Inleidende begrippen en onderzoeksmethodiek

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/38

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

39 Terms

1
New cards

onwtikkeling (vaag)

Wat kan ik doen met dit lichaam?

= zich aanpassen aan de veranderingen in omgeving en eigen lichaam

(ook afhankelijk van de cultuur)

→ focus ook afhankelijk van beleid (bv trump die onderzoek van abnormale ontwikkeling stil legt)

  • Verandering in functionele capaciteit

  • Gerelateerd aan leeftijd

  • Min of meer sequentieel (maar daarom niet lineair!

    • → kan bv iets overslaan of iets anders doen (bv billenschuiven idpv kruipen want dan zijn de handen vrij)

  • Sociale, cognitieve, emotionele, ... motorische O

  • Omvat de volledige levensloop

    • Pre-perinataal

    • Babies en peuters

    • Kinderen (wij focussen tot ongeveer 10jaar)

    • Volwassenen

    • Ouderen

2
New cards

ontwikkeling in kaart gebracht

grafiek met tijd en eigenschap (bv reactie tijd)

<p>grafiek met tijd en eigenschap (bv reactie tijd)</p>
3
New cards

definitie motorische ontwikkeling

Motorische ontwikkeling omvat de veranderingen in motorisch gedrag gedurende de levensloop, EN de processen die aan de basis van deze veranderingen liggen (Clarke & Whitall, 1989)

OF sequentieel, continu, leeftijdsgerelateerd proces waarbij veranderingen in motorisch gedrag (of gedragsmogelijkheden) optreden, EN de studie van de factoren die deze veranderingen mee bepalen

= het studiedomein waarin de bovenstaande processen onderzocht worden

4
New cards

Aging

= motorische ontwikkeling wanneer de fysieke mogeljkheden van het lichaam over hun piek heen zijn

5
New cards

motorische controle

Studie van de processen en factoren die instaan voor de controle van doelgerichte, gecoördineerde bewegingsuitvoering (bv ik leg een potlood neer → doelgerischt → hoe kan ik dit doen zonder het te laten vallen)

6
New cards

Motorisch Leren

relatief permanente verandering in gedragsmogeljkheden als gevolg van oefening en ervaring

Vaak interferentie met motorische ontwikkeling (moeilijk te onderscheiden, bv een kind stimuleren om te stappen = ontw leren of groei?)

bv een kind leren schrijven

7
New cards

Fysieke Groei

Kwantitatieve toename in afmetingen

(<> groei van spiermassa door training bv.!)

8
New cards

Maturatie

• Rijping van systemen

Vb. voorplantingsstelsel

9
New cards

Constraints model van Newell

1986 -→ grote focus op gedrag/metingen bv hoofdomtrek (kind in vacuum)

nu meer focus op omgeving, stimulatie van ouders,…

Constraint → taak, omgeving, en individu gaan een gigantisch invloed op gedrag hebben

  • = beperking in woordenboek maar dat is het niet

  • eerder een mogelijkheid (gedrag w gesturd)

Constraints bij lopen:

  • Peuter vs. volwassene (lengte benen = individu)

  • Below-knee amputee (individu = anders looppatroon)

  • Strand vs. betonvloer (Omgeving)

  • Joggen vs. bus halen (Taak - je loopt anders)

Interactie!! -→ een verandering van bv omgeving gaat anders zijn vr een peuter dan vr een volwassenen (individu)

<p>1986 -→ grote focus op gedrag/metingen bv hoofdomtrek (kind in vacuum)</p><p>nu meer focus op omgeving, stimulatie van ouders,…</p><p> Constraint → taak, omgeving, en individu gaan een gigantisch invloed op gedrag hebben</p><ul><li><p> = beperking in woordenboek maar dat is het niet</p></li><li><p>eerder een mogelijkheid (gedrag w gesturd)</p></li></ul><p>Constraints bij lopen: </p><ul><li><p>Peuter vs. volwassene (lengte benen = individu)</p></li><li><p>Below-knee amputee (individu = anders looppatroon) </p></li><li><p>Strand vs. betonvloer (Omgeving) </p></li><li><p>Joggen vs. bus halen (Taak - je  loopt anders) </p></li></ul><p></p><p>Interactie!! -→ een verandering van bv omgeving gaat anders zijn vr een peuter dan vr een volwassenen (individu)</p>
10
New cards

individuele constraints

Structurele Cs

  • Lengte, gewicht, spiermassa

  • Wijzigen langzaam tijdens ontwikkeling

Functionele Cs

  • Motivatie, coordinatie, aandacht

  • kunnen snel wijzigen

11
New cards

omgevingsconstraints

  • Fysiek

  • Socio-cultureel

    • Waarom scoren jonge Amerikaanse kinderen zo goed in balvaardigheid?

