1/88
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
un empire colonial
het koloniale rijk
exercer une influence
invloed uitoefenen.
la patrie
het vaderland
rassembler
samenbrengen
un soutien
een steun
la décolonisation
de dekolonisatie
d'outre-mer
overzees
la France métropolitaine
europees Frankrijk
(se) répandre
(zich) verspreiden
une langue officielle
de officiële taal
la diffusion
de verspreiding
un locuteur / une locutrice
spreker/ spreekster
une langue maternelle
een moedertaal
une langue d'enseignement
een onderwijstaal
une langue administrative
een administratieve taal
une langue véhiculaire
een voertaal
une menace
een bedreiging
un usage
een gebruik
francophone
franstalig (vs français !)
un étranger
een vreemdeling/ buitenlander
un réfugié
een vluchteling
un pays d'accueil
een gastland
une communauté
een gemeenschap
une coutume
een gewoonte/ een gebruik
l'indépendance (f)
de onafhankelijkheid
la laïcité
scheiding van Kerk en staat/ neutraal karakter
la séparation
de scheiding
la foi
het geloof
le judaïsme
het jodendom
le christianisme
het christendom
l'islam
de islam
le mariage civil / le mariage religieux
burgerlijk huwelijk / religieus huwelijk
le Moyen-Orient
het Nabije Oosten
la Méditerranée
de Middellandse Zee
l'Occident
het Westen
l'Orient
het Oosten (oosters)
le conformisme
de neiging tot het behouden en aanvaarden van de bestaande normen en gebruiken
l'Avant-garde
Vernieuwende groep
Effectuer un stage à l'étranger
Een stage in het buitenland doen
Avoir l'occasion de
Een kans hebben om
Aux alentours
In de omgeving
Un bénévole / le bénévolat
Een vrijwilliger / het vrijwilligerswerk
Regretter
Spijt hebben
Le paysage
Het landschap
Un avantage < > un inconvénient
Een voordeel < > een nadeel
Lors
Tijdens
Lors de mon arrivée
Tijdens mijn aankomst
Une incompréhension
Een misverstand
Rencontrer / faire la rencontre de / aller à la rencontre de
Ontmoeten / kennismaken met /tegemoet gaan
La population locale
De lokale bevolking
Accueillant / l'accueil
Gastvrij / het onthaal
Une nouvelle expérience
Een (nieuwe) ervaring
Tenter l'expérience
De ervaring wagen
Une association
Een vereniging
Avoir des attentes
verwachtingen hebben
Une condition de vie
Een (levens)omstandigheid
Reconnaissant
Dankbaar
Un orphelinat
Een weeshuis
Avoir des difficultés
Moeilijkheden hebben
Dépasser une / des difficultés
Een moeilijkheid / moeilijkheden overwinnen
Se dérouler / se passer
Verlopen / gaan
Ouvert d'esprit
Ruimdenkend
Une coutume
Een gewoonte
Un échange
Een uitwisseling
Une immersion
Een onderdompeling
Une transition
Een overgang
Un hôte / l'hospitalité
Een gastheer/gastvrouw / de gastvrijheid
Se sentir chez soi
Zich thuis voelen
Enrichissant / s'enrichir
Verrijkend / zich verrijken
Avoir la chance de
De kans hebben om
Comblé
Vervuld
Tenter
Proberen
Une appréhension / une crainte
Een vrees / een angst
S'adapter à
Zich aanpassen aan
Avoir un coup de coeur pour
Verliefd worden op (in de zin van: ergens erg van gecharmeerd zijn)
Une arrivée < > un départ
Een aankomst < > een vertrek
Sans rien attendre en retour
Zonder iets terug te verwachten
Une découverte / découvrir
Een ontdekking / ontdekken
un accueil chaleureux
(een) hartelijk (onthaal)
Rendre visite à qqn
Iemand bezoeken
etre âgé de ... à ... ans
…tot…jaar oud zijn
Le quotidien
Het dagelijks leven
Mettre en difficulté
In moeilijkheden brengen
à plusieurs reprises
Herhaaldelijk
S'attacher à
Gehecht raken aan
Relativiser
Relativeren
Une valeur
Een waarde
Sans hésiter
Zonder aarzelen
La générosité
De vrijgevigheid