structuur van chromatine en chromosomen

0.0(0)
studied byStudied by 11 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/48

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

49 Terms

1
New cards

Wat zijn prokaryote cellen?

  • geen echt celkern

  • DNA is niet opgerold rond proteïnen —> los in cytoplasma

  • bacteriën en archaea

2
New cards

Wat zijn eukaryote cellen?

  • celkern

  • DNA zit rond histonen —> chromatine

  • eencellige en meercellige

3
New cards

Waar staat DNA voor?

desoxyribosenucleïnezuur

4
New cards

Wat is de celcyclus?

De groeifase / interfase gevolgd door de cedeling.

5
New cards

Wat is het kernmembraan?

Een dubbele fosfolipenlaag die de celkern/nucleus afscheidt van het cytoplasme.

6
New cards

Waaruit bestaan membranen?

Een dubbele fosfolipenlaag.

7
New cards

Wat gebeurt er via de kernporiën?

Uitwisseling van stoffen tussen cytosol en kerninhoud.

8
New cards

Wat zijn kernlichaampjes?

De nucleoli zijn de aanmaakplaatsen van ribosomaal RNA (rRNA).

9
New cards

Wat is gebeurt er i/d nucleolus?

Het ineenzetten van rRNA en ribosomale proteïnen tot 2 aparte subeenheden.

10
New cards

Wat is chromatine?

Chromatine is een netwerk van chromatinevezels. Deze zijn voornamelijk opgebouwd uit DNA en histonen.

11
New cards

Wat is DNA?

DNA is het genetisch materiaal dat de informatie bevat om in cellen proteïnen aan te maken.

12
New cards

Uit wat bestaat een nucleotide?

  • sacharide met 5 C-molecule (desoxyribose - bij DNA en ribose - bij RNA)

  • fosfaatgroep

  • organische, stikstofhoudende base

13
New cards

Wat zijn de verschillende base en waar staan ze voor?

  1. A - adenine (DNA en RNA)

  2. C - cytosine (DNA en RNA)

  3. G - guanine (DNA en RNA)

  4. T - thymine (DNA)

  5. U - uracil (RNA)

14
New cards

Wat is het verschil in structuur tussen DNA en RNA?

  • suikermolecule:

    • desoxyribose bij DNA

    • ribose bij RNA

  • base:

    • thymine bij DNA

    • uracil bij RNA

15
New cards

Geef een ander woord voor bouwstenen.

nucleotiden

16
New cards
<p>aan welk nummer bindt zich de:</p><ul><li><p>fosfaatgroep</p></li><li><p>base</p></li><li><p>hydroxylgroep</p></li></ul>

aan welk nummer bindt zich de:

  • fosfaatgroep

  • base

  • hydroxylgroep

  • fosfaatgroep: 5

  • base: 1

  • hydroxylgroep: 3

17
New cards

Hoe worden nucleotiden aan elkaar gebonden?

Het fosfaatgroep van de ene nucleotide bindt zich aan de -OH groep van de andere nucleotide. (fosfaatbruggen)

18
New cards

Wat zijn de kenmerken van de ruimtelijke structuur van DNA?

  • dubbele helix

  • complementaire structuur

  • antiparallelle structuur

19
New cards

leg uit: DNA is een dubbele helix

Het is opgebouwd uit 2 strengen van nucleotiden die schroefvormig gedraaid zijn rond een denkbeeldige as.

20
New cards

leg uit: DNA heeft een complementaire structuur

  • geen vaste regelmaat (volgorde base) maar A ligt altijd tegenover T en G ligt altijd tegenover C

  • tussen de basen heersen H-bruggen:

    • A en T: 2

    • G en C: 3

21
New cards

leg uit: DNA heeft een antiparallelle structuur

Als je kijkt naar de 2 ketens van DNA, zie je dat ze tegengesteld georiënteerd zijn t.o.v. elkaar:

  • de linkerstreng is 5’ —> 3’ georiënteerd

  • de rechterstreng is 3’ —> 5’ georiënteerd

<p>Als je kijkt naar de 2 ketens van DNA, zie je dat ze tegengesteld georiënteerd zijn t.o.v. elkaar:</p><ul><li><p>de linkerstreng is 5’ —&gt; 3’ georiënteerd </p></li><li><p>de rechterstreng is 3’ —&gt; 5’ georiënteerd</p></li></ul>
22
New cards

leg uit: de ruimtelijke structuur van DNA-moleculen, voldoet aan de functies die de moleculen moeten vervullen.

  1. basenvolgorde / basensequentie —> vertegenwoordigt de informatie om in cellen proteïnen aan te maken

  2. complementariteit —> de basenvolgorde van de ene streng gekend, dan die van de andere ook. Dit is de basis voor de exacte replicatie van DNA.

23
New cards

Wat zijn de kenmerken van de ruimtelijke structuur van RNA?

  • enkelstrengig

  • zelfde oriëntatie als DNA 5’ —> 3’

  • ruimtelijk opgevouwen door H-bruggen

24
New cards

Wat is een gen?

Een DNA fragment dat de code bevat voor de aanmaak van een polypeptide.

25
New cards

Hoe kom je tot een proteïne?

DNA —> RNA —> polypeptide keten —> proteïne —> kenmerk (proteïnen bepalen de structuur en de werking v/d cel.

26
New cards

Wat zijn de functies en kenmerk van histonen?

  • ze dienen als spoel of klos waarond de DNA-moleculen worden opgevouwen

  • regulerende rol (de manier waarop DNA toegankelijk is voor decodering)

  • vormen proteïnecomponent van chromatine

27
New cards

wat is een chromatinevezel?

DNA opgevouwen rond histonen (het geheel)

28
New cards

wat is een nucleosoom?

DNA dat 2x gewikkeld is rond een octomeer van histonen (8 proteïnebolletjes)

DNA en histonen worden daarin samengehouden door H-bruggen

geeft chromatine uitzicht v/e parelsnoer

29
New cards

wat is euchromatine?

  • parelsnoer

  • DNA bereikbaar voor decodering

  • actief

30
New cards

wat is heterochromatine?

  • chromatinevezels compacter opgerold rond andere H1 histonen

  • DNA is moeilijk bereikbaar voor decodereing

  • inactief

31
New cards

Wat is DNA-replicatie?

Het kopiëren van de DNA tot de dubbele hoeveelheid tijdens de interfase.

32
New cards

Wat is de 1ste stap van DNA-replicatie?

Met behulp van DNA-helicase worden de 2 complementaire ketens losgemaakt. Hierdoor ontstaan er replicatievorken. De 2 losgemaakte complementaire ketens vormen samen een replicatielus.

33
New cards

Wat is de 2de stap van DNA-replicatie?

Met behulp van DNA polymerase worden de ontbrekende complementaire nucleotiden aangevuld op elk van de ketens en worden ze onderling verbonden tot 1 keten.

34
New cards

35
New cards
36
New cards
37
New cards
38
New cards
39
New cards
40
New cards
41
New cards
42
New cards
43
New cards
44
New cards
45
New cards
46
New cards
47
New cards
48
New cards
49
New cards