woordjes en zinnen frans unite 2

Het stopcontact

La prise

Opladen

Recharger

Uitleggen

Expliquer

Funcitionner, werken

Fonctionner

Zeker

Sûr

Bezet

Occupé

Sorry

Désolé, non~

Gebruiken

Utiliser

Wacht

Attends

Ik begrijp het

Je comprends

Overschrijden

Dépasser

Het wachtwoord

Le mot de passe

Vergeten

Oublier

Posten

Poster

Meteen

Tout de suite

De applicatie

L’appli

Het netwerk

Le réseau

Langzaam

Lent

Te, teveel

Trop

Bezoeken

Visiter

Het ding

La Chose

Vallen

Tomber

Kapot

Cassé

De stommiteit

La bêtise

Boos

Fâché

Delen, verdelen

Partager

Nu

Maintenant

Dus

Donc

De diefstal

Le vol

Stelen

Voler

De aangifte

La déclaration

De computer

L’ordinateur

De laptop

L’ordinateur

De tablet

La tablette

De telefoon

Le téléphone

De mobiel

Le portable

Het scherm

L’écran

Het toetsenbord

Le clavier

De oortjes

Les écouteurs

De e-mail

L’e-mail

Het bericht

Le message

Typen

Taper

Bellen

Appeler

Spelletjes doen

Jouer à des jeux

Opgeladen

Chargé

Leeg

Déchargé

Downloaden

Télécharger

De verbinding

La connexion

De link

Le Lien

Klikken

Cliquer

De sociale media

Les réseaux sociaux

De tijd

Le temps

Doorbrengen

Passer

Online zijn

Être en ligne

Praten, chatten

Discuter

Het antwoord

La réponse

Leven

Vivre

Zonder

Sans

Helaas

Malheureusement

Sturen

Envoyer

De ansichtkaart

La carte postale

De postzegel

Le timbre

Persoonlijk

Personnel, personnelle

Laatste

Dernier

Nieuwste

Dernière

Oud

Vieux, vieille

Het geheugen

La mémoire

Vol

Plein

Heb je je laptop?

Tu as ton ordinateur portable?

De oplader ligt op tafel.

La chargeur est sur la table.

Is de wifi gratis?

Le wifi est gratuit?

Ja, maar hij is niet opgeladen.

Oui, mais il est déchargé.

Het scherm van mijn mobiel is kapot.

L’écran de mon portable est cassé.

Wat is de code, alstublieft?

Quel est le code, s’il vous plait?

Ik heb veel foto’s gedeeld.

J’ai partagé beaucoup de photos?

Ben je je mobiel kwijtgeraakt?

Tu as perdu ton portable?

Het is gebeurd op 3 augustus.

C’est arrivé le 3 aout.

Werkte het wifi-netwerk?

Le réseau wifi a marché?

Nee, ze hebben mijn mobiel gestolen.

Non, on a volé mon portable.

Ik heb aangifte gedaan van diefstal.

J’ai fait une déclaration de vol.