natuur en techniek hoofdstuk 3 instandhouding

studied byStudied by 12 people
4.0(1)
Get a hint
Hint

zonlicht bevat

1 / 204

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

205 Terms

1

zonlicht bevat

energie

New cards
2

koolzuurgas is

co2

New cards
3

glucose

basis voor andere stoffen(brandstoffen)

New cards
4

assimilatie

het maken van bouw,brand en reservestoffen

New cards
5

dissimilatie

hierbij komt er energie vrij, en afbraak van stoffen binnen een cel.

New cards
6

welke processen vinden plaats in cel

assimilatie

dissimilatie

fotosynthese

opbouwen van moleculen

afbreken van grote moleculen tot kleinere moleculen

New cards
7

stofwisseling

assimilatie

dissimilatie

fotosynthese

New cards
8

glycogeen

lange keten van glucose moleculen

New cards
9

wat heb je nodig voor fotosynthese

groene plantcellen koolzuurgas

water

cellen

New cards
10

restproduct van fotosynthese is

zuurstof gedeelde wordt gebeurt voor dissimilatie

New cards
11

organen van een plant

-bladeren zijn de zonlichtverzamelers

-huidmondjes zijn kleine afsluitbare gaatjes

-wortels die zorgen dat een plant stevig blijft

New cards
12

groene cellen maken in bladeren

glucose maken

New cards
13

transportweefsel

weefsel bestaat uit holle buisjes die vanuit punt van wortel via stengel naar topjes van de bladeren.

New cards
14

2 type transportvaten

houtvaten

bastvaten

New cards
15

houtvaten

vervoeren water met opgeloste mineralen.(omhoog v wortels naar bladeren)

New cards
16

bastvaten

vervoeren glucose en andere stoffen. gaat eerst omlaag van bladeren naar wortels. wortels is meestal opslag als andere delen van glucose nodig hebben.

New cards
17

spijsverteringsstelsel begint bij

de mond

New cards
18

spijsvertering gaat via

slokdarm naar maag naar darmen

New cards
19

via bloed komen

voedseldeeltjes terecht bij de lever

New cards
20

de levercel bewerkt

de voedseldeeltje en maakt andere stoffen ervan. bewerkte delen komen terecht in delen van het lichaam

New cards
21

voedseldeeltjes bouwen

bouwstoffen en brandstoffen

New cards
22

afbreken van glucose levert

energie op

New cards
23

voor de afbraak van glucose zijn er

lichaamscellen nodig

New cards
24

elke keer als je ademt

krijg je nieuwe zuurstof binnen

New cards
25

longcellen nemen

zuurstof op en geven het aan de bloedcellen, via bloed kan het elke plek in de lichaam bereiken.

New cards
26

lichaamscellen maken ook

afvalstoffen aan dit geven ze aan het bloed. bloed kot weer bij de longen.

New cards
27

nieren zorgen

dat andere afvalstoffen lichaam verlaten

New cards
28

waarom is er een spijsverteringstelsel

je lichaam kan de stoffen die je eet niet zomaar opnemen, daarvoor moet je voedsel eerst verteren.

New cards
29

verteren

voedsel wordt in kleinere stukken afgebroken

New cards
30

door verteren

komen er voedingsstoffen beschikbaar

New cards
31

pas als voedseldeeltjes klein genoeg zijn

kunnen de darmen het opnemen

New cards
32

spijsverteringskanaal is hetzelfde als

darmkanaal

New cards
33

spijsverteringskanaal houdt in dat

lange kronkelige buis van mond tot anus

New cards
34

wat helpt om iets te verteren

stoffen die geleverd worden door

-speekselklieren

-lever

-alvleesklier

New cards
35

na de 12vingerige darm

vindt opname van voedingsstoffen plaats

New cards
36

bij verteren

breken stoffen af maar niet binnen cel

New cards
37

vertering levert niet direct

energie op

New cards
38

eerste stap van verteren is

begint in de mond(tand en kiezen moeten het eerst kauwen)

New cards
39

in speeksel zit

verteringsenzymen

New cards
40

je hebt twee soorten vertering

chemische en mechanische

New cards
41

chemische vertering

voedsel wordt met behulp van moleculen verteert

New cards
42

slokdarm

duwt voedselbrij door de maag

New cards
43

achter de voedselbrij

trekken kringspieren zich samen ( dit noem je darmperistaltiek)

