Menselijke Biologie - Het Spierenstelsel

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/42

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards for reviewing the human muscular system, covering muscle types, functions, contraction mechanisms, energy sources, fiber types, and muscle disorders.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

43 Terms

1
New cards

Skeletspieren

Hechten zich aan het skelet en geven ons kracht en mobiliteit.

2
New cards

Hartspieren

Levert de kracht die nodig is om bloed door het lichaam te pompen.

3
New cards

Gladde spieren

Spieren in de baarmoeder, spijsverteringsstelsel, urinewegen en bloedvaten.

4
New cards

Vrijwillige spierbewegingen

Bewegingen waarover we bewuste controle hebben.

5
New cards

Onvrijwillige spierbewegingen

Bewegingen die over het algemeen buiten onze bewuste controle liggen.

6
New cards

Synergetische spieren

Spiergroepen die samenwerken om dezelfde beweging te creëren.

7
New cards

Antagonistische spieren

Spieren die tegenover elkaar staan.

8
New cards

De oorsprong

Het uiteinde van een skeletspier dat samenkomt met een bot dat relatief stationair blijft.

9
New cards

De insertie

Het andere uiteinde van de spier dat zich hecht aan een ander bot over een gewricht.

10
New cards

Enkele of hele spier

Een groep individuele spiercellen met dezelfde oorsprong, aanhechting en functie.

11
New cards

Myofibrillen

Lange cilindrische structuren in spiercellen die vol zitten met contractiele eiwitten actine en myosine.

12
New cards

Z-lijn

Een donkere lijn in het myofibril.

13
New cards

Sacromeer

Een segment van een myofibril van de ene Z-lijn naar de volgende.

14
New cards

Dikke filamenten

Eiwitfilamenten samengesteld uit myosine, gelegen nabij het midden van sarcomeren.

15
New cards

Actinefilamenten

Eiwitfilamenten structureel verbonden met de Z-lijn en afgewisseld tussen myosinefilamenten.

16
New cards

Acetylcholine (Ach)

Chemische stof die door zenuwcellen wordt vrijgegeven en die een stimulerend of remmend effect heeft op een andere prikkelbare cel.

17
New cards

Neuromusculaire overgang

Verbinding tussen een motorneuron en een skeletspiercel.

18
New cards

T-tubuli

Buisachtige verlengingen van het celmembraan die de elektrische impuls diep in het inwendige van de cel overbrengen.

19
New cards

Sarcoplasmatisch reticulum

Een reeks membraangebonden kamers die ionisch calcium opslaan.

20
New cards

Samentrekkingsmechanisme van de glijdende filamenten

Spieren trekken samen wanneer sarcomeren korter worden en sarcomeren worden korter wanneer de dikke en dunne filamenten langs elkaar glijden.

21
New cards

Troponine-tropomyosine-eiwitcomplex

Eiwitmoleculen nauw verbonden met actinefilamenten, verstoren myosinebindingsplaatsen in afwezigheid van calcium.

22
New cards

Rigor Mortis

Opgespannen lichaam omdat Ca uit SR lekt en er geen ATP is om spiercontractie te laten eindigen.

23
New cards

Spiervermoeidheid

Een afname van spierprestaties tijdens inspanning door onvoldoende energie.

24
New cards

Isotone contracties

Treden op wanneer een spier korter wordt met behoud van een constante kracht.

25
New cards

Isometrische contracties

De gegenereerde kracht neemt toe, de spierspanning neemt toe en de spier kan zelfs een beetje korter worden, botten en voorwerpen bewegen niet.

26
New cards

Motorische eenheid

Het motorneuron en alle spiercellen die het aanstuurt.

27
New cards

Spierspanning

De mechanische kracht die spieren genereren wanneer ze samentrekken.

28
New cards

spiertonus

Een algemeen krachtniveau dat spieren behouden.

29
New cards

Rekrutering

Het vergogen van de kracht door meer motorunits te activeren.

30
New cards

Latente periode

Tijdsvertraging tussen neurale stimulatie en het begin van contractie.

31
New cards

Contractie

Actinefilamenten worden door het glijdende filamentmechanisme naar het midden van de sarcomeer getrokken.

32
New cards

Ontspanning

Calcium teruggevoerd naar de sarcoplasmatisch reticulum.

33
New cards

Optelling of somatie

Extra prikkels de spiercel bereiken voordat deze de kans heeft gehad om calcium terug te transporteren naar het sarcoplasmatisch reticulum en volledig te ontspannen.

34
New cards

Tetanus

Als de stimulatie zo frequent wordt dat de spiercel zich helemaal niet kan ontspannen en in een staat van maximale samentrekking blijft.

35
New cards

Slow-twitch vezels

Breken ATP langzaam af en trekken langzaam samen.

36
New cards

Fast-twitch vezels

Breken ATP snel af en kunnen snel samentrekken.

37
New cards

Krachttraining

Oefeningen die specifieke spieren versterken door het bieden van weerstand.

38
New cards

Aerobe training

Oefeningen waarbij het lichaam zijn zuurstofopname verhoogt.

39
New cards

Spierdystrofie

Erfelijke spierziekten resulterend in een defect in een gen, leidend tot verlies van spiervezels en spierafbraak.

40
New cards

Tetanus

Bacteriële infectie die leidt tot overstimulatie van zenuwen die spieractiviteit beheersen, resulterend in tetanische samentrekkingen.

41
New cards

Spierkrampen

Pijnlijke, oncontroleerbare, reflexgemedieerde spiercontracties veroorzaakt door uitdroging en ionenonevenwichtigheden.

42
New cards

Gespannen spieren

Ook wel gescheurde spieren, gevolg van ver uitrekken van een spier waardoor sommige vezels uit elkaar scheuren.

43
New cards

Fasciitis

Ontsteking van bindweefselschede die een spier omringt, veroorzaakt door spannen of scheuren van de fascia.