastus lateralis

• Vastus medialis

• Vastus intermedius

Flexie:

Hamstrings

• Biceps femoris

• Semitendinosus

• Semimembranosus

Overige flexoren:

• Gastronemicus

• Sartorius

• Gracilis

Knie rotatie

• Exorotatie van de tibia: biceps femoris

• Endorotatie van de tibia: semitendinosus, semimembranosus, gracilis, sartorius

26
New cards

Welke spieren zorgen voor stabiliteit in het kniegewricht?

• Quadriceps femoris

• Hamstrings

• Gastrocnemius

• Gluteale spieren (indirect)

27
New cards

Wat is supinatie en pronatie?

Supinatie: handpalm draait naar boven

Pronatie: handpalm draait naar beneden

28
New cards

Wat is het verschil tussen lokalen - en globale spieren?

Lokale spieren: dieper gelegen spieren die in staat zijn om kleine verstoringen te corrigeren en zodoende de gewrichtspositie te behouden (stabiliteit) -> proprioceptie

Globale spieren: minder diep gelegen spieren, zijn langer en hebben grotere momentarmen. Globale spieren zijn bedoeld om met je kracht en snelheid in beweging te zetten

29
New cards

Wat is het verschil tussen fasische - en tonische spieren?

Fasische spieren:

• Bewegingsspieren

• Neigen tot verzwakken

• Veel type 2 spiervezels (snelle spiervezels)

• Functie: Zorgen voor snelle, kortdurende bewegingen en het genereren van kracht

Tonische spieren:

• Houdingsspieren

• Neigen tot verkorten

• Veel type 1 spiervezels (langzame spiervezels)

• Functie: Constant onder spanning om de lichaamshouding te ondersteunen en de zwaartekracht tegen te gaan

30
New cards

Wat zijn origi en insertie?

Origo: zit altijd dichter bij het hart gelegen. Origo is gefixeerd en levert concentrische contractie.

Insertie: het bewegelijke aanhechtingspunt van een spier. Bij contractie van de spier beweegt dit punt mee.

31
New cards

Wat is het passieve - en actieve systeem?

Het passieve systeem zijn de gewrichten, disci, kapsels en ligamenten

Het actieve systeem zijn de spieren

32
New cards

Os femur

Dijbeen

33
New cards

Epicondylus lateralis

Buitenste knieknobbel

(een knobbel aan de buitenzijde van de knie)

34
New cards

epicondylus medialis

Binnenste knieknobbel

(een knobbel aan de binnenzijde van de knie)

35
New cards

patella

knieschijf

36
New cards

Os tibia

Scheenbeen

37
New cards

Condylus lateralis

Buitenste dijbeenknobbel

(een knobbel, met name aan het uiteinde van een bot dat deel uitmaakt van een gewricht)

38
New cards

Condylus medialis

Binnenste dijbeenknobbel

(een knobbel, met name aan het uiteinde van een bot dat deel uitmaakt van een gewricht)

39
New cards

tuberositas tibiae

Scheenbeenknobbel

(benige uitstulping aan de voorkant van het bovenste deel van de scheenbeen, net onder de kniee)

40
New cards

Os fibula

Kuitbeen

(dunste lange bot van het onderbeen dat naast het scheenbeen loopt)

41
New cards

Caput fibulae

Kop van het kuitbeen

(bovenste deel van het fibula-bot)

42
New cards

Maleolus medialis

Binnenste enkelknobbel

43
New cards

Maleolus lateralis

Buitenste enkelknobbel

44
New cards

Cruris

Onderbeen

bestaat uit os tibia en os fibula

45
New cards

Tarsus

Voetwortel

46
New cards

Os talus

Sprongbeen

47
New cards

Os calcaneus

Hielbeen

48
New cards

Os naviculare

één van zeven voetwortelbeentjes, bevindt zich iets boven de voetboog aan de binnenkant van de voet en aan de voorzijde van het enkelgewricht

49
New cards

Art. talocruralis

Bovenste spronggewricht (BSG)

50
New cards

Art. talicalcaneonavicularis

Onderste spronggewricht (OSG)

51
New cards

Hoe kan je tijdens krachttraining onderscheid maken tussen de m. soleus en m. gastrocnemius?

