1/23
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Discoursanalyse is een specifieke bril waarbij je het algemene discours van een thema onderzoekt
Welke taal over mijn onderwerp is dominant en wat betekent dat?
Bv. ‘jungle van Calais’ komt heel negatief over
Bv. ‘vluchtelingencrisis’ of ‘humanitaire crisis’
Welke beelden krijgen we te zien en wat impliceren die?
Bv. witte kledij tijdens een speech over vrouwenrechten
Een methodologisch perspectief op mens, wereld en taal
De mens is een betekenisgever
De wereld is sociaal geconstrueerd
Taal is constructief
Taal is geconstrueerd
De mens is een betekenisgever
De mens is niet geprogrammeerd (dezelfde input zorgt niet voor dezelfde output bij iedereen)
Bv. bij een plas water zal de ene erin springen en de andere erom lopen
Mensen interpreteren zichzelf, anderen en de wereld en reageren op basis daarvan
Mensen gebruiken taal en symbolen om betekenis te geven aan zichzelf, anderen en de wereld rondom hen
De wereld als sociaal geconstrueerd
Sociaal constructionisme: identiteiten, relaties, kennis… zijn sociale constructen
Het zijn dingen die vooraf bestaan, maar ze worden geconstrueerd via sociale interactie (bv. in de opvoeding, opleiding, via media…)
Taal speelt een belangrijke rol in deze sociale constructie
Bv. er worden verschillende termen gebruikt om te praten over depressie (neurologisch onevenwicht, maatschappij die depressief maakt…)
Taal is constructief
Taal gebruik je niet alleen om de realiteit te beschrijven, maar taal construeert mee aan die realiteit
Bv. is armoede een probleem van de mens die niet capabel genoeg is om de juiste beslissingen te maken, of is het een probleem van ongelijke toegang tot hulp?
Taal is performatief: het is een vorm van sociale actie
Bv. verschillende foto’s over autisme, ene gaat over neurodivergentie, andere over een stoornis, andere zegt dat mensen met autisme een ander type brein hebben
Taal stuurt je blik als mens => a way of seeing is a way of not seeing
Taal biedt je manieren om de sociale realiteit te interpreteren en biedt attitudes ten aanzien ervan
Taal is geconstrueerd
De manier waarop we taal gebruiken is niet willekeurig: bepaalde structuren, patronen…
Betekenis komt voort uit relatie tussen woorden
Binaire opposities (bv. disabled/ablebodied, mind/body, good/bad)
Die tegenstellingen helpen ook om woorden uit te leggen (bv. goed is het tegenovergestelde van slecht)
Discours
Discours gaat niet over één uitspraak, maar over een manier van spreken (system of meaning)
Het is niet één krantenkop over migratie, maar bv. een racistisch/economisch discours
Een raster om naar de wereld te kijken en die betekenis te geven
Een cluster van ideeën, taal, beelden en culturele praktijken die bepalen wat er gezegd kan worden, hoe er over een bepaald onderwerp gesproken kan worden en welke overtuigingen, attitudes en handelingen passend zijn
Stromingen binnen discoursanalyse
Conversational discours analysis
Critical discours analysis & Foucauldiaanse discoursanalyse
Combinatie van de twee
Conversational discoursanalyse
Focus op alledaagse conversaties
Bv. aan de ontbijttafel, op het werk…
Critical discoursanalyse & Foucauldiaanse discoursanalyse
Rol van discours in de samenleving onderzoeken
Bv. beleidsdocumenten, media etc. analyseren
Bestendigen en bevragen van de sociale orde en de status quo
Macht: dominante discours en counterdiscours bekijken (Foucault en macht)
Waar zit macht en wie kan bepalen welke taal gebruikt wordt?
Combinatie van conversational en critical discoursanalyse
Ruimer maatschappelijk discours wordt geïnternaliseerd door mensen
Bv. ik moet aan zelfzorg doen => duidt op een discours van individualisering
Bv. hoe mensen spreken over relaties is steeds economischer (ik investeer in een relatie, ik neem een engagement op…)
Wanneer is een discoursanalyse gepast?
Als je meer te weten wil komen over de taal die gebruikt wordt
De onderzoeksvraag focust op betekenisgeving via taal
De onderzoeker heeft interesse in hoe betekenis wordt geconstrueerd (taal is geconstrueerd)
De onderzoeker heeft interesse in de impact van de betekenisgeving (taal is constructief)
Bv. autisme benoemen als een stoornis => legitimeert het om te werken met een diagnose en een aanpak
De onderzoeker is geïnteresseerd in de rol die macht hierin speelt (bv. kritische discoursanalyse) => wie zorgt dat deze discours ontstaan
Hoe voer je een discoursanalyse uit?