      • focus in amerika op 5 specifieke sporten (football, hockey, baseball…) hier meer variatie/algemene ontw

      • kinderen gaan bij ons zeer vroeg nr school → fijne motoriek wordt getraint

      • = andere organisatie van maatschappij

12
New cards

Taakconstraints

  • Regels, materiaal

    • Sport (bv verschil tss vrouwen en mannen voetbal → loon, aandacht etc)

    • Patiënt die na revalidatie naar huis terugkeert

    • Ontwikkeling van evenwicht: welke test gebruik je?

    • Zie hfst. 2

13
New cards

Coordinatie

  • Aantal vrijheidsgraden / bewegingsmogelijkheden in ons lichaam is quasi oneindig groot (800 spieren maar 143 nodig vr het stappen, hoe zet ik de juiste aan en uit? welk patroon (antagonist/agonist, flexie/ ) -→ bv pols -→ alle rictingen mogelijk (rotatie, adductie/abductie…) = gigantisch veel vrijheidsgraden

  • Hoe slagen we erin deze keer op keer te combineren in een goed georganiseerde actie?

  • BV hoe kom het dat ik op dag X niet kon stappen maar op dag Y wel?

= basis om vlot nieuwe vaardigheden aan te leren (bouwsteen)

14
New cards

Hoe meet je coördinatie?

  • Test die zo weinig mogelik appelleert op kracht, snelheid, lenigheid of uithouding

  • Meer accent op sensomotorische aspect

  • Jongleren, mikken, vangen, samenspel tussen lichaamsdelen = NIET EVIDENTI

15
New cards

motorische competentie

= uitkomst op een bepaalde opdract

bv huppel van hier naar daar pls

<p>= uitkomst op een bepaalde opdract</p><p>bv huppel van hier naar daar pls</p>
16
New cards
<p>artikels op ufora!</p>

artikels op ufora!

17
New cards

meten van motorische ontwikkeling gevaren

belangrijk om te herrineren dat statischtisch ‘afwijken"‘ geen probleem is (bv percentiel schaal van lengte → who cares)

MAAR verschillende dimensies gaan wel kunnen aantonen dat er miss iets mis is bv grote percentiel vr lengte en kleine percentiel vr gewiccht = ondergewicht of plotse vergroting zijn vlagjes vr mogelijke prob)

18
New cards

Waarom mot.ontw. meten?

  • preventieve gezondheidszorg

    • (piaget → schemas → assimilatie en adaptatie)

  • Bepaling individueel MC level

  • Diagnose van vertraging in MC

  • Identificatie van hoogbegaafde kinderen (sporttalent)

  • interventie onderzoek (motoriek stimuleren → hoeveel invloed heeft dit (meten voor en na interventie)

  • Onderzoek naar relatie tussen MC en health-related correlates:

    • Lichaamsgewicht, fysieke activiteit, fysieke fitheid, ..

  • Monitoring van trends in een populatie

    • bv invoed van internet

  • Effectevaluatie van interventiestudies

  • Blessurepreventie

19
New cards

criteria voor een goed instrument voor MO (8)

  • Betrouwbaarheid

    • Is de meting stabiel over tijd?

    • Test-hertest methode / even-oneven methode

  • Validiteit

    • Meet de test wat ze beoogt te meten?

    • Vergelijken met een 'gouden standaard

  • Hanteerbaarheid

    • Testafname moeilijk te leren?

  • Prijs

    • Dexa scanner voor lichaamssamenstelling

    • VS BMI aan de hand van lengte en gewicht (gratis)

  • Dataverzameling en verwerking

    • Paper-and-pencil / elektronisch/ naverwerking

  • Materiaal

    • Gerelateerd aan prijs en mobiliteit

    • 'wearables' versus grote labo-apparatuur

  • Mobiliteit

    • Transporteerbaar?

    • Huisbezoek of labo?

