1/77
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Le/la bénévole
De vrijwillger
La compétence
De competentie, de bekwaamheid
Le cours de langue
De taalles,-cursus
Le départ
Het vertrek
La difficulté
De moeilijkheid
L’étranger, l’étrangère
De buitenlander, de vreemdeling
La formation
De opleiding
L’habitude
De gewoonte
Le logement
Het logement, het verblijf
Le renseignement
De inlichting
Le séjour
Het verblijf
Le stage
De stage
Le tour de monde
De wereldreis
Abordable
Betaalbaar
Délicieux, délicieuse
Verrukelijk
Inattendu(e)
Onverwacht
Inoubliable
Onvergetelijk
Tolérant(e)
Verdraagzaam
Atterrir
Landen
Avoir de stress
Stress hebben
Avoir peur (de)
Schrik hebben (van), bang zijn (voor)
Développer
Ontwikkelen
Loger
Logeren, overnachten
Parler couramment (le français)
Vlot (frans) praten
Participer à
Deelnemen aan
Se débrouiller
Zich uit de slag trekken
Se perdre
Verloren lopen, verloren rijden
S'intéresser à
Geïnteresseerd zijn in, interesse hebben voor
Soutenir
(Onder)steunen, bijstaan
À l’étranger
In het buitenland
La coutume
De gewoonte, het gebruik
L’échange
De uitwisseling
L’esprit d’équipe
De teamgeest
La famille d’accueil
Het gastgezin
L’itinéraire
De reisweg
La notion
de notie
Le participant, la participante
De deelnemer, de deelneemster
Les préparatifs
De voorbereidingen
Le programme d’échange
Het uitwisselingsprogramma
Le trajet
Het traject
Le visa
De visa
Financier, financière
Financieel
Humanitaire
Humanitair
Typique de
Typisch voor
Séjourner
Verblijven
Se renseigner
zich inlichtinen
Dans les environs
in de omgeving, in de buurt
L’expérience
De ervaring
La maîtrise
De beheersing, de bekwaamheid
L’opportunité
De opportuniteit, de gelegenheid, de kans
Le progrès
De vooruitgang
Autonome
zelfstandig, onafhankelijk
Confiant(e)
Zelfzeker
Enrichissant(e)
Verrijkend
Mature
Volwassen, rijp
Améliorer
Verbeteren
Conseiller
Aanraden, adviseren
Devenir
Worden
Être attiré(e) par
Aangetrokken worden door
Faire connaissance avec
Kennismaken met
Maîtriser
Beheersen
Progresser
Vorderen, vooruitgaan
Recommander
Aanraden, aanbevelen
S’épanouir
Zich ontplooien
L’aventurier, l’aventurière
De avonturier, de avonturierster
Le défi
De uitdaging
Le désavantage
Het nadeel
L’objectif
Het doel
Le préjugé
Het vooroordeel
Inquiétant(e)
Zorgwekkend, verontrustend
Faire face à
Het hoofd bieden aan
S’habituer (à)
Wennen aan
S’intégrer (à)
Zich integreren (in)
Participer à une année d’échange me semble
Meedoen aan een uitwisselingsjaar lijkt me
Grâce a mon séjour à l’étranger, je me suis épanoui(e)
Dankzij mijn verblijf in het buitenland, ben ik ontwikkeld
J’ai vraiment appris à
Ik heb vooral geleerd om
Je ne vois pas l’intérêt pour des jeunes
Ik zie de intresse niet voor de jongeren
Il faut faire face à
Je moet onder ogen zien