1/59
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Plasmamembraan
Het buitenmembraan waarmee alle cellen omgeven zijn - buitenste omhulling van de cel
Nucleus of kern
Membraangebonden compartiment dat het genetisch materiaal van de cel herbergt en functioneert als het 'informatiecentrum'
Cytosol
Zachte, gelachtige vloeistof in het cytoplasma
Cytoplasma
Omvat alles in de cel buiten de kern
Celorganellen
Microscopische kleine structuren in het cytosol
Microvilli
Microscopisch kleine projecties van het plasmamembraan
Lichtmicroscoop LM
Gebruikt zichtbaar licht om een klein monster te verlichten dat bekeken wordt via een vergrotende lens
Transmissie-elektronenmicroscoop (TEM)
Bombardeert dunne plak van een object met een bundel elektronen
Scanning elektronenmicroscoop (SEM)
Maakt gebruik van een elektronenbundel om het oppervlak van een object te scannen waardoor een 3D beeld van het buitenoppervlak bestaat
Organellen
Membraangebonden structuren van een cel
Kernmembraan
Dubbellaags membraan in de buitenoppervlakte van de kern
Ribosomen
Kleine structuren samengesteld uit RNA en bepaalde eiwitten die vrij in cytosol zweven of zijn vastgemaakt aan het endoplasmatisch reticulum
Endoplasmatisch reticulum
Celorganel dat de meeste biologische moleculen synthetiseert
Golgi-apparaat
Raffinage-, verpakking- en verzendcentrum van de cel
Blaasjes
Membraangebonden bolletjes die iets in de cel omsluiten
Blaasjes die cellulaire producten verzenden en opslaan
Blaasjes die producten van ER en Golgi-apparaat omsluiten en transporteren
Secretoire blaasjes
Blaasjes die producten bevatten bestemd voor export vanuit de cel
Endocytotische blaasjes
Blaasjes die bacteriën en grondstoffen uit de extracellulaire omgeving omsluiten
Peroxisomen
Enzymen voor afbraak van giftige afvalstoffen geproduceerd in de cel of van buitenaf binnengedrongen
Lysosomen
Spijsverteringsenzymen
Restlichamen
Kleine zakjes samengeperst afval
Mitochondrieën
Energiecentrales van de cel
Eiwit-enzymen
Katalysatoren om voedsel af te breken en energie vrij te maken
Cytoskelet
Losjes gestructureerd netwerk van vezels, microtubuli en microfilamenten
Microtubili
Kleine holle buisjes
Microfilamenten
Dunne, vaste vezels
Cilia
Haarachtige structuur in de cel
Flagella
Haarachtige structuur in de cel, langer dan cilia
Centriolen
Korte, staafvormige microtubulaire structuren die zich in de buurt van de kern bevinden - essentieel voor proces van celdeling
Plasmamembraan (definitie 2)
Uitwendige structuur van een levende cel, maakt beweging van sommige stoffen in en uit de cel mogelijk, beperkt de beweging van anderen en maakt de overdracht van informatie over het membraan mogelijk
Fosfolipiden
Lipiden met polaire kop en neutrale niet-polaire staarten
Passief transport
Transporteren van een molecule zonder dat een cel energie moet gebruiken, berust op het mechanisme van diffusie
Diffusie
Beweging van moleculen van het ene gebied naar het andere als resultaat van willekeurige beweging van moleculen in gas of vloeistof
Osmose
De netto diffusie van water over een selectief permeabel membraan
Osmotische druk
Vloeistofdruk die nodig is om osmose precies tegen te gaan
Ureum
Neutraal afvalproduct dat door nieren uit het lichaam verwijderd wordt
Gated
Onder bepaalde voorwaarden openen en sluiten
Actief transport
Kan stoffen door het plasmamembraan verplaatsen tegen hun concentratiegradiënt in
Natrium-kalium pomp
Natrium uit de cel en kalium in de cel
Endocytose
Verplaatst materialen de cel in
Exocytose
Verplaatst materialen de cel uit
Receptoreiwitten
Eiwitten die het plasmamembraan overspannen en informatie over het membraan ontvangen en verzenden
.
Natrium-kalium pomp (definitie 2)
Zorgt ervoor dat het volume van de cel constant blijft door stoffen die de cel niet nodig heeft weg te sturen (Na) en stoffen die hij wel nodig heeft op te nemen (K)
Toniciteit
Relatieve concentratie van opgeloste stoffen in twee vloeistoffen
Hypertoon
Concentratie buiten de cel is groter dan binnen de cel - cel krimpt
Hypotoon
Concentratie buiten de cel is kleiner dan binnen de cel - cel zwelt op
Metabolisme of stofwisseling
Som van alle chemische reacties die plaatsvinden in het organisme
Metabole route
Ene reactie volgt naar de andere in geordende en voorspelbare patronen
Lineair
Metabole route waarbij het product (eindmateriaal) van de ene reactie het substraat (startmateriaal) van de andere wordt
Cyclus
Cyclus waarin substraatmoleculen binnenkomen en productmoleculen weggaan, maar de fundamentele cyclus herhaalt zich keer op keer
Anabolisme
Moleculen samengevoegd tot grotere moleculen met meer energie - vereist energie
Katabolisme
Grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere moleculen - geeft energie vrij
Glucose
Suikermolecuul met 6 koolstofatomen, klein molecuul met veel potentiële energie in zijn bindingen
Glycolyse
Glucosemolecuul met 6 koolstofatomen opgesplitst in twee pyruvaatmoleculen met 3 koolstofatomen - energie nodig om proces om gang te krijgen
De voorbereidende stap
Ter voorbereiding op de citroenzuurcyclus komt pyruvaat een mitochondrion binnen - reeks chemische reacties levert acetyl CoA met 2 koolstofatomen en een beetje energie op
Citroenzuurcyckus
Acetyl CoA wordt volledig afgebroken door mitochondriale enzymes en zijn energie wordt losgelaten - meeste energie wordt opgevangen door hoogenergetische elektronentransportmoleculen
Elektronentransportsysteem
Meeste energie die afgeleid is van het originele glucose-molecule wordt gebruikt om ADP te fosfolyseren - ATP met hoge energie geproduceerd
Glycogeen
Opslagvorm glucose
Vetkatabolisme
Triglyceriden (opslagvorm vet) afgebroken tot glycerol en vetzuren
Anaëroob
Zonder zuurstof