1/44
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Bacteria, archaea, eukarya: typical size
b: klein, 1 a 5 µm (uitersten tot 0,2µm)
a: klein, 1 a 5 µm (uitersten tot 0,2µm)
e: groot, 10 a 100 µm (cellen met meter(s) lange axonen)
Bacteria, archaea, eukarya: nucleus en organellen
b: nee
a: nee
e: ja
Bacteria, archaea, eukarya: cytoskelet
b: niet echt een cytoskelet
a: niet echt een cytoskelet
e: cytoskelet
Bacteria, archaea, eukarya: exo- en endocytose
b: nee
a: nee
e: ja
Bacteria, archaea, eukarya: celdeling
b: aseksueel
a: aseksueel
e: mitose of meiose en cytokinese
Bacteria, archaea, eukarya: vorm van chromosomaal DNA
b: meestal circulair, geen histonen
a: meestal circulair, geen histonen
e: lineair, histonen, kan condenseren tot chromosomen
Bacteria, archaea, eukarya: mRNA processing
b: beperkt
a: beperkt
e: uitgebreid
Bacteria, archaea, eukarya: transcription initiation
b: bacterieel type
a: eukaryotisch type
e: eukaryotische type
Bacteria, archaea, eukarya: RNA polymerase
b: bacterieel type
a: kenmerken van zowel bacterieel als eukaryotisch type
e: eukaryotisch type
Bacteria, archaea, eukarya: grootte ribosoom en aantal proteïnen en RNA’s
b: 70S met 54 eiwitten en 3 rRNA’s
a: 70S met 65 eiwitten en 3-4 rRNA’s
e: 80S met 80 eiwitten en 4 rRNA’s
absolute differentieel criterium tussen bacterien, archaea en eukarya
ribosomale samenstelling
Bacteria, archaea, eukarya: translation initiation
b: bacterieel type
a: eukaryotisch type
e: eukaryotisch type
Bacteria, archaea, eukarya: membraan fosfolipiden
gelijk voor bacteriën en eukarya, verschilt bij archaea
waarom zijn eukarya iha grotere cellen
zijn complexer en bevatten organellen
waarom beperking in celgrootte en cel op µm-schaal?
oppervlakte/volume verhouding → capaciteit van membr trasnport
Diffusiesnelheid van moleculen → verspreiding moleculen in een cel
Voldoene hoge concentraties van moleculen → snelheid van enzymatische reacties
probleem bij opp/volume verhouding
grotere cel → kleiner opp/volume verhouding
Propotioneel dus kleinere transportcapaciteit in vergelijking met cellulaire nood
hoe capaciteit membraantransport vergroten?
membraanoppervlak vergroten door uitstulpingen
oplossing voor behoudt voldoende hoge concentraties
compartimentalisering van cel dmv organellen
→ functionele specialisatie
(lysosomen → pH = 4,5)
(sER → hoge Ca concentratie)
sommige antibiotica werken in op de bouw van de celwand, waarom is dit een goede methode voor een antibioticum?
Het opbouwen van een celwand is een proces dat enkel bij bacteriën en niet bij eukarya (menselijke cellen) voorkomt
Hebben bacterien en archaea vesikels
nee
waaruit bestaat cytoplasma
cytosol (semifluïde vloeistof)
organellen (compartimenten met specifieke functies)
Cytoskelet
samenstelling PM
membraanlipiden → permeabiliteitsbarrière
Membraaneiwitten
de kern is omgeven door een …
kernenveloppe
hoe ziet de kernenveloppe eruit?
dubbele membraan
kernporiën (voor transport)
functie nucleoli
rRNA synthese: transcriptie
ribosoom assemblage (partieel)
mitochondriën zijn aanwezig in
alle eukaryotische cellen
Functie mitochondriën
cellulaire ademhaling
→ synthese ATP en cellulaire energievoorziening
structuur mitochondriën
dubbele membraan
→ buitenste mitochondriale membraan
→ binnenste mitochondriale membraan (vorming cristae)
Tussenmembraanruimte
Matrix = intern compartiment
functie mitochondriale matrix
bevat circulair DNA, RNA en eiwitten
expressie van beperkt aantal mitochondriale genen
→ maar meeste eiwitten geïmporteerd uit cytosol (gecodeerd door nucleair DNA)
wat is het endomembraansysteem
dynamisch systeem van membraanomgeven compratimenten
ER
Golgi
Secretorische vesikels
Endosomen
Lysosomen
belangrijke functionele transportroutes van endomembraansysteem
secretorische route
endocytotische route
structuur ER
netwerk verspreid over hele cytoplasma
omgeven door enkelvoudige membraan
→ membraan is continu met buitenste membraan kernenveloppe
2 types ER
ruw ER (bekleedt met ribosomen)
glad ER (zonder ribosomen)
functie ruw ER
synthese membraaneiwitten en secretorische/luminale eiwitten → secretorische route
functie glad ER
synthese lipiden en steroïden
detoxificatiereacties: inactivering toxische stoffen
opslagplaats voor Ca2+ → signaaltransductie
Metabolisme
structuur Golgi apparaat
stapel van cisternae = platte vesikels met enkele membraan
onderverdeeld in Cis, mediaal en trans-Golgi
ligging Golgi
perinucleair
functie golgi
onderdeel secretorische route
modificatie van secretorische en membraaneiwitten (vb afwerking glycosylering)
Sortering eiwitten in functie van bestemming: PM, endosomen, lysosomen
structuur lysosoom
vesikel met enkelvoudige membraan
lumen: pH = 4,5 (bevat zure hydrolasen)
functie lysosoom
eindpunt van endocytotische en (auto)fagoocytotische route
afbraak DNA, RNA, eiwitten, lipiden, suikers… (+ afbraakproducten vrijstellen in cytosol)
metabole sensor cel
structuur peroxisoom
vesikel met enkele membraan
Lumen: catalase (2 H2O2 → 2 H2O + O2)
functie peroxisomen
aanmaak en afbraak H2O2
oxidering lange en vertakte vetzuren
afbraak toxische producten
bestanddelen cytoskelet
microtubuli (tubuline)
microfilamenten (actine)
intermediaire filamenten (desmine, keratine)
grootte virus
25 tot 300nm
opbouw virus
genoom
→ DNA of RNA, ss of ds
capside (eiwitmantel)
→ 1 eiwit of verschillende types eiwitten
membraanenveloppe (optioneel)
geen cytoplasma, geen organellen, geen ribosomen