1/33
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Psychologie
Wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij het gedrag als evidentie wordt gebruikt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen
Copernicaanse Revolutie
In deze tijd, tijdens de Wetenschappelijke Revolutie, ging de mens centraal staan in het universum en werden axioma’s in vraag gesteld, en nieuwe kennis opgedaan
Oud Griekenland
Filosofen als Plato, Socrates en Aristoteles geloofden dat de ziel de niet-aardse wetmatigheden (het geloof) gehoorzamen. In deze tijd was er geen wetenschappelijke studie van het gedrag maar wel axioma’s
Eerste psychologische experimenten
De persoonlijke fout, de snelheid van neurale transmissie (von Helmholtz), psychofysica (Weber) en de Trichromatische Theorie Kleurperceptie (Young)
Mentale chronometrie
Uitgevonden door Donders, waarbij de psychologische processen in informatieverwerkingen worden achterhaald door te kijken naar reactietijd
Dualisme
Mensen bestaan uit twee onafhankelijke elementen: een lichaam en een geest
Rationalisme
Ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van logica nieuwe informatie afleidt uit bestaande informatie
Nativisme
De mens heeft aangeboren kennis die het uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis
Mechanische visie
Het universum is een machine die wiskundig beschreven kan worden, het menselijk lichaam is hier een onderdeel van en onderwerpen aan natuurwetten, in tegenstelling tot de geest
Empirisme
De inhoud van de geest wordt gevormd door zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden
Introspectie
Geïntroduceerd door Wundt, gaat om het van binnenuit kijken naar het eigen bewustzijn
Experimentelle Selbstbeobachtung
Gestandaardiseerde omgeving waarbij participant eenvoudige, kwantificeerbare antwoorden geeft van innerlijke toestand
Structuralisme
Elk complex kan gereduceerd worden tot elementaire componenten die behoren tot het gebied van de sensaties, beelden of gevoelens
Gestaltpsychologie
Opdelen in elementaire componenten is zinloos, want perceptie is een reeks afzonderlijke sensaties en waarneming is niet hetzelfde als deze afzonderlijke elementen
Functionalisme
Toegepaste psychologie, het oplossen van praktische problemen
Behaviorisme
Enkel observeerbaar, meetbaar gedrag kan onderwerp vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming. Onafhankelijke (S) en afhankelijke (R) variabele, black box probleem
Positivisme
Natuurwetenschappen zijn de beste manier om de wereld te begrijpen
Psychoanalyse
Bedacht door Freud, stelt dat bewustzijn en gedrag slechts oppervlakkige fenomenen zijn en dat de ware oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheid ligt in het onderbewuste
Hermeneutische benadering
Nadruk op interpreteren van verleden, niet verklaren
Repliceerbaarheid
Onderzoek moet uitgevoerd worden op een manier die zo nauwkeurig beschreven wordt dat een andere wetenschappelijk opgeleide psycholoog die op exacte manier kan herhalen
Operationalisering
Abstracte, conceptuele ideeën vertalen naar meetbare variabelen
Generaliseerbaarheid
De mate waarin je de resultaten van je onderzoek kunt toepassen op een bredere context
Beschrijvend onderzoek
Correcte informatie verzamelen over een onderwerp, zoals bij de naturalistische observatie, de vragenlijst of het interview, een opiniepeiling, archiefdata of casestudies
Correlationeel onderzoek
Beschrijvend onderzoek met als belangrijkste doel om een accuraat beeld te krijgen van de verbanden tussen verschillende waarnemingen of metingen. Kijken naar de correlatie, uitgedrukt in de correlatiecoëfficiënt (-1,00 tot +1,00). Zegt niks over de causaliteit
Experimenteel onderzoek
Manipuleren van één of meerdere variabelen om het effect ervan te observeren. Hierbij wordt er altijd een variabele constant gehouden om confounders te voorkomen. Er wordt gekeken of een onderzoek statistisch significant is
Reactieve gedragingen
Gedragingen die ontstaan wanneer de aanwezigheid van de onderzoeker invloed heeft
Sociale wenselijkheid
Nadeel van een vragenlijst, houdt in de men de neiging heeft om op vragen te antwoorden op een manier die maatschappelijke gewaardeerd wordt
Sampling bias
Er is een onrealistisch beeld gerealiseerd doordat bepaalde mensen in een groep sneller worden geselecteerd dan anderen
Nonresponse bias
Wanneer participanten disproportioneel bepaalde eigenschappen hebben die de uitkomst van de peiling beïnvloeden
Researcher bias
Perceptie bevat interpretatie en deze interpretatie kan het onderzoek beïnvloeden
Interne validiteit
Wanneer de conclusies die getrokken worden over de oorzaak-gevolg relaties gerechtvaardigd zijn
Externe validiteit
De veralgemeenbaarheid van de onderzoeksresultaten buiten de gebruikte onderzoeksetting
Gestandaardiseerde effectgrootte
Om het relatieve belang van de systematische component en de toevalscomponent een effect te geven
WEIRD people
Onderzoek naar culturele groepen zijn vaak niet generaliseerbaar en vooral toepassing op deze Westerse, blanke mensen