  • Detail van evaluatie

20
New cards

uitgangspunten Meten van M ontw

kennis over motorische ontwikkeling = belangrijk voor alle aspecten van ontwikkeling

DCD = kinderen met een duidelijke achterstand in motorische ontw maar geen medische diagnose gevoden (geen adhd, geen lichamelijke prob maar toch bv niet kunnen fietsen, ritsen sluiten etc)

'onhandige' kinderen = heterogene groep (= DCD)

  • Welk instrument is het meest geschikt om deze heterogene groep te identificeren?

  • Motorisch "profiel" is informatiever dan totaalscore (meerdere dimensies bv handvaardigheid)

Norm-gerefereerd of criterium-gerefereerd:

  • 5%○ grens = willekeurig: in elke populatie zijn er 5% zwaksten, ook in een atletische populatie

  • bv in afgelope jaren gaat de curve voor motorisch ontw steeds meer opschuiven → dus steeds meer (10%) kinderen liggen in de 5% gens → oplosiing? test batterij aanpassen? of curve terug proberen opschuiven met interventie?

21
New cards

betrouwbaarheid

geskipt

<p>geskipt</p>
22
New cards

validiteit

geskipt

<p>geskipt</p>
23
New cards

testbatterijen gebasseerd op producctscoren

  • Testbatterijen gebaseerd op productscores een specifiek item wordt gescoord in seconden, afstand, aantal herhalingen, aantal fouten,

  • Enkel het eindresultaat van de handeling wordt gebruikt om de motorische ontwikkeling te evalueren

  • Voorbeelden: Körperkoordinations Test Für Kinder (Kiphard & Schilling, 2007; Lenoir et al., 2014) . Movement Assessment Battery for Children (Henderson & Sugden, 2007, 2° Ed)

24
New cards

• Testbatterijen gebaseerd op processcores

= een specifiek item wordt gescoord op basis van checklists over specifieke kenmerken van het bewegingspatroon

Het uiteindelijke product van de handeling (afstand, snelheid) speelt geen rol in de evaluatie

Voorbeelden: • Test for Gross Motor Development (Ulrich. 2016. 3° Ed) • Zie link https://www.youtube.com/watch?v=9WggHvZpXI0

25
New cards

flow chart vr meetinstrument vr MC

  • objectief = onafh van wie je test, subjectief = bv kind van 10j iets vragen

<ul><li><p>objectief = onafh van wie je test, subjectief = bv kind van 10j iets vragen</p></li></ul><p></p>
26
New cards

KTK3+

  • Körperkoordinations Test für Kinder -+oog-hand coördinatie(Coppens et al., 2021)

  • Gebaseerd op KTK uit 1974

  • 4 eenvoudige tests

  • Valide en betrouwbaar instrument

  • 4 ruwe scores worden omgezet in een leeftijdsgerelateerde score

  • 4 leeftijdsgerelateerde scores herleid tot 1

  • Motorisch Quotiënt’

zelfde op IQ → 130 ‘hoogbegaafd’

  • Score 100= kind zit op ontwikkelingsniveau dat op basis van de kalenderleeftijd verwacht mag worden

  • Score > 115= kind zit meer dan 1 standaarddeviatie boven het leeftijdsgerelateerde gemiddelde (zeer goed)

  • Score < 85 = kind zit meer dan 1 standaarddeviatie onder het gemiddelde (zwak)

  • 5 categorieën

    • om te zien of er een ernstige diagnose moet gemaakt worden (motorische problemen zijn vaak het eerste dat opgemerkt worden bv kinderen die slecht dieptezicht hebben “missen een trapje', moeilijk ballen vallen)“, verdere hulp aanbieden)

EXAMEN

<ul><li><p>Körperkoordinations Test für Kinder -+oog-hand coördinatie(Coppens et al., 2021) </p></li><li><p>Gebaseerd op KTK uit 1974 </p></li><li><p>4 eenvoudige tests </p></li><li><p>Valide en betrouwbaar instrument </p></li><li><p>4 ruwe scores worden omgezet in een leeftijdsgerelateerde score </p></li><li><p> 4 leeftijdsgerelateerde scores herleid tot 1 </p></li><li><p>‘<strong><u>Motorisch Quotiën</u></strong>t’</p></li></ul><p>zelfde op IQ → 130 ‘hoogbegaafd’</p><ul><li><p>Score 100= kind zit op ontwikkelingsniveau dat op basis van de kalenderleeftijd verwacht mag worden </p></li><li><p>Score &gt; 115= kind zit meer dan 1 standaarddeviatie boven het leeftijdsgerelateerde gemiddelde (zeer goed) </p></li><li><p>Score &lt; 85 = kind zit meer dan 1 standaarddeviatie onder het gemiddelde (zwak) </p></li><li><p>5 categorieën </p><ul><li><p>om te zien of er een ernstige diagnose moet gemaakt worden (motorische problemen zijn vaak het eerste dat opgemerkt worden bv kinderen die slecht dieptezicht hebben “missen een trapje', moeilijk ballen vallen)“, verdere hulp aanbieden)</p></li></ul></li></ul><p>EXAMEN</p>
27
New cards

