1/45
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
apporter
brengen
arriver
aankomen
augmenter/monter
stijgen/toenemen
commencer
beginnen
noter
invullen
diminuer/ descendre/baisser
dalen
écouter
luisteren
emporter
meenemen
entrer dans
binnengaan
essayer
proberen
éviter
vermijden
expliquer
uitleggen
oublier
vergeten
parler
spreken
passer/repasser
voorbij passeren/opnieuw passeren - strijken
raconter
vertellen
regarder
kijken
renconter
ontmoeten
rester
blijven
améliorier
verbeteren
supprimer
schrappen
tomber
vallen
tourner/retourner
draaien/terugkeren - omdraaien
finir
beëindigen
partir
vertrekken
dormir
slapen
sortir
naar buiten gaan
sentir
ruiken, proeven
mentir
liegen
servir
bedienen
ouvrir
openen
couvrir
bedekken
explorer
ontdekken
offrir
aanbieden
souffrir
lijden
conduire
sturen/rijden/besturen
construire
bouwen
traduire
vertalen
craindre
vrezen
éteindre
doven/uitdoen
joindre
samenvoegen/samenkomen
peindre
schilderen
attendre
wachten
entendre
horen
rendre
maken (blij maken)/ (terug)geven
vendre
verkopen