Kwaliteitsvolle instructies, toets- en examenvragen – Taalgericht evalueren en beoordelen (7c)

Welke twee hoofdvormen van evalueren worden onderscheiden op basis van hun doel (proces vs. product)?

• Formatief evalueren

• Summatief evalueren

Wat is formatief evalueren?

Richt zich op het leerproces.

Wat is summatief evalueren?

Richt zich op het eindproduct (beoordeling)

Wat zijn twee veelvoorkomende valkuilen bij het evalueren van leerlingen in een taalgerichte context?

• Te snel schooltaal verwachten zonder te kijken waar de leerling zich bevindt.

• Te weinig oog hebben voor de samenhang (relaties en processen) in de antwoorden.

Waarop ligt de focus bij het plannen van formatieve evaluatie?

• Het observeren van de leerling.

• Het geven van gerichte feedback om het leerproces te sturen.

Wat zijn belangrijke aandachtspunten bij summatieve toetsing binnen taalgericht vakonderwijs?

• Expliciteer de eisen en geef gedifferentieerde feedback.

• Gebruik ook andere toetsvormen die gericht zijn op taalproductie, niet alleen traditionele toetsen.

Welke vier stappen doorloop je om een goede evaluatiekeuze te maken?

• 1 & 2: Leg vak- en taaldoelen vast en plan formatieve momenten in.

• 3 & 4: Bedenk een betekenisvolle afrondingsopdracht en expliciteer de beoordelingscriteria.

Noem drie instrumenten om taalgericht te toetsen naast de standaard gesloten vragen.

• Schrijfopdrachten (met checklist/beoordelingsschaal).

• Prestaties met proces- en/of productevaluatie.

• Persoonlijke gesprekken.

Waar staat de afkorting VRIP voor bij kwaliteitsvol evalueren?

Valide, Betrouwbaar (Reliable), Transparant (Inzichtelijk) en Praktisch haalbaar.

Wat betekent het criterium Validiteit bij een toets?

Er wordt daadwerkelijk getoetst wat er getoetst moet worden (meet je wat je wilt weten?).

Wanneer is een evaluatie Betrouwbaar?

Als de uitkomst zo veel mogelijk herhaalbaar en consistent is (onafhankelijk van toeval of moment).

Wat houdt het criterium Transparant in voor de leerling?

De beoordeling en de criteria moeten vooraf helder en duidelijk zijn voor de leerling.

Welke twee aspecten zijn cruciaal bij het formuleren van toetsvragen om taalbelemmeringen te voorkomen?

• Begrijpelijkheid van de vraagstelling.

• Duidelijkheid en eenduidigheid (maar één uitleg mogelijk).

Hoeveel niveaus telt de herziene Taxonomie van Bloom en wat is de volgorde (laag naar hoog)?

Zes niveaus: Onthouden, Begrijpen, Toepassen, Analyseren, Evalueren, Creëren.

Wat moeten leerlingen doen op het niveau van Onthouden (Bloom)?

Informatie herinneren, herkennen, beschrijven, opsommen of benoemen.

Wat houdt het niveau Begrijpen in?

Ideeën of concepten kunnen uitleggen, samenvatten, interpreteren of classificeren.

Wat definieert het niveau Toepassen?

Informatie in een andere context gebruiken, iets uitvoeren of hanteren.

Wat wordt er verwacht bij het denkniveau Analyseren?

Informatie opdelen in stukken om verbanden/relaties te onderzoeken (vergelijken, onderscheiden, organiseren).

Wat doet een leerling op het niveau Evalueren?

Een besluit of gebeurtenis rechtvaardigen, bekritiseren, beoordelen of controleren.

Wat is het hoogste niveau van Bloom (Creëren) en wat doen leerlingen hier?

Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren (ontwerpen, plannen, bouwen).

Wat is LOTS?

Lower Order Thinking Skills (Onthouden, Begrijpen).

Wat is HOTS?

Higher Order Thinking Skills (Analyseren, Evalueren, Creëren). (Noot: 'Toepassen' vormt vaak de brug tussen beide).

Waarop moet je letten bij kritische reflectie op je eigen lesmateriaal?

• Heb je rekening gehouden met talige struikelblokken (CAT/DAT) en de drie pijlers van TVO?.

• Voldoen de vragen aan de criteria voor goede vraagstelling en diverse denkniveaus?.