1/101
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
zich aanpassen aan
s'adapter à
behoefte hebben aan
avoir besoin de
deelnemen aan
participer à
denken aan / om / over
penser à
sterven aan / van
mourir de
twijfelen aan
douter de
verslaafd zijn aan
être accro à, dépendant de
werken aan iets
De auteur werkt aan een nieuw boek.
horen bij
appartenir à, faire partie de
passen bij
convenir à, aller avec
geïnteresseerd zijn in / interesse hebben in
geloven in
croire en
plezier hebben in
prendre plaisir à
slagen in
réussir à, parvenir à
zich specialiseren in
se spécialiser dans/en
zich vergissen in
se tromper de
zin hebben in
avoir envie de
akkoord gaan met
être d'accord avec
bevriend zijn met
être ami avec
klaar zijn met werken
avoir fini de travailler
blij zijn met
être content de
ervaring hebben met
avoir de l'expérience dans
gelukkig zijn met
être heureux de
iemand feliciteren met
féliciter quelqu'un pour
meedoen met
se joindre à
rekening houden met
tenir compte de
spreken met
parler à, avec
informeren naar
se renseigner (sur), s'informer (de)
kijken naar
regarder
luisteren naar
écouter
telefoneren naar
téléphoner à
verlangen naar
désirer, aspirer à
(Mijn baas is moe; hij verlangt naar vakantie.)
zoeken naar
chercher, rechercher
geven om
être attaché à
lachen om
rire de
verdriet hebben om
avoir du chagrin à propos de
antwoorden op
répondre à
boos zijn op
être fâché sur
een beroep doen op
faire appel à, recourir à, solliciter
hopen op
espérer à
zich abonneren op
s'abonner à
invloed hebben op
avoir de l'influence sur
letten op
faire attention à
lijken op
sembler; ressembler à
recht hebben op
avoir le droit à
rekenen op iemand
compter sur quelqu'un
trots zijn op
être fier de
verliefd zijn op
être amoureux de
wachten op
attendre
beslissen over
décider de
klagen over
se plaindre de
nadenken over
réfléchir à
spreken over
Discuter de, parler de, traiter de
tevreden zijn met / over
être satisfait de
zich beperken tot
se limiter à
bereid zijn tot
être disposé à, prêt à
in staat zijn tot
être en état de, être capable de
protesteren tegen
protester contre
zich verzekeren tegen
s'assurer contre
vriendelijk zijn tegen
être aimable avec
bestaan uit
se composer de
afhangen van
dépendre de
bang zijn van/voor
avoir peur de
dromen van
rêver de
gebruikmaken van
faire usage de
houden van
aimer
op de hoogte zijn van
être au courant de
overtuigen van
convaincre de
spijt hebben van
regretter qqch
zeker zijn van
être sûr de
belangstelling hebben voor
avoir de l'intérêt pour
(be)danken voor
remercier de/pour
geschikt zijn voor
être fait pour (Nathalie is helemaal niet geschikt voor die job.)
gevoelig zijn voor
être sensible à
zich interesseren voor
s'intéresser à
kiezen voor
opter pour
slagen voor
réussir
verantwoordelijk zijn voor
être responsable de
zich verontschuldigen voor
s'excuser de
vrezen voor
craindre de
waarschuwen voor
mettre en garde contre
zorgen voor
s'occuper de
tijd besteden aan
consacrer du temps à
last hebben van
souffrir de, être gêné/dérangé par
kwaad worden op
se fâcher contre, être en colère sur
contact houden met
rester en contact avec
discusieren over
discuter de
beschikken over
faire preuve de, disposer de
zich voorbereiden op
se préparer pour
contact leggen met
entrer en contact avec
aandacht besteden aan
prêter attention à
uitkijken naar
attendre avec impatience
reageren op
réagir à
geïnteresseerd zijn in
être intéressé par
meevoelen met
avoir de l'empathie pour
zich storen aan
être dérangé par
helpen tegen
aider à
meegaan met
accompagner, aller avec
informatie vragen over
demander de l'information à propos de