maatschappijleer p2

studied byStudied by 13 people
5.0(2)
Get a hint
Hint

pluriforme samenleving

1 / 56

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

yas

57 Terms

1

pluriforme samenleving

Een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.

New cards
2

Cultuur

Alle waarden, normen, gewoonten en andere aangeleerde cultuurkenmerken die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.

New cards
3

Cultuurkenmerk

Een eigenschap of gedraging die voortkomt uit de cultuur van mensen zoals waarden, normen en gewoonten.

New cards
4

Socialisatiefunctie van cultuur

Het proces waardoor de cultuur van de groep waar iemand bij hoort een deel van zijn persoonlijkheid bepaalt.

New cards
5

Gemeenschappelijk referentiekader

Alles wat mensen gezamenlijk bezitten aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.

New cards
6

Gedragsregulering

Sturing van het gedrag van mensen zodat het geordend en voorspelbaar verloopt.

New cards
7

Dominante cultuur

Alle waarden, normen en gewoonten en andere cultuurkenmerken die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend beschouwt.

New cards
8

Subcultuur

Een cultuur waarin sommige waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.

New cards
9

Culturele diversiteit

Het naast elkaar bestaan van veel verschillende subculturen en levensstijlen.

New cards
10

Gender

Culturele verschillen tussen mannen en vrouwen.

New cards
11

Rolpatronen

Algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te gedragen.

New cards
12

Etnische subcultuur

Cultuur van een groep mensen die zich onderling verbonden voelt door hun land van herkomst en de daarbij horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken.

New cards
13

Tegencultuur

Cultuur van groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen veranderen.

New cards
14

Sociale cohesie

De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.

New cards
15

Wij-zij-denken

Patroon waarbij de ene groep tegenover de andere staat en zichzelf doorgaans als ‘beter’ ziet.

New cards
16

Categoriseren

De wereld indelen in hokjes waarin mensen, voorwerpen of situaties automatisch een plaats krijgen

New cards
17

Stereotype

Een overdreven, vaststaand beeld van een groep mensen dat aan alle leden hetzelfde kenmerk of dezelfde kenmerken toeschrijft.

New cards
18

Vooroordeel

Een oordeel over iemand of een groep mensen dat niet gebaseerd is op feiten.

New cards
19

Discriminatie

Het ongelijk behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn.

New cards
20

Racisme

Het doen van kwetsende en vernederende uitspraken over of discriminatie van mensen op basis van huidskleur of afkomst.

New cards
21

Institutioneel racisme

Ongelijke behandeling op grond van huidskleur en afkomst vastgelegd in regels en procedures van organisaties en in ongeschreven regels, tradities en gewoonten

New cards
22

Xenofobie

Angst voor en afkeer van het vreemde.

New cards
23

Polarisatie

Proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen sterker worden waardoor ze steeds meer tegenover elkaar komen te staan.

New cards
24

Inclusieve samenleving

Een samenleving waarin iedereen ongeacht afkomst, geloof, geslacht, geaardheid of handicap mee mag en kan doen.

New cards
25

Migreren

Verhuizen naar een ander land.

New cards
26

Gastarbeiders

Mensen die tijdelijk naar een ander land verhuizen om daar arbeid te verrichten.

New cards
27

Restrictief toelatingsbeleid

Beleid waarbij strenge voorwaarden worden gesteld aan het toelaten van migranten.

New cards
28

Vluchteling

Iemand die zijn woonplaats of land moet verlaten vanwege oorlogsgeweld of omdat hij gevaar loopt vervolgd te worden vanwege geloof, politieke overtuiging of seksuele geaardheid.

New cards
29

Asielzoeker

Iemand die asiel aanvraagt.

New cards
30

Arbeidsmigrant

Iemand die verhuist naar een ander land om daar te gaan werken.

New cards
31

Kennismigrant

Iemand die verhuist naar een ander land omdat daar grote behoefte is aan zijn kennis.

New cards
32

Volgmigratie

Migratie als gevolg van gezinshereniging en gezinsvorming.

New cards
33

Illegalen

Mensen die geen wettige toestemming hebben om in een land te wonen en te werken.

New cards
34

Verzorgingsstaat

Een staat waarin de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.

New cards
35

Welvaart

De mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoeften te vervullen.

New cards
36

Welzijn

De mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.

New cards
37

Solidariteit

De bereidheid van een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.

New cards
38

Collectief belang

Gemeenschappelijk belang

New cards
39

Sociale grondrechten

Grondrechten ter bevordering van het welzijn waarvoor een actief optreden van de overheid vereist is.

New cards
40

Maatschappelijk middenveld

Organisaties die tussen de overheid en de individuele burger in staan en die verschillende groepen vertegenwoordigen.

New cards
41

Particulier initiatief

Organisaties die opgezet worden door burgers.

New cards
42

Sociale partners

De werknemers- en werkgeversorganisaties.

New cards
43

Collectieve arbeidsovereenkomst

Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers uit een bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden.

New cards
44

Poldermodel

Nederlandse democratische cultuur waarbij overheid, vakbonden en werkgevers bereid zijn compromissen te sluiten en met elkaar te overleggen.

New cards
45

Liberale verzorgingsstaat

Systeem met beperkte rol van de overheid, relatief weinig sociale voorzieningen, lage belastingen en premies en nadruk op vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.

New cards
46

Sociaaldemocratische verzorgingsstaat

Systeem met actieve rol van de overheid, relatief veel sociale voorzieningen, hoge belastingen en premies en nadruk op gelijkheid.

New cards
47

Corporatistische verzorgingsstaat

Systeem met aanvullende rol van de overheid, relatief veel invloed van het maatschappelijke middenveld en nadruk op samenwerking en het gezin.

New cards
48

Socialisatie

Het proces waarbij mensen bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken aanleren van de groep of groepen waar ze bijhoren.

New cards
49

Socialiserende instituties

Groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en gewoonten overdragen.

New cards
50

Sociale controle

De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden.

New cards
51

Sanctie

Maatregel om gedrag te stimuleren of af te keuren.

New cards
52

Internalisatie

Het proces waarbij mensen zich waarden, normen en gewoonten eigen maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun omgeving van hen verwacht.

New cards
53

Persoonlijke identiteit

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft.

New cards
54

Sociale identiteit

Het deel van het zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen waarmee iemand zich verbonden voelt.

New cards
55

Cultuurrelativisme

Visie waarin culturen gelijkwaardig aan elkaar zijn en waarin je het gedrag van de leden van een cultuurgroep alleen beoordeelt naar de maatstaven van die cultuur.

New cards
56

Cultuuruniversalisme

Visie waarin je uitgaat van universele waarden die voor iedereen op de wereld gelden en het gedrag van de leden van een cultuurgroep daaraan afmeet.

New cards
57

Etnocentrisme

Manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als middelpunt van alles en alle andere daaraan afmeet.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 41 people
... ago
4.5(2)
note Note
studied byStudied by 14 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 22 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 83 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 26 people
... ago
5.0(2)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (31)
studied byStudied by 16 people
... ago
4.7(3)
flashcards Flashcard (25)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (54)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (28)
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (120)
studied byStudied by 322 people
... ago
4.3(3)
flashcards Flashcard (32)
studied byStudied by 26 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (20)
studied byStudied by 100 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (29)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
robot