Looks like no one added any tags here yet for you.
zonlicht bevat
energie
koolzuurgas is
co2
glucose
basis voor andere stoffen(brandstoffen)
assimilatie
het maken van bouw,brand en reservestoffen
dissimilatie
hierbij komt er energie vrij, en afbraak van stoffen binnen een cel.
welke processen vinden plaats in cel
assimilatie
dissimilatie
fotosynthese
opbouwen van moleculen
afbreken van grote moleculen tot kleinere moleculen
stofwisseling
assimilatie
dissimilatie
fotosynthese
glycogeen
lange keten van glucose moleculen
wat heb je nodig voor fotosynthese
groene plantcellen koolzuurgas
water
cellen
restproduct van fotosynthese is
zuurstof gedeelde wordt gebeurt voor dissimilatie
organen van een plant
-bladeren zijn de zonlichtverzamelers
-huidmondjes zijn kleine afsluitbare gaatjes
-wortels die zorgen dat een plant stevig blijft
groene cellen maken in bladeren
glucose maken
transportweefsel
weefsel bestaat uit holle buisjes die vanuit punt van wortel via stengel naar topjes van de bladeren.
2 type transportvaten
houtvaten
bastvaten
houtvaten
vervoeren water met opgeloste mineralen.(omhoog v wortels naar bladeren)
bastvaten
vervoeren glucose en andere stoffen. gaat eerst omlaag van bladeren naar wortels. wortels is meestal opslag als andere delen van glucose nodig hebben.
spijsverteringsstelsel begint bij
de mond
spijsvertering gaat via
slokdarm naar maag naar darmen
via bloed komen
voedseldeeltjes terecht bij de lever
de levercel bewerkt
de voedseldeeltje en maakt andere stoffen ervan. bewerkte delen komen terecht in delen van het lichaam
voedseldeeltjes bouwen
bouwstoffen en brandstoffen
afbreken van glucose levert
energie op
voor de afbraak van glucose zijn er
lichaamscellen nodig
elke keer als je ademt
krijg je nieuwe zuurstof binnen
longcellen nemen
zuurstof op en geven het aan de bloedcellen, via bloed kan het elke plek in de lichaam bereiken.
lichaamscellen maken ook
afvalstoffen aan dit geven ze aan het bloed. bloed kot weer bij de longen.
nieren zorgen
dat andere afvalstoffen lichaam verlaten
waarom is er een spijsverteringstelsel
je lichaam kan de stoffen die je eet niet zomaar opnemen, daarvoor moet je voedsel eerst verteren.
verteren
voedsel wordt in kleinere stukken afgebroken
door verteren
komen er voedingsstoffen beschikbaar
pas als voedseldeeltjes klein genoeg zijn
kunnen de darmen het opnemen
spijsverteringskanaal is hetzelfde als
darmkanaal
spijsverteringskanaal houdt in dat
lange kronkelige buis van mond tot anus
wat helpt om iets te verteren
stoffen die geleverd worden door
-speekselklieren
-lever
-alvleesklier
na de 12vingerige darm
vindt opname van voedingsstoffen plaats
bij verteren
breken stoffen af maar niet binnen cel
vertering levert niet direct
energie op
eerste stap van verteren is
begint in de mond(tand en kiezen moeten het eerst kauwen)
in speeksel zit
verteringsenzymen
je hebt twee soorten vertering
chemische en mechanische
chemische vertering
voedsel wordt met behulp van moleculen verteert
slokdarm
duwt voedselbrij door de maag
achter de voedselbrij
trekken kringspieren zich samen ( dit noem je darmperistaltiek)
darmperistaltiek
samentrekken van spieren in de darmen net achter de voedselbrij
maag
een verdikt, zakvormige gedeelte van het darmkanaal
de maag maakt
maagsappen
sappen
bestaan uit slijm, zoutzuur en verteringsenzymen
wat doet zoutzuur
verteren en beschermen
overgeefsel smaakt zuur omdat
door zoutzuur uit de maag
twee organen geven hun verteringstappen af aan
De alvleesklier en de lever
wat doet de alvleesklier
maakt verschillende verteringsenzymen aan
lever maakt
gal aan en geeft het door aan de galblaas
De galblaas is
de opslagruimte voor de gal
De gal helpt bij
vertering van vetten
galblaas mondt uit in
de 12vingerige darm
dunne darm
gaat vertering in verder. Dit darm bevat darmklieren die darmsappen produceren
darmsappen
zijn de laatste enzymen die het lichaam aan de voedselbrij toevoegt
voedselbrij
eten dat iemand heeft gegeten gemengd met speeksel
belangrijkste functie van de dunne darm
voedsel zo goed mogelijk verteren zo dat darmcellen het opnemen
om zo veel mogelijk voedingsstoffen te vangen moet er
zoveel mogelijke cellen in aanraking komen met de voedselbrij
De lengte van de dunne darm is
6M
dikke darm
maakt geen eigen verteringsenzymen aan, deze darm heeft een leger van bacteriën. deze verteren voedselresten die lichaam niet kan ze halen nuttige stoffen eruit.
