Een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
2
New cards
**Cultuur**
Alle waarden, normen, gewoonten en andere aangeleerde cultuurkenmerken die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
3
New cards
**Cultuurkenmerk**
Een eigenschap of gedraging die voortkomt uit de cultuur van mensen zoals waarden, normen en gewoonten.
4
New cards
**Socialisatiefunctie van cultuur**
Het proces waardoor de cultuur van de groep waar iemand bij hoort een deel van zijn persoonlijkheid bepaalt.
5
New cards
**Gemeenschappelijk referentiekader**
Alles wat mensen gezamenlijk bezitten aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.
6
New cards
**Gedragsregulering**
Sturing van het gedrag van mensen zodat het geordend en voorspelbaar verloopt.
7
New cards
**Dominante cultuur**
Alle waarden, normen en gewoonten en andere cultuurkenmerken die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend beschouwt.
8
New cards
**Subcultuur**
Een cultuur waarin sommige waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.
9
New cards
**Culturele diversiteit**
Het naast elkaar bestaan van veel verschillende subculturen en levensstijlen.
10
New cards
**Gender**
Culturele verschillen tussen mannen en vrouwen.
11
New cards
**Rolpatronen**
Algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te gedragen.
12
New cards
**Etnische subcultuur**
Cultuur van een groep mensen die zich onderling verbonden voelt door hun land van herkomst en de daarbij horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken.
13
New cards
**Tegencultuur**
Cultuur van groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen veranderen.
14
New cards
**Sociale cohesie**
De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.
15
New cards
**Wij-zij-denken**
Patroon waarbij de ene groep tegenover de andere staat en zichzelf doorgaans als ‘beter’ ziet.
16
New cards
**Categoriseren**
De wereld indelen in hokjes waarin mensen, voorwerpen of situaties automatisch een plaats krijgen
17
New cards
**Stereotype**
Een overdreven, vaststaand beeld van een groep mensen dat aan alle leden hetzelfde kenmerk of dezelfde kenmerken toeschrijft.
18
New cards
**Vooroordeel**
Een oordeel over iemand of een groep mensen dat niet gebaseerd is op feiten.
19
New cards
**Discriminatie**
Het ongelijk behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn.
20
New cards
**Racisme**
Het doen van kwetsende en vernederende uitspraken over of discriminatie van mensen op basis van huidskleur of afkomst.
21
New cards
**Institutioneel racisme**
Ongelijke behandeling op grond van huidskleur en afkomst vastgelegd in regels en procedures van organisaties en in ongeschreven regels, tradities en gewoonten
22
New cards
**Xenofobie**
Angst voor en afkeer van het vreemde.
23
New cards
**Polarisatie**
Proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen sterker worden waardoor ze steeds meer tegenover elkaar komen te staan.
24
New cards
**Inclusieve samenleving**
Een samenleving waarin iedereen ongeacht afkomst, geloof, geslacht, geaardheid of handicap mee mag en kan doen.
25
New cards
**Migreren**
Verhuizen naar een ander land.
26
New cards
**Gastarbeiders**
Mensen die tijdelijk naar een ander land verhuizen om daar arbeid te verrichten.
27
New cards
**Restrictief toelatingsbeleid**
Beleid waarbij strenge voorwaarden worden gesteld aan het toelaten van migranten.
28
New cards
**Vluchteling**
Iemand die zijn woonplaats of land moet verlaten vanwege oorlogsgeweld of omdat hij gevaar loopt vervolgd te worden vanwege geloof, politieke overtuiging of seksuele geaardheid.
29
New cards
**Asielzoeker**
Iemand die asiel aanvraagt.
30
New cards
**Arbeidsmigrant**
Iemand die verhuist naar een ander land om daar te gaan werken.
31
New cards
**Kennismigrant**
Iemand die verhuist naar een ander land omdat daar grote behoefte is aan zijn kennis.
32
New cards
**Volgmigratie**
Migratie als gevolg van gezinshereniging en gezinsvorming.
33
New cards
**Illegalen**
Mensen die geen wettige toestemming hebben om in een land te wonen en te werken.
34
New cards
Verzorgingsstaat
Een staat waarin de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.
35
New cards
Welvaart
De mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoeften te vervullen.
36
New cards
Welzijn
De mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.
37
New cards
Solidariteit
De bereidheid van een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.
38
New cards
Collectief belang
Gemeenschappelijk belang
39
New cards
Sociale grondrechten
Grondrechten ter bevordering van het welzijn waarvoor een actief optreden van de overheid vereist is.
40
New cards
Maatschappelijk middenveld
Organisaties die tussen de overheid en de individuele burger in staan en die verschillende groepen vertegenwoordigen.
41
New cards
Particulier initiatief
Organisaties die opgezet worden door burgers.
42
New cards
Sociale partners
De werknemers- en werkgeversorganisaties.
43
New cards
Collectieve arbeidsovereenkomst
Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers uit een bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden.
44
New cards
Poldermodel
Nederlandse democratische cultuur waarbij overheid, vakbonden en werkgevers bereid zijn compromissen te sluiten en met elkaar te overleggen.
45
New cards
Liberale verzorgingsstaat
Systeem met beperkte rol van de overheid, relatief weinig sociale voorzieningen, lage belastingen en premies en nadruk op vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
46
New cards
Sociaaldemocratische verzorgingsstaat
Systeem met actieve rol van de overheid, relatief veel sociale voorzieningen, hoge belastingen en premies en nadruk op gelijkheid.
47
New cards
Corporatistische verzorgingsstaat
Systeem met aanvullende rol van de overheid, relatief veel invloed van het maatschappelijke middenveld en nadruk op samenwerking en het gezin.
48
New cards
**Socialisatie**
Het proces waarbij mensen bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken aanleren van de groep of groepen waar ze bijhoren.
49
New cards
**Socialiserende instituties**
Groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en gewoonten overdragen.
50
New cards
**Sociale controle**
De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden.
51
New cards
**Sanctie**
Maatregel om gedrag te stimuleren of af te keuren.
52
New cards
**Internalisatie**
Het proces waarbij mensen zich waarden, normen en gewoonten eigen maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun omgeving van hen verwacht.
53
New cards
**Persoonlijke identiteit**
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft.
54
New cards
**Sociale identiteit**
Het deel van het zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen waarmee iemand zich verbonden voelt.
55
New cards
**Cultuurrelativisme**
Visie waarin culturen gelijkwaardig aan elkaar zijn en waarin je het gedrag van de leden van een cultuurgroep alleen beoordeelt naar de maatstaven van die cultuur.
56
New cards
**Cultuuruniversalisme**
Visie waarin je uitgaat van universele waarden die voor iedereen op de wereld gelden en het gedrag van de leden van een cultuurgroep daaraan afmeet.
57
New cards
**Etnocentrisme**
Manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als middelpunt van alles en alle andere daaraan afmeet.