Biologie

studied byStudied by 20 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

Wat is het fenotype?

1 / 135

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Cp1 Thema 5 1,2,3,4,5,6,8,9

Biology

9th

136 Terms

1

Wat is het fenotype?

Het uiterlijk (de zichtbare eigenschappen) van een organisme

New cards
2

Uit hoeveel eigenschappen je Fenotype?

Uit duizenden eigenschappen

New cards
3

Van wie heb je die eigenschappen geërfd?

Van je ouders

New cards
4

Waar ligt het informatie voor je erfelijke eigenschappen?

In het DNA in de celkern

New cards
5

Wat zijn chromosomen?

langgerekte dunne draden die in een celkern in een wirwar door elkaar liggen

New cards
6

Met wat kunt u chromosomen zien?

Een microscoop

New cards
7

Wat bestaan chromosomen een groot deel uit?

de stof DNA

New cards
8

Wat bevat DNA?

De informatie voor al je erfelijke eigenschappen

New cards
9

Wat is DNA uit opgebouwd?

4 verschillende bouwstenen

New cards
10

Noem de 4 verschillende bouwstenen op

C,G,A en T

New cards
11

Welke bouwsteen ligt met welke bouwsteen?

C en G liggen steeds tegenover elkaar A en T liggen steeds tegenover elkaar

New cards
12

Hoe onstaat er een code met de informatie voor een erfelijke eigenschap?

Wanneer de 4 vier bouwstenen van het DNA in een bepaald volgorde staan

New cards
13

Wat is het Genotype?

De complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen die in het DNA in de chromosomen in een enkele celkern

New cards
14

Hoeveel chromosomen bevat een mens?

46 chromosomen

New cards
15

Hoe komen chromosomen voor?

in paren

New cards
16

Wat bevatten deze paren en zijn ze gelijk?

de informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen en ze zijn aan elkaar gelijk

New cards
17

Hoeveel paren chromosomen heeft de mens?

23 paren

New cards
18

Wat zijn lichaamscellen?

cellen waaruit het lichaam van een mens is opgebouwd

New cards
19

Wat heeft elke soort organisme in de kernen van de lichaamscellen?

Een vast aantal chromosomen

New cards
20

Met wat kun je het genotype bepalen?

(niet allemaal) eigenschappen

New cards
21

Hoe komt het Fenotype tot stand?

door het genotype en door invloeden uit het milieu

New cards
22

Waardoor kan het fenotype allerlei veranderen zonder dat het genotype verandert ?

door allerlei oorzaken

New cards
23

Wat kun je de oorzaken van deze verandering samenvatten als?

invloeden uit het milieu

New cards
24

Wat is een gen?

een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap

New cards
25

Wat bevat elke chromosoom?

Veel genen

New cards
26

Wat is het geheel van genen dat in een celkern aanwezig is?

Het genotype

New cards
27

Hoe komen genen in lichaamscellen voor?

in paren

New cards
28

Wat is een allel?

Een enkelvoudig gen van een genenpaar

New cards
29

Wat noemen we een genenpaar?

allelenpaar

New cards
30

Wat bevat een allelenpaar?

de informatie voor een erfelijke eigenschap

New cards
31

Wat zijn geslachtscellen?

eicellen en zaadcellen

New cards
32

Waarin komen geslachtscellen in voor?

Chromosomen

New cards
33

Hoe komen geslachtscellen in chromosomen voor?

niet in paren,maar enkelvoudig

New cards
34

Dus hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel van een mens?

geen 46 chromosomen, maar slechts 23

New cards
35

Wat gebeurt er bij bevruchting met de van de zaadcel en eicel?

ze versmelten

New cards
36

Hoeveel chromosomen bevat de zaadcellen van de vader?

23

New cards
37

Hoeveel chromosomen bevat de eicellen van de moeder?

23

New cards
38

Wat is afkomstig van de vader en moeder in een chromosomenpaar

in de chromosomenpaar komt één van de moeder en één van de vader

New cards
39

Wat maakt gebruik van deze informatie?

DNA-verwantschaptest

New cards
40

Wat gebeurt er als de chromosomen van de zaadcel en eicel bij elkaar komen?

Dan bevat de bevruchte eicel weer chromosomenparen en allelenparen

New cards
41

Wanneer komt het genotype van een organisme tot stand?

op het moment van bevruchting

New cards
42

Wat is een celdeling?