movement aseesment battery for children

Movement Assessment Battery for Children (Henderson & Sugden) •

  • Doel: Identificatie van kinderen met bewegingsproblemen

  • Product-georiënteerde test

8 testitems gegroepeerd in 3 clusters motoriek

  • Dynamisch evenwicht •

  • Balvaardigheid

  • Handvaardigheid

Inverse eindscore: lage score = positief en vice versa

  • Typische scheve verdeling bij normale populatie

  • Sterke differentiatie binnen de deelgroep van zwakkere kinderen weinig differentiatie binnen de betere deelgroep

  • Cut-offs: P15 (borderline → opvolging nodig) en P5 (therapie aangewezen) OPGELET omzetting naar percentiel is anders → hierbij hoger percentiel = beter

<p> Movement Assessment Battery for Children (Henderson &amp; Sugden) •</p><ul><li><p> Doel: Identificatie van kinderen met bewegingsproblemen</p></li><li><p>Product-georiënteerde test </p></li></ul><p></p><p>8 testitems gegroepeerd in 3 clusters motoriek </p><ul><li><p>Dynamisch evenwicht • </p></li><li><p>Balvaardigheid </p></li><li><p>Handvaardigheid </p></li></ul><p></p><p>Inverse eindscore: lage score = positief en vice versa </p><ul><li><p>Typische scheve verdeling bij normale populatie </p></li><li><p>Sterke differentiatie binnen de deelgroep van zwakkere kinderen weinig differentiatie binnen de betere deelgroep </p></li><li><p>Cut-offs: P15 (borderline → opvolging nodig) en P5 (therapie aangewezen) OPGELET omzetting naar percentiel is anders → hierbij hoger percentiel = beter</p></li></ul><p></p>
28
New cards

• Bruininks-Oseretsky Test for Motor Proficiency (short form)

Positionering van een individu in een populatie, minder focus op een bepaalde subgroep

Mix van fysieke items en coördinatie-items

  • Kracht

  • Perceptueel-motoriek (figuren overtekenen)

  • Oog-hand coördinatie

  • Dynamisch evenwicht

  • Balvaardigheid

  • Bilaterale coördinatie

normale verdeling → zwakkere kinderen worden er niet beter uitgehaald dan sterke

<p>Positionering van een individu in een populatie, minder focus op een bepaalde subgroep </p><p>Mix van fysieke items en coördinatie-items </p><ul><li><p>Kracht </p></li><li><p> Perceptueel-motoriek (figuren overtekenen) </p></li><li><p>Oog-hand coördinatie </p></li><li><p>Dynamisch evenwicht </p></li><li><p>Balvaardigheid </p></li><li><p> Bilaterale coördinatie</p></li></ul><p>normale verdeling → zwakkere kinderen worden er niet beter uitgehaald dan sterke</p>
29
New cards

test of gross motor development

  • productscore

  • kwalitatieve scoring (itt M-ABC, KTK, BOT)

  • sterk gestoeld op US-populaire vaardigheden

  • (getrainde testleider erg belangrijk- subjectiviteit)

  • locomotie (springen, wandelen, lopen…) en objectcontrole dimensie (balsporten)

Scoring: elke skill is onderverdeeld in deelvaardigheden 0= skill is not present . 1 = skill is present

  • Twee pogingen/ skill ⁃ Tel de score van alle componenten op van elke poging (= ruwe score) ⁃ Converteer in een gestandaardiseerde score

<ul><li><p>productscore</p></li><li><p>kwalitatieve scoring (itt M-ABC, KTK, BOT)</p></li><li><p>sterk gestoeld op US-populaire vaardigheden</p></li><li><p>(getrainde testleider erg belangrijk- subjectiviteit)</p></li><li><p>locomotie (springen, wandelen, lopen…) en objectcontrole dimensie (balsporten)</p></li></ul><p>Scoring: elke skill is onderverdeeld in deelvaardigheden 0= skill is not present . 1 = skill is present</p><ul><li><p>Twee pogingen/ skill ⁃ Tel de score van alle componenten op van elke poging (= ruwe score) ⁃ Converteer in een gestandaardiseerde score</p></li></ul><p></p>
30
New cards

vergelijking tss testbatterijen

  • 157 5-jarigen

  • 88 jongens 74 meisjes

  • Alle kinderen namen deel aan twee productgerichte testbatterijen

  • Movement Assessment Battery for Children

  • Bruininks-Oseretzky Test for Motor Proficiency → meer coaching → opdracht niet begrepen mag je uitleg geven!!