New cards
44

darmperistaltiek

samentrekken van spieren in de darmen net achter de voedselbrij

New cards
45

maag

een verdikt, zakvormige gedeelte van het darmkanaal

New cards
46

de maag maakt

maagsappen

New cards
47

sappen

bestaan uit slijm, zoutzuur en verteringsenzymen

New cards
48

wat doet zoutzuur

verteren en beschermen

New cards
49

overgeefsel smaakt zuur omdat

door zoutzuur uit de maag

New cards
50

twee organen geven hun verteringstappen af aan

De alvleesklier en de lever

New cards
51

wat doet de alvleesklier

maakt verschillende verteringsenzymen aan

New cards
52

lever maakt

gal aan en geeft het door aan de galblaas

New cards
53

De galblaas is

de opslagruimte voor de gal

New cards
54

De gal helpt bij

vertering van vetten

New cards
55

galblaas mondt uit in

de 12vingerige darm

New cards
56

dunne darm

gaat vertering in verder. Dit darm bevat darmklieren die darmsappen produceren

New cards
57

darmsappen

zijn de laatste enzymen die het lichaam aan de voedselbrij toevoegt

New cards
58

voedselbrij

eten dat iemand heeft gegeten gemengd met speeksel

New cards
59

belangrijkste functie van de dunne darm

voedsel zo goed mogelijk verteren zo dat darmcellen het opnemen

New cards
60

om zo veel mogelijk voedingsstoffen te vangen moet er

zoveel mogelijke cellen in aanraking komen met de voedselbrij

New cards
61

De lengte van de dunne darm is

6M

New cards
62

dikke darm

maakt geen eigen verteringsenzymen aan, deze darm heeft een leger van bacteriën. deze verteren voedselresten die lichaam niet kan ze halen nuttige stoffen eruit.

New cards
63

dunne darm eindigt in de

dikke darm

New cards
64

bacteriële vertering

als er bacteriën nodig zijn voor goede vertering, vooral in dikke, dunne en endeldarm

New cards
65

nadeel van bacteriële vertering is

bacteriën produceren gas, gevolg is scheet

New cards
66

dikke darm neemt

nuttige stoffen en water op

New cards
67

laatste gedeelte van dikke darm is

endeldarm

New cards
68

endeldarm

is de verzamelplek voor onverteerd voedselresten, bacteriën en afvalstoffen. Deze darm neemt ook nuttige stoffen uit voedselbrij op

New cards
69

einde van endeldarm is

anus

New cards
70

anus

is kringspier die darm goed afsluit als deze spier zich ontspant is er onlasting

New cards
71

wat hebben cellen nodig voor hun energie

brandstoffen

New cards
72

ademhalingsstelsel

zorgt ervoor dat zuurstof ui de lucht om ons heen in onze lichaam terecht komt

New cards
73

Belangrijkste deel van de ademhalingsstelsel

longen

New cards
74

de longen vervoeren

het bloed en de zuurstof naar alle cellen in het lichaam

New cards
75

neusholte verwarmt

ingeademde lucht

New cards
76

lucht die vies ruikt kan betekenen

dat er schadelijke stoffen zitten

New cards
77

luchtpijp

is een buis die aan voorkomen van je nek naar beneden loopt

New cards
78

ingeademde lucht stroomt via

neus en mond via keel naar luchtpijp

New cards
79

10cm onder je nek

splitst luchtpijp zich

New cards
80

de twee kleinere buizen waarin de luchtpijp splitst heet

bronchiën

New cards
81

binnenkant van de luchtpijp en bronchiën

zitten veel gevoelige trilharen

New cards
82

trilharen

zijn kleine haartjes die stofdeeltjes en ziekteverwekkers

New cards
83

de haren duwen

onzuiverheden naar keel toe deze worden weggeslikt en uitgehoest

New cards
84

elke bronchus mondt uit

in een long. hier vertakken de bronchieen zich tot steeds kleinere buisjes

New cards
85

longblaasjes

zijn gevuld met lucht en hebben een dunne wand. Aan de andere kant van de wand liggen kleine bloedvaten(haarvaten)

New cards
86

zuurstof verplaatst zich

van longblaasje naar het bloed in haarvaten

New cards
87

bloed vervoert

zuurstof naar alle cellen in het lichaam

New cards
88

een van de afvalstoffen van cellen is

koolzuurgas

New cards
89

gasuitwisseling

bloed brengt co2 naar longblaasje. vanuit hier gaat het samen met de longen co2 uit adem. gassen(o2) en zuurstof ( co2) wisselen met elkaar

New cards
90

om in te ademen gebeuren er 2 dingen

-middenrif trekt samen

-in ademen met de ribben doordat de rib omhoog beweegt en naar voren ontstaat er ruimte voor je long

New cards
91

middenrif

gespierd vlees dat als een hoepel onder longen ligt

New cards
92

een functie van bloed is

dat het alle stoffen door het lichaam vervoert

New cards
93

bloed bestaat uit twee onderdelen

bloedplasma en bloedcellen

New cards
94

bloedplasma

is een vloeistof

New cards
95

bloedcellen bestaan

grotendeels uit rode bloedcellen

New cards
96

rode bloedcellen

platte cellen met aan beide kant een kuiltje. deze cellen geven het bloed kleur. in deze cel zit veel hemoglobine

New cards
97

hemoglobine

eiwit dat veel zuurstof kan vasthouden

New cards
98

rode bloedcellen vervoeren

zuurstof

New cards
99

bloedplasma vervoert

-voedingsstoffen

-afvalstoffen

-regulerend stoffen

New cards
100

witte bloedcellen

bestrijden ziekteverwekkers die het lichaam zijn binnengedrongen

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 54 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 17 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 34 people
... ago
4.7(3)
note Note
studied byStudied by 183 people
... ago
4.8(4)
note Note
studied byStudied by 23 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (21)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (200)
studied byStudied by 16 people
... ago
4.7(6)
flashcards Flashcard (28)
studied byStudied by 52 people
... ago
4.8(5)
flashcards Flashcard (25)
studied byStudied by 78 people
... ago
4.5(2)
flashcards Flashcard (96)
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (48)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (197)
studied byStudied by 20 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (56)
studied byStudied by 40 people
... ago
5.0(1)
robot