Dit is wanneer een moedercel deelt zich in tweeën en vormt zo 2 dochtercellen

New cards
43

Wat is een moedercel?

een cel, die dochtercellen kan vormen door celdeling.

New cards
44

Wat zijn dochtercellen?

Wanneer een cel deelt worden beide resulterende cellen dochtercellen genoemd.

New cards
45

Wat bevatten de kenmerken van de dochtercellen ?

Dezelfde informatie voor erfelijke eigenschappen als de moedercel

New cards
46

Wanneer gaat een gen aan of uit staan?

Het verschil per cel en hangt samen met de functie van de cel

New cards
47

Staan de genen bij levercellen aan of uit?

aan, de genen zorgen ervoor dat er gal wordt geproduceerd

New cards
48

Staan de genen die de hoofdhaar vormen aan of uit?

uit

New cards
49

Wat gebeurt er als een gen aan staat?

Het kan een klein beetje tot erg actief zijn

New cards
50

Wat bevat de DNA volgorde van een Gen?

De code voor het maken van een specifiek eiwit

New cards
51

Wat bevat de gen in een spiercel?

De code voor het maken van een spiereiwit

New cards
52

Wat is het spiereiwit een deel van?

Het fenotype

New cards
53

Wat is de haarvorm een eigenschap van?

een erfelijke eigenschap

New cards
54

Noem varianten van het gen met informatie voor de haarvorm?

Er zijn allelen met informatie voor steil haar en allelen voor krulhaar etc

New cards
55

Wanneer zijn de twee allelen voor haarvorm ongelijk?

Het is wanneer het allelenpaar voor de haarvorm bestaat uit één allel voor steil haar en één voor krullend haar

New cards
56

Wat bevat een geslachtscel van elke allelenpaar?

slechts één allel

New cards
57

Wat gebeurt er tijdens een speciale celdeling over hoe uit een lichaamscel geslachtscellen ontstaan?

Tijdens deze celdeling komt van elk chromosomenpaar uit de lichaamscel een chromosoom terecht in de geslachtscel

New cards
58

Wat gebeurt er bij een geslachtelijke voortplanting?

Er ontstaat een nieuwe organisme door het versmelten van twee geslachtscellen

New cards
59

Wat ontstaat bij een geslachtelijke voortplanting?

Een variatie in de genotypen van de nakomelingen

New cards
60

Wat is afhankelijk wat voor genotype de geslachtscellen hebben?

Het toeval

New cards
61

Wat is het gevolg van een geslachtelijke voortplanting?

De nakomeling zal een ander genotype dan de ouders hebben

New cards
62

Wat gebeurt er bij een ongeslachtelijke voortplanting?

Het is wanneer geen geslachtscellen versmelten

New cards
63

Wat is een twee-eiige tweeling?

Deze tweeling is ontstaan uit 2 bevruchte eicellen

New cards
64

Wat is een één-eiige tweeling?

Een tweeling ontstaan uit één bevruchte eicel (twee klompjes cellen ontstaan door het losraken van het bevruchte eicel)

New cards
65

Wat is een mutatie?

Een plotselinge verandering van het genotype

New cards
66

Wat is bij de mutatie één of meer gemuteerd?

allelen

New cards
67

Waar kunnen mutaties plaatsvinden?

in elke cel

New cards
68

Wat gebeurt er als een gemuteerd allel voorkomt in een geslachtscel?

De mutatie kan een grote uitwerking krijgen

New cards
69

Wat gebeurt er met de nakomeling als de gemuteerde allel terecht in de bevruchte eicel komt?

het heeft in elke lichaamscel het gemuteerde allel

New cards
70

Wat is een mutant?

Een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is in het fenotype

New cards
71

Noem een voorbeeld van een mutant

een albino

New cards
72

Wat gebeurt er bij een albino?

Bij een albino is het lichaam niet in staat pigment te vormen,waardoor de ogen rood zijn en het organisme erg bleek is

New cards
73

Wat is een mutageen?

Het is een chemische stof of elektromagnetische straling die het DNA beschadigd

New cards
74

Voorbeelden van mutagene invloeden

asbeststof uv-straling sigarettenrook röntgen- en radioactieve straling

New cards
75

Hoe komt mutagene straling vrij?

Röntgenapparatuur, kerncentrales en atoombommen

New cards
76

Hoe ontstaat een gezwel of tumor?

