1/74
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Chemische evolutie
Vorming van de stoffen waaruit de eerste eencellige kon ontstaan
Organische stoffen
Grote, ingewikkeld gebouwde moleculen, zijn meestal afkomstig van organismen en bevatten altijd een of meer atomen koolstof en waterstof
Anorganische stoffen
Kleine, eenvoudig gebouwde moleculen, komen zowel voor in organismen als in de levenloze natuur
Miller-Urey-experiment
Experiment dat ontstaan van organische verbindingen (uit anorganische verbindingen) in de oeratmosfeer nabootst.
Oersoep
Mengsel van organische stoffen in de zee
Zelforganisatie
Ontstaan van eenheden met nieuwe eigenschappen op een hoger organisatieniveau
Black smokers
Vulkanische schoorstenen waar onder hogedruk water tot 400 graden uit de zeebodem spuit
Prokaryoot
Eencellig organisme zonder celkern of andere zichtbare organellen (bacteriën en archaea)
Cirkelvormig chromosoom
Cirkelvorming DNA-molecuul
Anaeroob
Kan leven in een milieu zonder zuurstof
Heterotroof
Niet in staat zelf organische stoffen te maken, neemt organische stoffen op als voedsel.
Bacteriën
Eencelligen zonder kern of interne membranen
Autotroof
In staat om organische stoffen te vormen uit anorganische stoffen en energie
Aeroob
Gebruikt zuurstof om organische stoffen af te breken (verbranding) voor de energievoorziening. Heeft dus zuurstof nodig om te leven.
Eukaryoot
Organisme met cellen met een celkern, dubbele membranen en organellen
Endosymbiosetheorie
Eukaryoten ontstonden uit prokaryoten: door instulping van het celmembraan rondom het DNA ontstonden een kernmembraan, de celkern en het endoplasmatisch reticulum
Biodiversiteit
Verscheidenheid aan organismen
Archaea
Eencelligen zonder kern of interne membranen, kunnen leven onder extreme omstandigheden
Celwand
Stevig laagje om een cel heen
Chlorofyl
Bladgroen
Genus (geslacht)
Groep die bestaat uit soorten die zich uit eenzelfde voorouder hebben ontwikkeld.
Flagel
Zweephaar of zweepstaart, dient vaak voor voortbeweging
Plasmiden
Kleine cirkelvormige chromosomen
Virus
Deeltje dat bestaat uit een kern van erfelijk materiaal omgeven door een eiwitmantel
DNA-virussen
Een virus waarvan het erfelijk materiaal uit DNA bestaat
RNA-virussen
Een virus waarvan het erfelijk materiaal uit RNA bestaat
Eiwitmantel
Ook wel capside genoemd, omgeeft het erfelijk materiaal bij een virus
Schimmels
Heterotrofe organismen, belangrijk voor de afbraak van organische stoffen in de natuur
Genen
Stukjes DNA die coderen voor een eigenschap
Epigenetica
Onderzoek naar de invloed van milieufactoren op genexpressie
Milieufactoren
Factoren uit de niet-levende natuur die invloed hebben op het leven van een organisme
Genexpressie
Het tot uiting komen van genen in het fenotype. Basically, welke genen tot uiting komen die je kan zien.
Fenotype
Alle waarneembare eigenschappen van een organisme
Natuurlijke selectie
De beste aangepaste organismen kunnen zich voortplanten en geven vervolgens hun genen door aan hun nakomelingen
Genetische variatie
Verscheidenheid in genotypen binnen een populatie
Genotype
Verzameling van alle erfelijke informatie van een organisme
Recombinatie
Het herverdelen van erfelijke eigenschappen
Meiose
Proces waarbij het aantal chromosomen van een cel wordt gereduceerd
Geslachtelijke voorplanting
Door celfusie ontstaan nakomelingen met erfelijke eigenschappen van beide ouders
Mutaties
Verandering in genen door fouten bij replicatie
Overlevingskans
Kans van een organismen op overleven
Selectiedruk
De invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
Fitness of voortplantingssucces
Kans van een individu op het voortbrengen van nakomelingen
Adaptatie
Mate van aanpassing van ene populatie aan de omgeving
Soort
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze in staat zijn zich onderling voort te planten en daarbij vruchtbare nakomelingen voort te brengen
Populatie
Groep individuen van dezelfde soort die leven in een bepaald gebied en zich onderling voortplanten
Gene flow
Uitwisseling van genen tussen populaties van dezelfde soort door migratie en/of onderlinge voortplanting
Genenpool
Verzameling van alle genen in een populatie
Allel
Bepaalde variant van een gen
Allelfrequentie
Hoe vaak een allel in de populatie voorkomt (waarde tussen 0 en 1)
Regel van Hardy-Weinberg
Zonder selectiedruk blijft in een grote populatie de allelfrequentie constant door willekeurige overerving
Homozygoot
Twee dezelfde allelen
Heterozygoot
Twee verschillende allelen
Seksuele selectie
Eigenschappen van seksuele partners beïnvloeden hun voortplantingskans
Kunstmatige selectie
Overlevingskansen spelen geen rol in de voortplantingskans, alleen de wensen van de mensen
Co-evolutie
Een evoluerende soort beïnvloedt de evolutie van een andere soort. Denk aan de slang en giftige kikker.
Inteelt
Individuen die een recente gemeenschappelijke voorouders hebben, paren met elkaar; als de parende individuen allebei een recessief gemuteerd gen van de voorouders hebben gekregen, kan dit gen bij de nakomeling tot uiting komen (Aa x Aa → aa)
Genetic drift
Verschijnsel dat in kleine populaties grote verschuivingen in allelfrequenties kunnen optreden
Flessenhalfseffect (bottleneck effect)
Sterke afname van het aantal individuen van een populaties, waardoor genetic drift kan optreden.
Stichtereffect (founder effect)
Vestiging van een klein deel van een populatie in een nieuw gebied, waardoor genetic drift kan optreden.
Reproductieve isolatie
Gedurende lange tijd ontbreken van voortplanting tussen de individuen van twee of meer populaties
Allopatrische soortvorming
Soortvorming ten gevolge van geografische isolatie
Eilandtheorie
Theorie dat soortvorming kan plaatsvinden door reproductieve isolatie en adaptatie van over verschillende eilanden verspreide populaties
Sympatrische soortvorming
Soortvorming door reproductieve isolatie zonder geografische scheiding, bijvoorbeeld door verschil in gedrag
Polyploïde
In een populatie ontstaan planten met een meervoud van het diploïde aantal chromosomen; hierdoor kan een nieuwe soort ontstaan
Homologie
Overeenkomstige vorm door verwantschap, de functie kan verschillen
Divergentie
Door aanpassing aan verschillende milieus hebben organen of ledematen een verschillende functie gekregen; het gemeenschappelijke bouwplan verandert niet
Verwantschap
Hoeveel genetische informatie overeenkomt tussen twee soorten
Analoog
Overeenkomstige vorm en functie die niet berust op verwantschap
Convergentie
Door aanpassing aan hetzelfde milieu zijn bij niet-verwanteorganismen organen met een vergelijkbare functie ontstaan
DNA-analyse
Het bepalen van de specifieke nucleotidenvolgorde van DNA
Afstamming
Genetische voorgeschiedenis van een individu of soort
Clade
Groep soorten die bestaat uit één voorouders en alle nakomelingen daarvan
Cladogram
Schematische weergaven van de verwantschap tussen de soorten van een clade
Radioactieveisotopen
Instabiele atomen die langzaam uiteenvallen in andere atomen