Nectar 3V H8 Begrippen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/56

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

57 Terms

1
New cards

Ademhalingsstelsel

Bestaat uit de organen luchtpijp, bronchiën en longen; de taak is: zuurstof opnemen uit de lucht en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.

2
New cards

Aders

Bloedvaten met dunne wanden, die het bloed van de organen terugvoeren naar het hart.

3
New cards

Aorta

Grootste slagader; voert zuurstofrijk bloed vanuit de linkerkamer in de richting van alle organen, behalve de longen.

4
New cards

Bloedplasma

Lichtgele vloeistof in je bloed; hierin zitten voedingsstoffen en afvalstoffen opgelost.

5
New cards

Bloedvatenstelsel

Bestaat uit de organen hart en bloedvaten; de taak is: het vervoeren van stoffen naar en van alle organen in je lichaam.

6
New cards

Boezems

Twee bovenste ruimtes in je hart.

7
New cards

Borstademhaling

Het bewegen van je ribben om te ademen.

8
New cards

Buikademhaling

Het bewegen van je middenrif om te ademen.

9
New cards

Bronchiën

Vertakkingen van de luchtpijp.

10
New cards

Cellen

Kleine 'bouwsteentjes' waaruit mensen, dier en planten bestaan.

11
New cards

Celkern

Rond bolletje in de cel dat alles regelt wat er in de cel gebeurt.

12
New cards

Celmembraan

Dun vlies aan de buitenkant van een cel.

13
New cards

Cholesterol

Vetachtige stof die aan de wanden van bloedvaten plakt, waardoor het bloedvat nauwer wordt; het bloed stroomt daardoor minder goed.

14
New cards

Cytoplasma

Dikke vloeistof waarin de celkern dobbert.

15
New cards

Energie

Heb je nodig om actief te zijn en om warm te blijven; energie komt vrij bij de verbranding van glucose.

16
New cards

Gaswisseling

Uitwisselen van gassen in de longblaasjes: zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed, koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes.

17
New cards

Glucose

Belangrijkste energierijke voedingsstof (brandstof) voor de verbranding.

18
New cards

Grote bloedsomloop

Bloed stroomt vanuit de linkerkamer, via een orgaan, naar je rechterboezem; de functie is onder andere het afgeven van zuurstof aan de cellen en het opnemen van koolstofdioxde.

19
New cards

Haarvaten

Kleinste en dunste soort bloedvaten; hier worden stoffen uitgewisseld tussen het bloed en de cellen van een orgaan.

20
New cards

Hartinfarct

Door een vernauwing in een kransslagader komt er onvoldoende bloed bij het hart: een stukje hart(spier) sterft dan af.

21
New cards

Hartkleppen

Kleppen tussen boezems en kamers; voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de boezems.

22
New cards

Hartslag

Pompbeweging van het hart: boezems trekken samen - kamers trekken samen - hartpauze.

23
New cards

Hemoglobine

Rode kleurstof in de rode bloedcellen; hieraan hecht zuurstof zich vast.

24
New cards

Holle aders

Twee grote aders, die zuurstofarm bloed uit de andere aders naar de rechterboezem van het hart voeren.

25
New cards

Kamers

Twee onderste ruimtes in je hart.

26
New cards

Keelholte

Hierin komt de ingeademde lucht vanuit je neusholte en mondholte.

27
New cards

Kleine bloedsomloop

Bloed stroomt vanuit de rechterkamer, via je longen, naar je linkerboezem; de functie is het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide.

28
New cards

Kleppen

Voorkomen dat bloed terugstroomt, doordat ze maar naar één kant open kunnen; kleppen zitten in ader en in en bij het hart.

29
New cards

Koolstofdioxide

Afvalstof van de verbranding van glucose; je geeft het af aan de lucht als je uitademt.

30
New cards

Kransaders

Aders die zuurstofarm bloed van het hart zelf naar een holle ader vervoeren.

31
New cards

Kransslagaders

Slagaders die het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen voorzien.

32
New cards

Longader

Ader die zuurstofrijk bloed van de longen naar de linkerboezem voert.

33
New cards

Longblaasjes

Blaasjes aan het einde van de luchtpijptakjes; hier gaat zuurstof naar het bloed en koolstofdioxide gaat uit het bloed.

34
New cards

Longen

In je longen gaat zuurstof vanuit de lucht in je bloed en koolstofdioxide vanuit je bloed naar de lucht.

35
New cards

Longslagader

Slagader die zuurstofarm bloed vanuit de rechterkamer naar de longen voert.

36
New cards

Luchtpijp

Hierin komt de lucht vanuit je keelholte.

37
New cards

Luchtpijptakjes

De kleinste buisjes aan het eind van de bronchiën; ze zitten in je longen.

38
New cards

Middenrif

Stevig gespierd vlies tussen je borstholte en buikholte.

39
New cards

Mondholte

Hier komt de lucht je lichaam binnen als je door je mond inademt.

40
New cards

Neusholte

Binnenkant van je neus, waarlangs de lucht binnenkomt als je door je neus inademt; de neusholte is bekleed met slijmvlies.

41
New cards

Orgaanstelsel

Aantal organen in het lichaam die samenwerken aan dezelfde taak.

42
New cards

Organen

Delen van het lichaam met een bepaalde taak.

43
New cards

Rode bloedcellen

Cellen in het bloed die zuurstof vervoeren.

44
New cards

Romp

Lichaam zonder hoofd, armen en benen; bestaat uit de borstholte en de buikholte.

45
New cards

Slagaderkleppen

Kleppen aan het begin van de longslagader en de aorta; ze voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de kamers.

46
New cards

Slagaders

Bloedvaten met dikke, gespierde wanden, die bloed van het hart naar de organen voeren.

47
New cards

Slijmcellen

Cellen in het slijmvlies die slijm maken.

48
New cards

Slijmvlies

Laagje cellen dat aan de binnenkant van je luchtwegen zit; het produceert slijm.

49
New cards

Spierstelsel

Bestaat uit al je spieren en heeft als taak je lichaam te laten bewegen.

50
New cards

Trilhaarcellen

Cellen in het slijmvlies van je luchtpijp en bronchiën met trilharen, die slijm met stofdeeltjes naar de keelholte duwen.

51
New cards

Uitscheiding

Verwijderen van afvalstoffen uit je bloed en daarna uit je lichaam.

52
New cards

Uitscheidingsorganen

Organen die afvalstoffen verwijderen: nieren, longen en huid.

53
New cards

Verbranding

Afbreken van glucose met behulp van zuurstof; er komt energie bij vrij; de verbranding in een schema: glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie.

54
New cards

Verteringsstelsel

Bestaat uit onder andere slokdarm, maag en de dunne en dikke darm; de functie is het kleiner maken van grote voedingsstoffen zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.

55
New cards

Water

Afvalstof van de verbranding van glucose; je scheidt het uit via urine, door zweten en uitademen.

56
New cards

Zuurstof

Gas in de lucht die je inademt; is nodig voor de verbranding van glucose.

57
New cards

Zenuwstelsel

Bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen; de taak is het aansturen en laten samenwerken van je organen.