1/65
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Korstjens en Moser
om betrouwbaarheid van onderzoek te waarborgen, kunnen verschillende startegieen worden toegepast:
langdurige betrokkenheid
aanhoudende observatie
triangulatie
member check
langdurige betrokkenheid
onderzoeker neemt deel aan onderzoekssituatie gedurende een langere periode
aanhoudende observatie
onderzoeker richt zich op de meest relevante aspecten van de situatie en onderzoekt deze grondig
Member check
onderzoeker legt bevindingen voor aan betrokkenen om te controleren of zij zich herkennen in de interpretaties
auditproef
complete set aantekeningen wordt bijgehouden over alle belangrijke beslissingen die tijdens het onderzoeksproces zijn genomen
begeleidende brief
uitleg over waarom een kwalitatief onderzoeksontwerp noodzakelijk was en hoe dit bijdraagt aan de validiteit van de bevindingen
Ritchie en Lewis
soorten generalisatie:
empirische
theoretische
representatieve
inferentiele
empirische generalisatie
(overdraagbaarheid/externe validiteit) heeft betrekking op de toepassing van bevindingen uit kwalitatieve onderzoeksstudies op populaties of op contexten die verder gaan dan de specifieke steekproef van het interview
theoretische generalisatie
het genereren van theoretische concepten of proposities waarvan wordt aangenomen dat ze breder toepasbaar zijn
representatieve generalisatie
de vraag of wat in een onderzoekssteekproef wordt gevonden, kan worden gegeneraliseerd naar, of als even waar kan worden beschouwd voor, de populatie waaruit de steekproef is getrokken
Inferentiele generalisatie
de vraag of de bevindingen uit een bepaald onderzoek of aanvullende verschijnselen kunnen worden gegeneraliseerd of afgeleid naar andere contexten of contexten buiten de steekproef
dikke beschrijving
vereist dat de onderzoeker voldoende details verstrekt over de oorspronkelijke observaties of commentaren, zodat de lezer de betekenissen die eraan zijn verbonden kan inschatten en beoordelen
constructivistische school
er bestaat geen enkele werkelijkheid die kan worden vastgelegd, dus replicatie is een kunstmatig doel om na te streven
validiteit
de mate waarin een test meet wat deze zou moeten meten
Interne validiteit
de mate waarin je met zekerheid kunt stellen dat een vastgestelde oorzaak-gevolgrelatie (causaal verband) niet door andere factoren kan worden verklaard
Externe validiteit
de mate waarin uitkomsten van toepassing zijn op andere groepen binnen de populatie of op andere groepen, contexten of instellingen
Reflexiviteit
het bewustzijn van de invloed die de onderzoeker heeft op de mensen of het onderwerp dat wordt bestudeerd, terwijl tegelijkertijd wordt erkend hoe de onderzoekservaring de onderzoeker beinvloedt
rigor/trustworthiness
verwijst naar de algehele kwaliteit van het onderzoek en de resultaten. een zorgvuldig uitgevoerd onderzoek is systematisch, grondig en transparant in de methodologie
plausibiliteit (credibility)
resultaten moeten geloofwaardig en overtuigend zijn. dit betekent dat de bevindingen als logisch voortvloeien uit verzamelde data, interpretaties consistent
stabiliteit (dependability)
een goed onderzoek levert consistente en herhaalbare resultaten op. Wanneer onderzoek opnieuw wordt uitgevoerd, komen de uitkomsten grotendeels overeen
Objectiviteit (confirmability)
Onderzoeksresultaten mogen niet beinvloed zijn door persoonlijke overtuigingen of vooroordelen van onderzoeker
generaliseerbaarheid (transferability)
bevindingen moeten toepasbaar zijn in een bredere context
Prolonged engagement
een langere periode data verzamelen om de context goed te begrijpen en vertekeningen te minimaliseren
Persistent observation
Gericht en systematisch data verzamelen om essentiele aspecten van het onderzoek nauwkeurig te bestuderen
audit trail
een gedetailleerde documentatie van alle onderzoeksstappen zodat een externe derde precies kan volgen hoe het onderzoek is uitgevoerd
overlappende methoden (data triangulatie)
het combineren van verschillende dataverzamelingsmethoden om de consistentie en betrouwbaarheid van de bevindingen te vergroten
stapsgewijze replicatie (onderzoeker triangulatie)
samenwerken met meerdere onderzoekers die onafhankelijk dezelfde gegevens analyseren om de objectiviteit en consistentie van de interpretaties te waarborgen
empirische transferbility
resultaten vertalen naar andere contexten
theoretische transferability
in hoeverre passen de resultaten bij de bestaande theorie?
