1/109
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Welke bedreiging hoort bij interne validiteit en niet bij externe validiteit
demand characteristics (proefpersonen passen hun gedrag aan omdat ze denken te weten wat er verwacht wordt)
Welke factor bedreigt externe validiteit maar niet interne validiteit
een niet representatieve steekproef zoals alleen psychologiestudenten of een artificiële labo omgeving
Welk ethisch principe komt vóór een experiment en is noodzakelijk naast debriefing
informed consent waarbij deelnemers vooraf toestemming geven
Waarom mag een coverstory enkel gebruikt worden als er nadien een debriefing volgt
omdat deelnemers recht hebben op correcte informatie over het doel en eventuele misleiding
Welk effect beschrijft het Pygmalion experiment van Rosenthal en Jacobson en is dus geen proefleidereffect
verwachtingseffect waarbij hoge verwachtingen leiden tot betere prestaties
Wat is het Golem effect in één zin
lage verwachtingen van een autoriteit leiden tot slechtere prestaties
Wat is een correcte bedreiging voor interne validiteit in de casus met mondmaskers en begroetingen
selectiebias wanneer de groepen vooraf niet gelijk zijn of verschillen in situatie
Wat is de eerste stap van het cognitief beslissingsmodel van Darley & Latané?
Wordt de situatie opgemerkt? Mensen moeten eerst opmerken dat er iets aan de hand is voordat ze verder kunnen beslissen om te helpen.
Wat is de tweede stap van het cognitief beslissingsmodel?
Wordt de situatie geïnterpreteerd als een noodsituatie? Mensen moeten de situatie herkennen als een echt probleem of noodsituatie.
Wat is de derde stap van het cognitief beslissingsmodel?
Acht ik mezelf verantwoordelijk? Het individu moet zichzelf verantwoordelijk voelen om in te grijpen.
Wat is de vierde stap van het cognitief beslissingsmodel?
Weet ik wat ik moet doen? Mensen moeten weten welke actie effectief en passend is in deze situatie.
Wat is de vijfde stap van het cognitief beslissingsmodel?
Ga ik helpen? Uiteindelijk beslist men of men daadwerkelijk ingrijpt of niet.
Wat is pluralistische onwetendheid?
Een situatie waarin mensen niet ingrijpen omdat ze naar anderen kijken en aannemen dat er niets aan de hand is als niemand reageert.
Wat is diffusie van verantwoordelijkheid?
Het mechanisme waarbij individuen zich minder verantwoordelijk voelen om in te grijpen naarmate er meer mensen aanwezig zijn.
Wat is een voorbeeld van altruïstische motivatie bij hulpgedrag?
Iemand helpt puur om het welzijn van een ander te verbeteren
Wat is een voorbeeld van egoïstische motivatie bij hulpgedrag?
Iemand helpt zodat hij zelf iets krijgt
Wat zijn de botsende cognities bij cognitieve dissonantie?
Bijvoorbeeld: “Ik wil minder tijd op TikTok zitten” vs. “Ik zit toch weer een uur op TikTok.”
Noem twee strategieën om cognitieve dissonantie te reduceren.
Wat is onvoldoende justificatie bij cognitieve dissonantie?
Wanneer gedrag niet genoeg beloond of afgeschrikt wordt
Welke territoria onderscheidt Bakker in zijn territoriumleer?
Privégebieden en publieke arena.
Wat valt onder privégebieden?
Persoonlijke ruimte
Wat valt onder publieke arena?
Psychologische ruimte (behoefte aan aandacht) en actieterritoria (onder eigen controle vallende rollen/verantwoordelijkheden).
Hoe kan een geschonden vluchtheuvel leiden tot psychologische agressie?
Wanneer iemand geen privacy of rust kan vinden
Wat is het verschil tussen acquisition en performance in aangeleerde agressie volgens Bandura?
Acquisition is het leren zien van gedrag zonder het direct uit te voeren
Hoe kan digitale stalking worden gezien als agressie?
Digitale stalking is herhaaldelijk gedrag met intentie psychologische pijn toe te brengen en persoonlijke grenzen te overschrijden.
Wat is een voorbeeld van digitale bystander effect?
Mensen kijken toe of filmen een situatie via telefoon
Wat is een groep?
Een groep ontstaat wanneer minstens twee personen met elkaar interacteren en onderling afhankelijk zijn; hun behoeften
Wat is het verschil tussen groep en collectief?
Groep: echte interactie en samenwerking; Collectief: alleen aanwezigheid van anderen
Waarom sluiten mensen zich aan bij groepen?
Evolutionaire overleving
Wat zijn groepsnormen?
Regels binnen een specifieke groep die gedrag beïnvloeden en cohesie versterken.
Wat zijn functionele rollen?
Verwachtingen over hoe groepsleden zich gedragen (bv. leider
Wat gebeurde bij het Stanford Prison Experiment?
Studenten pasten zich extreem aan hun rol aan; bewakers werden wreed
Wat is groepscohesie?
Mate van verbondenheid en sympathie binnen een groep; te veel cohesie kan leiden tot groupthink.
Wat is sociale facilitatie?
Aanwezigheid van anderen verhoogt arousal
Wat verklaart Zajonc over sociale facilitatie?
Dominante respons wordt versterkt door fysiologische arousal; eenvoudig = beter
Wat is evaluatieangst (Cottrell)?
Opwinding ontstaat door verwachting dat anderen ons beoordelen
Wat is distractie-conflicttheorie (Baron)?
Aandachtsconflict tussen taak en omgeving verhoogt arousal.
Wat is social loafing?
Verminderde inzet in groep wanneer individuele bijdrage niet zichtbaar is; Ringelmann-effect.