Als je de knie strekt, train je meer de m. gastrocnemius het meest.

als de knie gebogen is wordt de gastrocnemius verkort aan de bovenkant en train je meer de m. soleus.

52
New cards

Welk ligament (band) scheert het eerste af bij een inversietrauma?

Ligamentum talofibulare anterior

53
New cards

Art. Genu

Kniegewricht

54
New cards

Patella

Knieschijf

55
New cards

Lig. cruciatum anterius (ACL)

Voorste kruisband

56
New cards

Lig. cruciatum posterius (PCL)

Achterste kruisband

57
New cards

Meniscus lateralis

Buitenste meniscus

58
New cards

Meniscus medialis

Binnenste meniscus

59
New cards

Lig. collaterale fibula

Buitenste band

60
New cards

Lig. collaterale tibiale

Binnenste band

61
New cards

Lig. patellae

Knie pees

62
New cards

m.quadriceps femoris

Quadriceps

63
New cards

m.rectus femoris

rechte dijbeenspier

64
New cards

m.vastus medialis

Binnenste bovenbeenspier

65
New cards

m.vastus lateralis

Brede zijspier/buitendijspier

66
New cards

m.vastus intermedius

Brede middenspier

67
New cards

m. Sartorius

Kleermakerszit-spier

68
New cards

m. iliopsoas

Heup-lendenspier

Bestaat uit m. iliacus en m. psoas major

functie: buigen van de heup en het naar buiten draaien van het bovenbeen

69
New cards

m. iliacus

Heupbeenspier

70
New cards

m. psoas major

Lendenspier

71
New cards

Tibia

Scheenbeen

72
New cards

Femur

Dijbeen

73
New cards

Radius

Spaakbeen

(Het spaakbeen is een bot in de onderarm dat zich aan de duimzijde bevindt en loopt van de elleboog naar de pols)

74
New cards

Ulna

Ellepijp

(Het andere bot van de elleboog naar de pols, deze bevindt zich naast de radius)

75
New cards

Fibula

Kuitbeen

76
New cards

Humerus

Opperarmbeen

(Dit is het lange bot dat zich in de bovenarm bevindt, tussen het schoudergewricht en de elleboog)

77
New cards

Talus

Sprongbeen

78
New cards

Art. coxae

Heupgewricht

79
New cards

Os ilium

Darmbeen

(Samen met het schaambeen (os pubis) en het zitbeen (os ischium) vormt het darmbeen het heupbeen (os coxae))

80
New cards

Wat zijn de functies van de meniscus?

•Gewrichtsstabilisatie, door vorm en verbinding

•Opvangen gewrichtsbelasting

•Verdelen gewrichtsbelasting

81
New cards

In welke bewegingsrichtingen kan een scharniergewricht?

1. Flexie

2. Extensie

3. Endorotatie

4. Exorotatie

82
New cards

In welke bewegingsrichtingen kan een kogelgewricht?

1. Flexie

2. Extensie

3. Adductie

4. Abductie

5. Endorotatie

6. Exorotatie

83
New cards

Wat betekent 'femoris'

Dijbeen (femur)

84
New cards

concentrische contractie

de spier verkort

85
New cards

excentrische contractie

de spier verlengt

86
New cards

isometrische contractie

houd stand

87
New cards

flexie

buiging ( hoek tussen 2 botstukken worden kleiner )

88
New cards

anteflexie 

voorwaartse beweging (vaak romp, nek en organen)

89
New cards

retroflexie

achterwaartse beweging

90
New cards

abductie

van de mediaan af

91
New cards

adductie

naar de mediaan toe

92
New cards

extensie

strekken