Wanneer cellen zich snel en ongeremd delen

New cards
77

Welke gezwellen worden goedaardig genoemd?

Gezwellen die groeien langzaam en verstoren de bouw van de weefsels niet

New cards
78

Wat ontstaat er bij kanker ergens in het lichaam?

een kwaadaardige gezwel

New cards
79

Hoe wordt kanker veroorzaakt?

Door bepaalde mutaties in genen die betrokken zijn be het regelen van de celdeling

New cards
80

Waar sterven de meeste kankerpatiënten aan?

uitzaaiing(metastase)

New cards
81

Is het gezwel van kanker dodelijk?

Nee, het kan operatief worden weggehaald

New cards
82

Het ontstaan van kanker (schematisch)

  1. Bij één cel zijn mutaties opgetreden waardoor de cel een kankercel wordt.

  2. De kankercel deelt zich ongeremd

  3. Er is geen gezwel ontstaan, waarbij de bouw van weefsels is verstoord.

  4. er vindt uitzaaiing plaats: cellen van het gezwel komen in het bloed of in de lymfe terecht

New cards
83

Wat is evolutie?

De ontwikkeling van het leven op aarde,waarbij soorten ontstaan,veranderen en/of verdwijnen

New cards
84

Wanneer was de evolutietheorie ontwikkeld?

18e eeuw

New cards
85

Door wie is het evolutietheorie vooral ontwikkeld door?

Charles Darwin

New cards
86

Wat gaat het evolutietheorie vanuit?

Varianten in genotype , natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten

New cards
87

Wat betekent 'variatie in genotypen' ?

Nieuwe genotypen ontstaan

New cards
88

Wat is het verschijnsel natuurlijke selectie?

Verschijnsel dat individuen met een beter aan het milieu aangepast genotype een grotere overlevingskans en voortplantingskans hebben en daardoor meer in de populatie zullen voorkomen dan andere.

New cards
89

Door wie wordt het bepaald als een dier goed of minder goed aanpassen aan het milieu?

door het genotype

New cards
90

Wat heeft een dier als het goed aanpast aan het milieu?

Ze hebben een grote overlevingskans

New cards
91

Wat leidt tot een kleinere overlevingskans voor mutanten?

Als mutaties tot uiting komen in het fenotype

New cards
92

Wat is belangrijk bij de overlevingskansen van een soort?

Veel verschillende genotypen en fenotypen

New cards
93

Door wat kunnen op den duur verschillende soorten ontstaan?

Door isolatie

New cards
94

Wanneer zijn organismen van de twee vormen niet meer in staat?

Na verloop van lange tijd

New cards
95

Ontstaan van nieuwe soort (schematisch) VB:beren

  1. Beren van een soort leven in een bepaald gebied

  2. Het gebied wordt door water in twee delen gesplitst. De beren kunnen niet meer bij elkaar komen

  3. De milieus aan beide kanten van het water verschillen steeds meer van elkaar. Beide groepen beren vertonen aanpassingen aan hun eigen gebied. Hierdoor ontstaan twee nieuwe vormen van deze berensoort.

  4. Na verloop van lange tijd zijn er twee verschillende soorten ontstaan. De twee soorten beren kunnen samen geen vruchtbare nakomelingen krijgen.

New cards
96

Wat zijn fossielen?

Versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten

New cards
97

Hoe kunnen fossielen ontstaan?

Als resten van organismen niet wegrotten en vergaan

New cards
98

Wat zijn sedimenten?

Afzettingslagen van bijvoorbeeld : zand- of kleine deeltjes

New cards
99

Wat gebeurt er als fossielen worden bedekt met sedimenten?

Bacteriën en schimmels krijgen niet de tijd om de resten helemaal af te breken

New cards
100

Welke delen van organisme vergaan te snel om te fossiliseren?

zachte delen

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 117 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 2 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 12 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 26 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 36 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 58 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 23 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 5203 people
Updated ... ago
5.0 Stars(11)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard37 terms
studied byStudied by 3 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard50 terms
studied byStudied by 17 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard58 terms
studied byStudied by 21 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard71 terms
studied byStudied by 20 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard20 terms
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard81 terms
studied byStudied by 68 people
Updated ... ago
4.0 Stars(1)
flashcards Flashcard84 terms
studied byStudied by 16 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard32 terms
studied byStudied by 4 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)