  • Interpretatie;

    • Correlatie: -.53 (Spearman) → weinig dus

    • Waarom negatief?

    • Betekenis?

    • Praktische relevantie?

  • SIechts een verklarende variantie van < 30% tussen beide testen

  • Op basis van de botmp bestempel je 2 kinderen als zwak', op basis van de MABC 13!!!!

  • Aard van de test (zie verdeling)

  • Procedure verschillen = Botmp: bijsturing toegelaten

<ul><li><p> 157 5-jarigen</p></li><li><p> 88 jongens 74 meisjes </p></li><li><p> Alle kinderen namen deel aan twee productgerichte testbatterijen </p></li><li><p> Movement Assessment Battery for Children </p></li><li><p> Bruininks-Oseretzky Test for Motor Proficiency → meer coaching → opdracht niet begrepen mag je uitleg geven!!</p></li><li><p>Interpretatie;</p><ul><li><p>Correlatie: -.53 (Spearman) → weinig dus</p></li><li><p>Waarom negatief? </p></li><li><p> Betekenis? </p></li><li><p>Praktische relevantie? </p></li></ul></li><li><p>SIechts een verklarende variantie van &lt; 30% tussen beide testen </p></li><li><p>Op basis van de botmp bestempel je 2 kinderen als zwak', op basis van de MABC 13!!!! </p></li><li><p>Aard van de test (zie verdeling) </p></li><li><p>Procedure verschillen = Botmp: bijsturing toegelaten</p></li></ul><p></p>
31
New cards

meten van MO onderzeksdesigns

  1. longitudinaal design

  2. cross-sectioneel

  3. best of both worlds: combi design

32
New cards
  1. longitudinaal design

Het opvolgen van éénzelfde groep individuen over langere tijd

  • Vb. Effect van borstvoeding op de motoriek als tiener

Pro: Zuiver design

Contra:

  • Grote tijdsinvestering

  • Grote drop-out

    • Overlijden

    • Niet terug te vinden

    • Geen medewerking meer

Lees: Grace et al. (2017). Breastfeeding and motor development: a longitudinal cohort study. Human Movement Science, 51, 9-16.

opgelet! bv borstvoeding kan andere dingen weerspiegelen zoals cultuur, opleidingsniveau, ingesteldheid over gezondheid → borstvoeding is maar 1 elleentje van cultureel gegeven → ‘borstvoeding verbeterd de motoriek’ is dus foute conclusie

<p>Het opvolgen van éénzelfde groep individuen over langere tijd</p><ul><li><p>Vb. Effect van borstvoeding op de motoriek als tiener</p></li></ul><p>Pro: Zuiver design</p><p>Contra:</p><ul><li><p>Grote tijdsinvestering</p></li><li><p>Grote drop-out</p><ul><li><p>Overlijden</p></li><li><p>Niet terug te vinden</p></li><li><p>Geen medewerking meer</p></li></ul></li></ul><p>Lees: Grace et al. (2017). Breastfeeding and motor development: a longitudinal cohort study. Human Movement Science, 51, 9-16.</p><p>opgelet! bv borstvoeding kan andere dingen weerspiegelen zoals cultuur, opleidingsniveau, ingesteldheid over gezondheid → borstvoeding is maar 1 elleentje van cultureel gegeven → ‘borstvoeding verbeterd de motoriek’ is dus foute conclusie</p>
33
New cards

Cross-sectioneel design

Groepen individuen van verschillende leeftijden op één bepaald moment met elkaar vergelijken

Pro:

  • veel informatie op korte termijn

Contra:

  • Naast leeftijd (~ontwikkeling) is er meer kans op storende invloeden

  • Je vergelijkt verschillende individuen met elkaar

    • Vb. Vergelijking van cohorte met geboortejaar 1980 (pre-Playstation tijdperk) en generatie met geboortejaar 2005 (of bv deeel groep geboren wnr gsm al bestond en deel wnr het nog niet bestond)