epistemologische relexiviteit
richt zich op de invloed van methodologische keuzes op de onderzoeksresultaten
open science
wetenschappelijke kennis zou vrij moeten zijn voor iedereen
respect for persons
deelnemers mogen niet zonder toestemming worden blootgesteld aan schadelijke situaties
beneficence
onderzoek moet een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij
justice
er mogen in onderzoek geen groepen benadeeld worden ten gunste van andere groepen
Pseudo intimacy
verwijst naar situaties waarin een deelnemer zich overvallen voelt door een charismatisch iemand en daardoor meer deelt dan die eigenlijk van plan was
script deviation (inadvertent disclosure)
deelnemers delen per ongeluk persoonlijke informatie die niet relevant is voor het onderzoeksontwerp
undue intrusion
het is niet gepast om te veel van een deelnemer te vragen, vooral als de vragen ongepast of te indringen zijn voor de situatie
utilitarion (teleologie)
perspectief heeft focus op het grote goed en de consequenties van acties
universalisme
perspectief gaat uit van altijd en overal geldende regels
virtue ethics
perspectief gaat uit van dat een goed persoon goede dingen doet. De focus ligt op degene die de actie uitvoert, niet de actie
casuitry
er wordt afgegaan op eerdere beslissingen, afhankelijk van andere situaties welke criteria gebruikt worden om oordelen te vellen
relational ethics
focus op rol van participant - onderzoeker en de machtsverhouding tussen mensen
convergent parallel ontwerp
bij dit ontwerp worden zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek tegelijkertijd uitgevoerd, waarbij beide aspecten van dezelfde onderzoeksvraag worden onderzocht → resultaten beide methoden combineren en trianguleren, bevindingen bevestigen of vullen elkaar aan
verklarend sequentieel ontwerp
in dit ontwerp wordt eerst kwantitatief onderzoek uitgevoerd, gevolgd door kwalitatief → kwalitatief biedt verklaring voor resultaten kwantitatief
verkennend sequentieel ontwerp
eerst kwalitatief onderzoek, gevolgd door kwantitatief → kwalitatief helpt bij verkennen van onderwerp/ontwikkelen hypothese, kwantitatieve deel gebruikt om bevindingen te verifieren of generaliseren
ingebed ontwerp
ontwerp richt zich op kwantitatief onderzoek met klein kwalitatief deel of andersom → beide benaderingen ondersteunen elkaar
interpretive consistency
conclusies sluiten aan op bevindingen
theoretical consistency
conclusies passen bij bestaande theorieen
interpretive agreement
er is intersubjectiviteit met andere onderzoekers en participanten
interpretive distinctiveness
er is geen andere, meer logische verklaring voor de bevindingen
integrative efficacy
beide methoden dragen bij aan conclusies
ontologie
beschrijft de aard van de werkelijkheid en wat er onderzocht wordt
realisme
er bestaat objectieve, onafhankelijke werkelijkheid, die buiten het menselijke bewustzijn om bestaat en die losstaat van waarnemingen of interpretaties
idealisme
gaat ervan uit dat de werkelijkheid gevormd wordt door het bewustzijn
kritisch realisme
suggereert dat er een objectieve werkelijkheid bestaat, maar deze kan alleen geobserveerd worden door menselijke waarnemingen die subjectief zijn → vertekening
epistemologie
beschrijft de wijze waarop onderzoek wordt uitgevoerd en hoe kennis wordt verworven
inductief
specifieke waarnemingen of gegevens leiden tot de ontwikkeling van bredere theorieen of algemene conclusies
deductief
er wordt vanuit bestaande theorie een hypothese afgeleid, die wordt getest. doel is om hypothese te bevestigen of te weerleggen
Abductief
iteratieve benadering, onderzoekers beginnen met probleem en vervolgens formuleren ze de beste mogelijke verklaring
falsificatie
theorieen moeten getest kunnen worden en er moeten mogelijkheden zijn om ze te weerleggen
reductionisme
complexe fenomenen worden opgesplitst in eenvoudigere, meetbare elementen om deze te begrijpen en te analyseren
nomothetische kennis
er wordt gezocht naar algemene wetmatigheden of universele principes die van toepassing zijn op brede groepen of situaties
idiografische kennis
focus ligt op het beschrijven van het unieke, individuele aspect van een situatie of persoon, zonder generalisaties naar bredere groepen
empirisch analytisch paradigma
positivisme en relativisme
interpretatieve paradigma
constructivisme en idealisme
het kritisch..
emancipatoire paradigma