Kaarten: Frans 1 - Vocabulaire général nécessaire dans la vie professionnelle (l'entreprise et son organisation) | Quizlet
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/28
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
29 Terms
een bedrijf
une entreprise
het bedrijf (vennootschap)
la société
het bedrijf (maatschappij)
la compagnie
het bedrijf (firma)
la firme
verantwoordelijk voor
responsable de
de dienst
le service
de klantendienst
le service client
de permanentie
la permanence
maken
fabriquer, produire
een fabrikant
un fabricant
een (bedrijfs)ruimte
un local
de vergaderzaal, -ruimte
la salle de réunion
een fout, vergissing
une faute/une erreur
verbeteren, rechtzetten
corriger, rectifier
aanpassen
adapter
zich bezighouden met
s'occuper de
plannen
planifier
het project
le projet
de eigenaar
le propriétaire
bezuinigen
économiser
de kosten verlagen
réduire les coûts
de winst
le bénéfice/profit
failliet gaan
faire faillite
de kantoren
les bureaux
de huurder
le locataire
het gelijkvloers huren/verhuren
louer le rez-de-chaussée
telewerk
le télétravail
een werkgever
un employeur
een werknemer/werkneemster
un employé, une employée