Geen vast recept (bv. krantenartikelen analyseren van de afgelopen 15 jaar vs. taalgebruik op de werkvloer analyseren => groot verschil)
Wel een paar stappen die je kan doorlopen om openheid en sensitiviteit te creëren voor taal
Data verzamelen
Transcriptie van data
Hypothese genereren
Coderen en analyseren
Taal is geconstrueerd
Taal is contextueel
Taal is constructief
Data verzamelen
De data die je onderzoekt is ‘tekst’, maar kan bv. ook beelden, ruimte-indeling of gesprekken zijn
Bv. ene klasopstelling in een cirkel, andere het klassieke beeld van leerkracht vooraan
Ofwel gebruik je bestaande data, ofwel creëer je zelf data (bv. focusgroepen/interviews)
Ofwel in de diepte (bv. één beleidsdocument) ofwel een brede focus (bv. alle Tweets van Obama)
Je maakt selecties en dat vraagt voor verantwoording => waarom zo en niet anders?
Transcriptie van data
Data uitschrijven is belangrijk: basis voor je analyse + transparantie naar lezers
Intensief proces, maar flexibiliteit mogelijk naargelang je vraag (bv. noteer je stiltes, haperingen etc.)
Bij een discussie over intieme/gevoelige onderwerpen kan dat interessant zijn
Bij een kritische discoursanalyse is dat minder van belang
Je maakt opnieuw selecties en dat vraagt voor verantwoording => waarom zo en niet anders?
Hypotheses genereren
Eerste antwoorden op de vragen wat opvalt, wat afwijkt of wat steeds terugkomt
Bv. je ziet vaak het woord ‘self’ terugkeren (self love etc.) => is dat empowerment, of eerder een vorm van individualisering
Bv. tijdens corona werden er vaak sportmetaforen/oorlogsmetaforen gebruikt
Taal is geconstrueerd - coderen en analyseren
Je gaat op zoek naar patronen in de tekst qua taalgebruik/betekenisgeving
Bv. ouders van een kind met een beperking => gebruiken ze eerder een biomedisch discours of een rechtendiscours
<=> thematische analyse: sommige reacties van omstaanders zijn heel ondersteunend terwijl andere reacties stigmatiserend zijn
Wat is dominant? Hoe verhouden de termen zich tegenover elkaar?
Hiërarchie waarbij het ene boven het andere staat
Is er een tegendiscours dat er recht tegenover staat, of staan de discours eerder naast elkaar (tegenstellingen/binaire opposities)
Proberen de structuur te visualiseren
Bv. bij mentale problemen zien we vaak het ‘I made it!’verhaal, maar weinig tegenverhalen/verhalen die complexer zijn
Taal is contextueel - coderen en analyseren
Breng de context in beeld
Wie spreekt er? Wie niet? Machtsposities?
Welk genre is de ‘tekst’
Bv. artikels over mentale gezondheid komen vaak terug in ‘lifestyle’ sectie => wordt gezien als een probleem van levensstijlkeuzes, zit niet in de sectie van politiek of wetenschap
Wat is de situationele context? Bv. informeel, dagelijks/uitzonderlijk
Taal is constructief - coderen en analyseren
Wat is de impact van dit discours? Welke vorm van handelen hoort bij dit discours?
Zijn er mensen die meer baat hebben bij een discours dan andere?
Bv. racistisch discours is mee geconstrueerd door media in evolutietheorie, maar zwarte mensen hebben daar absoluut geen baat bij
Bv. iedereen is gelijk/kleurenblindheid => zou goed moeten zijn voor iedereen, maar er is daardoor bijna geen ruimte meer om te erkennen dat racisme een sociaal construct is en dat er daardoor ongelijkheden zijn in de samenleving
Ambiguïteit van het discours proberen vatten
Bv. verslaving als medisch discours => ziekte die behandeld moet worden
Bv. verslaving als moreel discours => deze mensen hebben een slecht karakter
Misschien weinig ruimte om na te denken over de rol van de samenleving?
Je mag ook zelf een positie innemen als onderzoeker
Discoursanalyse is inductief én deductief
Zaken die naar voor komen vanuit je data => hypotheses maken
Via literatuur/theorie kijken of je verzamelde data daarmee klopt
Ga op zoek naar deviant cases (afwijkende data)
Wat komt over als onverwacht? Wat zag je weinig opduiken?
Belangrijk om te tonen dat je discours dominant is, maar dat er andere discours bestaan
Eventueel je hypothese/een counterverhaal meenemen
Discoursanalyse is een interpretatief en systematisch proces
Limieten van je onderzoek bespreken => veel studenten zeggen dat discoursanalyse subjectief is
Maar kan je ook deels weerleggen:
4-ogen principe/interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Inductief werken: vertrekken uit en onderbouwen met je data
Deductief werken: interpretatie vanuit bepaalde kaders
Je gaat systematisch tewerk om je data (taal) te analyseren
Voorbeeld discoursanalyse - school in US waarbij leerlingen die mentale problemen hadden, gevraagd werden de school te verlaten
Ze verwachten dat je de ‘juiste’ keuze maakt, dat je vrijwillig pauze neemt
Beetje outsourcen naar het medische
Discours gaat over gevaar en risico (voor zichzelf, voor de school…)
Economisch discours: student kost ook geld aan de universiteit
Juridisch discours: is het legaal wat deze universiteiten doen? Advocaten aan het woord
Humanistisch discours: wat zijn de ervaringen van de studenten zelf
Het samengaan van discours kan ook een bevinding zijn (bv. economisch discours gaat vaak samen met individualistisch discours)