dunne darm eindigt in de
dikke darm
bacteriële vertering
als er bacteriën nodig zijn voor goede vertering, vooral in dikke, dunne en endeldarm
nadeel van bacteriële vertering is
bacteriën produceren gas, gevolg is scheet
dikke darm neemt
nuttige stoffen en water op
laatste gedeelte van dikke darm is
endeldarm
endeldarm
is de verzamelplek voor onverteerd voedselresten, bacteriën en afvalstoffen. Deze darm neemt ook nuttige stoffen uit voedselbrij op
einde van endeldarm is
anus
anus
is kringspier die darm goed afsluit als deze spier zich ontspant is er onlasting
wat hebben cellen nodig voor hun energie
brandstoffen
ademhalingsstelsel
zorgt ervoor dat zuurstof ui de lucht om ons heen in onze lichaam terecht komt
Belangrijkste deel van de ademhalingsstelsel
longen
de longen vervoeren
het bloed en de zuurstof naar alle cellen in het lichaam
neusholte verwarmt
ingeademde lucht
lucht die vies ruikt kan betekenen
dat er schadelijke stoffen zitten
luchtpijp
is een buis die aan voorkomen van je nek naar beneden loopt
ingeademde lucht stroomt via
neus en mond via keel naar luchtpijp
10cm onder je nek
splitst luchtpijp zich
de twee kleinere buizen waarin de luchtpijp splitst heet
bronchiën
binnenkant van de luchtpijp en bronchiën
zitten veel gevoelige trilharen
trilharen
zijn kleine haartjes die stofdeeltjes en ziekteverwekkers
de haren duwen
onzuiverheden naar keel toe deze worden weggeslikt en uitgehoest
elke bronchus mondt uit
in een long. hier vertakken de bronchieen zich tot steeds kleinere buisjes
longblaasjes
zijn gevuld met lucht en hebben een dunne wand. Aan de andere kant van de wand liggen kleine bloedvaten(haarvaten)
zuurstof verplaatst zich
van longblaasje naar het bloed in haarvaten
bloed vervoert
zuurstof naar alle cellen in het lichaam
een van de afvalstoffen van cellen is
koolzuurgas
gasuitwisseling
bloed brengt co2 naar longblaasje. vanuit hier gaat het samen met de longen co2 uit adem. gassen(o2) en zuurstof ( co2) wisselen met elkaar
om in te ademen gebeuren er 2 dingen
-middenrif trekt samen
-in ademen met de ribben doordat de rib omhoog beweegt en naar voren ontstaat er ruimte voor je long
middenrif
gespierd vlees dat als een hoepel onder longen ligt
een functie van bloed is
dat het alle stoffen door het lichaam vervoert
bloed bestaat uit twee onderdelen
bloedplasma en bloedcellen
bloedplasma
is een vloeistof
bloedcellen bestaan
grotendeels uit rode bloedcellen
rode bloedcellen
platte cellen met aan beide kant een kuiltje. deze cellen geven het bloed kleur. in deze cel zit veel hemoglobine
hemoglobine
eiwit dat veel zuurstof kan vasthouden
rode bloedcellen vervoeren
zuurstof
bloedplasma vervoert
-voedingsstoffen
-afvalstoffen
-regulerend stoffen
witte bloedcellen
bestrijden ziekteverwekkers die het lichaam zijn binnengedrongen