Hoe kan social loafing verminderd worden?
Identificeerbare inspanning
Wat is de-individuatie?
Opgaan in de groep waardoor persoonlijke verantwoordelijkheid afneemt en gedrag impulsiever of afwijkender wordt.
Wat is groepsdenken (groupthink)?
Drang naar harmonie binnen een hechte groep overheerst kritisch denken; leidt tot tunnelvisie en slechte beslissingen.
Hoe voorkom je groepsdenken?
Neutraal leiderschap
Wat is groepspolarisatie?
Versterking van reeds bestaande meningsverschillen binnen een groep (risk shift of conservative shift).
Wat zijn de fases van groepsontwikkeling volgens Tuckman?
Vormfase
Wat zijn de 8 fasen van genocide volgens Stanton?
Classificatie
Wat is classficatie bij genocide?
Groepen worden onderscheiden en gemarkeerd als ‘anders’ (bv. Joden in nazi-Duitsland).
Wat is symbolisatie?
Een groep wordt herkenbaar gemarkeerd (bv. Jodenster).
Wat is dehumanisatie?
Groep wordt ontmenselijkt om collectief haten te vergemakkelijken.
Wat is organisatie bij genocide?
Structuren en militaire eenheden zoals Einsatzgruppen worden ingezet om vervolging te coördineren.
Wat is polarisatie bij genocide?
Groep systematisch uit de maatschappij verdreven via getto’s of concentratiekampen.
Wat is preparatie?
Plannen en organiseren van de uiteindelijke vernietiging van een groep (bv. Wannseeconferentie).
Wat is exterminatie?
Massamoord uitgevoerd met methoden zoals vergassing of executies.
Wat is ontkenning?
Poging om genocide te verbergen of het bestaan te ontkennen na afloop.
Sociale perceptie
De manier waarop wij oordelen over anderen en verklaringen zoeken voor hun gedrag
Eerste indruk
Het snelle oordeel dat we vormen over iemand op basis van uiterlijk
Attributie
Het proces van verklaren van eigen of andermans gedrag door oorzaken toe te schrijven
Integratie van attributies
Het samenvoegen van toegeschreven eigenschappen tot één algemeen oordeel of impressie
Verwachtingen
Vooropgezette ideeën die subtiel het gedrag van anderen beïnvloeden en bevestigen
Waarnemer
De persoon die observeert en de werkelijkheid subjectief interpreteert
Schema
Mentale structuren die informatie organiseren
Primaire kenmerken
Direct zichtbare eigenschappen zoals geslacht
Stereotype
Vaststaand beeld van een groep dat eerste indrukken beïnvloedt
Babyface-effect
Het fenomeen dat jeugdige gelaatstrekken geassocieerd worden met vriendelijkheid maar ook naïviteit
Scripts
Onbewuste verwachtingen over gepast gedrag in een bepaalde situatie
Gedrag
Alles wat een persoon doet
Verbaal gedrag
De inhoud van wat iemand zegt
Paraverbaal gedrag
De manier waarop iets gezegd wordt
Non-verbaal gedrag
Lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen die emoties communiceren
Gelaatsuitdrukkingen
Universele manieren om emoties over te brengen
Basisemoties volgens Ekman
Blijdschap
Culturele uitingsregels
Verschillen in hoe en wanneer emoties worden getoond in verschillende culturen
Attributie
Verklaring van gedrag door interne of externe oorzaken
Interne attributie
Oorzaak van gedrag toegeschreven aan persoonlijke eigenschappen
Externe attributie
Oorzaak van gedrag toegeschreven aan de situatie of externe factoren
Stabiele oorzaak
Een blijvende oorzaak
Instabiele oorzaak
Tijdelijke oorzaak
Corresponderende gevolgtrekking
Theorie dat gedrag persoonlijke eigenschappen kan onthullen onder bepaalde voorwaarden
Voorwaarden corresponderende gevolgtrekking
Keuzevrijheid
Covariatietheorie van Kelley
Gedrag wordt verklaard op basis van covariantie van consensus
Consensus
Mate waarin anderen hetzelfde gedrag vertonen
Distinctiviteit
Mate waarin gedrag specifiek is voor een situatie
Consistentie
Mate waarin gedrag in tijd en omstandigheden gelijk blijft
Persoonsattributie
Gedrag toegeschreven aan de persoon zelf
Stimuli-attributie
Gedrag toegeschreven aan de stimulus of situatie
Omstandigheidsattributie
Gedrag toegeschreven aan toevallige omstandigheden
Attributievertekening
Systeemfouten in het maken van attributies
Fundamentele attributiefout
Overschatten van interne oorzaken bij anderen en onderschatten van situatie
Twee-stappenmodel van Gilbert
Eerst automatische persoonsattributie
Actor-observator effect
Actor richt op situatie
Heuristiek
Mentale vuistregel om snel oordelen te maken
Beschikbaarheidsheuristiek
Oordeel gebaseerd op makkelijk oproepbare informatie
Representativiteitsheuristiek
Oordeel gebaseerd op overeenstemming met een prototype
Valse-consensus effect
Neiging om eigen gedrag en mening als norm te zien
Zelfdienende attributie
Succes aan jezelf toeschrijven
Defensieve attributie
Succes van anderen toeschrijven aan geluk
Primacy effect
Informatie die eerst wordt aangeboden beïnvloedt het oordeel sterker
Centrale trekken
Eigenschappen die de indruk over iemand sterk sturen
Perifere trekken
Eigenschappen met weinig invloed op de algemene indruk
Summatief model
Globale indruk door optellen van waarden van eigenschappen
Gemiddelde model
Globale indruk door gemiddelde van alle eigenschappen te nemen