French-Dutch Travel Phrases

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/229

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards for French-Dutch phrases related to travel and communication.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

230 Terms

1
New cards

Wanneer zouden jullie graag vertrekken?

Quand voudriez-vous partir ?

2
New cards

Ik zou graag … bezoeken.

Je voudrais visiter…

3
New cards

Ik zou liever in de Ardennen verblijven.

Je prefererais sejourner dans les Ardennes.

4
New cards

Waarom zouden we niet naar … gaan?

Pourquoi nirions-nous pas en / a… ?

5
New cards

Waarom zouden we geen … nemen?

Pourquoi ne prendrions-nous pas… ?

6
New cards

Eind december, begin januari

Fin decembre, debut janvier

7
New cards

We hebben een vrije week.

Nous avons une semaine de conge.

8
New cards

Ik vertrek tijdens de kerstvakantie.

Je pars pendant les vacances de Noel.

9
New cards

Ik ben daar al vier keer geweest.

Jy suis deja alle(e) quatre fois.

10
New cards

Van 3 tot 7 november.

Du 3 au 7 novembre.

11
New cards

Ik hou(d) je op de hoogte.

Je te tiens au courant.

12
New cards

Ik ben al ongeduldig.

Je suis deja impatient(e).

13
New cards

Die stad is bekend om zijn torens.

Cette ville est connue pour ses tours.

14
New cards

Madurodam is een bezoekje waard.

Madurodam vaut le detour.

15
New cards

We maken een uitstapje.

Nous partons en excursion.

16
New cards

in overvloed

en abondance

17
New cards

vlakbij

tout pres, pres de

18
New cards

wijk (de) / -en

quartier (le)

19
New cards

bekend

connu(e), celebre

20
New cards

inwoner (de) / -s

habitant(e) (l)

21
New cards

rondvaart (de) / -en

promenade en bateau (la)

22
New cards

gracht (de) / -en

canal (le)

23
New cards
Néerlandais
24
New cards
fietstocht (de) / -en
25
New cards
promenade à vélo (la)
26
New cards
badplaats (de) / -en
27
New cards
station balnéaire (la)
28
New cards
herfst (de) / -en
29
New cards
automne (l’)
30
New cards
gebouw (het) / -en
31
New cards
bâtiment (le), immeuble (l’)
32
New cards
Hoelang?
33
New cards
Combien de temps ?
34
New cards
iedereen
35
New cards
tout le monde
36
New cards
naartoe (- gaan)
37
New cards
vers (aller vers)
38
New cards
vliegtuig (het) - en
39
New cards
avion (l’)
40
New cards
echt
41
New cards
vrai(e), vraiment
42
New cards
bang zijn voor
43
New cards
avoir peur de
44
New cards
boot (de) / boten
45
New cards
bateau (le)
46
New cards
trein (de) / -en
47
New cards
train (le)
48
New cards
retourticket (het/de) / -s
49
New cards
billet aller-retour (le)
50
New cards
op voorhand
51
New cards
à l’avance
52
New cards
duur
53
New cards
cher
54
New cards
buurland (het) / -en
55
New cards
pays voisin (le)
56
New cards
bestemming (de) / -en
57
New cards
destination (la)
58
New cards
reisbus (de) / reisbussen
59
New cards
autocar (l’)
60
New cards
goedkoop
61
New cards
bon marché, pas cher
62
New cards
flat (de) / -s
63
New cards
appartement (l’)
64
New cards
klaar
65
New cards
prêt(e)
66
New cards
luchthaven (de) / -s
67
New cards
aéroport (l’)
68
New cards
koningin (de) / koninginnen
69
New cards
reine (la)
70
New cards
koninkrijk (het) / -en
71
New cards
royaume (le)
72
New cards
standbeeld (het) / -en
73
New cards
statue (la)
74
New cards
vlag (de) / vlaggen
75
New cards
drapeau (le)
76
New cards
openlucht
77
New cards
en plein air
78
New cards
79
New cards
80
New cards

Wanneer zouden jullie graag vertrekken?\n\n

Quand voudriez-vous partir ?\n\n

81
New cards

Ik zou graag … bezoeken.\n\n

Je voudrais visiter…\n\n

82
New cards

Ik zou liever in de Ardennen verblijven.\n\n

Je prefererais sejourner dans les Ardennes.\n\n

83
New cards

Waarom zouden we niet naar … gaan?\n\n

Pourquoi nirions-nous pas en / a… ?\n\n

84
New cards

Waarom zouden we geen … nemen?\n\n

Pourquoi ne prendrions-nous pas… ?\n\n

85
New cards

Eind december, begin januari\n\n

Fin decembre, debut janvier\n\n

86
New cards

We hebben een vrije week.\n\n

Nous avons une semaine de conge.\n\n

87
New cards

Ik vertrek tijdens de kerstvakantie.\n\n

Je pars pendant les vacances de Noel.\n\n

88
New cards

Ik ben daar al vier keer geweest.\n\n

Jy suis deja alle(e) quatre fois.\n\n

89
New cards

Van 3 tot 7 november.\n\n

Du 3 au 7 novembre.\n\n

90
New cards

Ik hou(d) je op de hoogte.\n\n

Je te tiens au courant.\n\n

91
New cards

Ik ben al ongeduldig.\n\n

Je suis deja impatient(e).\n\n

92
New cards

Die stad is bekend om zijn torens.\n\n

Cette ville est connue pour ses tours.\n\n

93
New cards

Madurodam is een bezoekje waard.\n\n

Madurodam vaut le detour.\n\n

94
New cards

We maken een uitstapje.\n\n

Nous partons en excursion.\n\n

95
New cards

in overvloed\n\n

en abondance\n\n

96
New cards

vlakbij\n\n

tout pres, pres de\n\n

97
New cards

wijk (de) / -en\n\n

quartier (le)\n\n

98
New cards

bekend\n\n

connu(e), celebre\n\n

99
New cards

inwoner (de) / -s\n\n

habitant(e) (l)\n\n

100
New cards

rondvaart (de) / -en\n\n

promenade en bateau (la)\n\n