Biologie begrippen H11 voeding en vertering

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/67

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

68 Terms

1
New cards

actief transport

transport van stoffen dat energie kost (van lage naar hoge concentratie)

2
New cards

additieven

toegevoegde stoffen

3
New cards

ADH

aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, voor een gezonde voeding

4
New cards

ADI

aanvaardbare dagelijkse inname, zonder dat je gezondheid gevaar loopt

5
New cards

aminozzur

organische stoffen met carboxyl- en aminogroepen. ongeveer 20 aminozuren spelen een rol als grondstof voor synthese (vorming) van eiwitten

6
New cards

amylase

enzym om zetmeel af te breken

7
New cards

apolair

ongeladen

8
New cards

appendix

het wormvormig aanhangsel van de blinde darm

9
New cards

buffer

stof die afhankelijk van de omgeving H+ ionen kan afgeven of opnemen

10
New cards

cholesterol

tot de sterolen behorende vetachtige stof, die in de meeste dierlijke weefseles en lichaamsvloeistoffen voorkomt en een bestanddeel is van dierlijke celmembranen

11
New cards

chylomicron

transportblaasjes voor vetten, bestaande uit fosfolipiden en eiwitten

12
New cards

co-enzym

naam voor een cofactor wanneer dit een organishe stof is

13
New cards

collageen

bindweefsel

14
New cards

condensatie

splitsingsreactie waarbij water vrij komt

15
New cards

darmepitheel

cellen in de wand van van de darm

16
New cards

darmflora

de bacterien in de dikke darm

17
New cards

darmplooien

de darmwand van de dunne darm is geplooid. deze darmplooien zorgen voor een enorme oppervlaktevergroting. op de plooien bevinden zich talrijke uitstulpingen, de darmvlokken sap d

18
New cards

darmsap

sap dat enzymen bevat die de vertering van eiwitten en koolhydraten voltooien

19
New cards

darmvlokken

zijn de vlokkige aanhangsels in de darmen(vooral in de dunnen darm)die het oppervlakte vergroten en microvilli op de cellen bevatten

20
New cards

denatureren

het onherstelbaar van vorm veranderen van een eiwit

21
New cards

dipeptide

stof waarvan elk molecuul bestaat uit twee aminozuureenheden.een dipeptide ontstaat uit twee aminozuren door condensatie

22
New cards

eiwit

proteïne of eiwit is een stof waarvan elk molecuul is opgebouwd uit veel aminozuur-eenheden

23
New cards

emulgeren

van grote vetdruppels kleine vetdruppeltjes

24
New cards

endopeptidase

enzym dat middenin een polypeptide keten knipt

25
New cards

enzymen

biokatalysator. organische stof die stofwisselingsprocessen versnelt zonder zelf verbruikt te worden

26
New cards

essentieel aminozuur

aminozuur dat je per se cia je voedsel moet binnen krijgen en niet zelf kunt aanmaken

27
New cards

essentieel vetzuur

bepaalde onverzadigde vetzuren die niet in het lichaam kunnen worden gemaakt uit andere eorganische stoffen. deze vetzuren moeten in het voedsel voorkomen.

28
New cards

exopeptidase

enzym dat een aminozuur afknipt aan de uiteinden van een polypeptide; er zijn aminopeptidases en carboxypeptidases

29
New cards

gal

afscheidingsproduct van de lever, dat een mengel is van o.a. galzuren zouten. deze galzouten emulgeren vetten en bevorderen de vertering van vetten.

30
New cards

gluconeogenese

het maken van glucose uit aminozuren

31
New cards

hydrolyse

splitsing met behulp van water

32
New cards

koolhydraat

zijn voedingstoffen (‘suikerketens’) die door het lichaamals brandstof worden gebruikt

33
New cards

lactose

melksuiker

34
New cards

lipase

enzym van de alveesklier dat vetten splitsttot glycerol en drie vetzuren

35
New cards

lipiden

vetten

36
New cards

lymfevat

onderdeel van het lymfestelsel; deze vaten vervoeren vooral vocht en witte bloedcellen

37
New cards

lysozymen

stoffen die de celwand van micro-organismen aantasten

38
New cards

maagportier

twaalfvingerige darm. de maagportier laat een klein beetje van de voedselbrij door naar de twaalfvingerige darm.

39
New cards

maltase

enzym dat maltose afbreekt tot twee moleculen glucose

40
New cards

maltose

een disacharide

41
New cards

microvilli

zijn microscopische uitstulpingen van het celmembraan die het oppervlakte van cellen drastisch vergroten. microvilli zijn te vinden in de dunnen darm

42
New cards

monosacharide

suikers met eeen ringstructuur in het molecuul, veelal met vijf of zes C-atomen, zoals glucose, fructose en ribose. uit monosachariden worden di- en polysachariden opgebouwd

43
New cards

nucleasen

enzymen die DNA en RNA afbreken

44
New cards

onverzadigd vetzuur

vetzuur met minstens 1 dubbele koolstofbinding

45
New cards

optimumtemperatuur

temperatuur waarbij een enzym de hoogste hoeveelheid substraat omzet

46
New cards

pancreas

alvleesklier

47
New cards

pepsine (peptase)

enzym afgegeven door de maag om eiwitten af te breken tot kleinere polypeptiden

48
New cards

pepsinogeen

inactief pro-enzym, welke onder invloed van zoutzuur geactiveerd kan worden tot pepsine

49
New cards

peptidase

enzym dat polypeptiden afbreekt tot losse peptiden (aminozuren)

50
New cards

peristaltiek

golvende afwisselende samentrekking van lengte- en kringspieren van de darm en andere holle organen

51
New cards

polair

geladen (elektronen zijn in stof gelijk werdeeld)

52
New cards

polymeer

veel van dezelfde moleculen aan elkaar vast gekoppeld

53
New cards

polypeptide

aminozuurketen

54
New cards

poortader

bloedvat dat loopt van de dunne darm naar de lever

55
New cards

resorptie

opname van stoffen uit de darmwand

56
New cards

spoorelement

mineralen die je slechts in geringe hoeveelheden nodig hebt

57
New cards

substraat

stof die door een enzym wordt omgezet

58
New cards

symport

twee verschillende stoffen moeten samen door een transporteiwit heen getransporteerd worden

59
New cards

tight-junction

alle darmepitheelcellen zijn door eiwitten strak aan elkaar verbonden. De ondoordringbare laag heet 'thight- junction’

60
New cards

trypsine

enzym dat lange polypeptiden splitst in kleinere polypeptiden

61
New cards

verzadigd vetzuur

vetzuur, waarbij de C-atomen door enkele bindingen met elkaar verbonden zijn

62
New cards

vet

organische stof waarvan elk molecuul ontstaat door het binden van een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen

63
New cards

vitaminen

stof die ervoor zorgt dat men gezond blijft. vitaminen of de voorlopers ervan, provitaminen moeten in kleine hoeveelheden in het voedsel aanwezig zijn.

64
New cards

voedingsmiddel

alles wat je eet of drinkt

65
New cards

voedingsstof

bruikbare bestanddeel van het voedsel. Voedingsstoffen worden opgenomen door een organisme of een cel of verteerd tot stoffen die kunnen worden opgenomen.

66
New cards

voedingsvezels

verzamelnaam voor stoffen in plantaardig voedsel, die niet door menselijke enzymen kunnen worden afgebroken, bestaande uit de celwanden.

67
New cards

weefselvocht

het vocht buiten de cellen en buiten de haarvaten

68
New cards

zetmeel

polysachariden, ontstaan door aaneenkoppelen van glucose, is een reservestof voor energie.