34
New cards

3. Best of both worlds: gecombineerd design

  • Verschillende cohortes (generaties) opnemen

    • Nulmeting of baseline

    • Longitudinaal opvolgen (beperkte tijdsduur)

  • Overlap in leeftijid voorzien op verschillende tijdstippen (zie figuur) om mogelijke bias te controleren

  • Pro:

    • Onderzoeksperiode is korter dan periode waarover onderzoek wordt gedaan

    • Sneller onderzoeksresultaten (in vgl. met longitudinaal design)

  • Contra:

    • Complexer, meer middelen op korte tijd nodig

<ul><li><p> Verschillende cohortes (generaties) opnemen </p><ul><li><p> Nulmeting of baseline </p></li><li><p>Longitudinaal opvolgen (beperkte tijdsduur)</p></li></ul></li><li><p>Overlap in leeftijid voorzien op verschillende tijdstippen (zie figuur) om mogelijke bias te controleren</p></li><li><p> Pro: </p><ul><li><p>Onderzoeksperiode is korter dan periode waarover onderzoek wordt gedaan </p></li><li><p> Sneller onderzoeksresultaten (in vgl. met longitudinaal design) </p></li></ul></li><li><p>Contra: </p><ul><li><p>Complexer, meer middelen op korte tijd nodig</p></li></ul></li></ul><p></p>
35
New cards

begrip variatie bij MO

• Het gemiddelde individu bestaat niet: variatie is een constante

  • Mijlpalen worden vroeger/later bereikt

  • Mijlpalen worden in een andere volgorde bereikt

  • Vertraging - deviatie - dissociatie (super hard voor liggen op 1 specifiek domein en achterliggen op een ander = red flag)

  • Verschillen in actueel niveau: cross sectioneel

• Verschillen in ontwikkelingstempo: kan super snel en plots veranderen bij kinderen, kan ook een plateau vormen…(verschil tss 2 kinderen kan 2 week later compleet verandert zijn)

36
New cards

coordinatie en variatie

  • Gestuurd door 'brein'

  • 1e merkbare beweging':(in foetus) 8ste week zwangerschap

  • Topografie van de hersenen = +/- genetisch

  • Ontwikkeling van de functies = erg gevoelig voor prikkels (afwezigheid van prikkels ook!) → plastisch

    • functies komen erbij

    • functies vallen weg

Twee fasen:

  • Exploratie => Adaptaties centraal zenuwstelsel

    • beweging zonder duidelijk plan of doel

  • Exploratie => Gerichte adaptatie aan de context

    • aanpassing aan prikkels

37
New cards

variatie is inherent aan…

  • menselijk beweging

  • wij kunnen nooit 2 keer exact hetzelfde bewegen

  • Identieke herhaling van een complexe beweging is onmogelijk

  • Voor het eerst gedocumenteerd in 1967(!)

38
New cards

Waarom variatie?

  • Expertise = stabiliteit + flexibiliteit

  • Stabiliteit ~ hoe sterk zijn interneuronale connecties/programma's

  • flexibiliteit ~ hoeveel verschillende neuronale connecties heb je als sporter / beweger?

Variatie is natuurlijk in ontwikkeling en treedt op vanaf de derde maand zwangerschapl

Afwezigheid van variatie ~ ontwikkelings- of functiestoornissen

Hoe meer hersencellen geprikkeld worden om nieuwe connecties op te zoeken

  • Hoe meer connecties

  • Hoe steviger / stabieler die connecties zijn

  • Hoe meer alternatieven er voorhanden zijn om een 'bewegingsprobleem' op te lossen

  • ‘AIlternatieven' kunnen maar gecreëerd worden indien er voldoende gevarieerde prikkels aangeboden worden

  • Basisartikel (examenstof!): Hadders-Algra (2010), Physical Therapy

39
New cards
  • Basisartikel (examenstof!): Hadders-Algra (2010), Physical Therapy = variatie

2 babys gefilmed voor ee halfuur

Baby 1 → beperkte beweging (kan eig wel al veel maar doet het niet)

Baby 2 → verschillende bewegingen (exploratief, verschillende neuronale connecties)

<p>2 babys gefilmed voor ee halfuur</p><p>Baby 1 → beperkte beweging (kan eig wel al veel maar doet het niet)</p><p>Baby 2 → verschillende bewegingen (exploratief, verschillende neuronale connecties)</p>