1/89
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
extraheren
scheidingsmethode waarbij 2 stoffen worden gescheiden doordat ze een andere oplosbaarheid hebben
adsorberen
een scheidingsmethode op basis van aanhechtingsvermogen
destilleren
Een scheidingsmethode op basis van verschil in kookpunt
pH =
-log[H+]
[H+] =
10^-ph
pOH =
-log[OH-]
[HO-] =
10^-pOH
atoombinding
Binding die atomen in een molecuul met elkaar verbindt.
metaalbinding
De binding tussen metalen. door protonen en elektronen die aan elkaar binden.
ion binding
Wordt bepaalt door het positieve metaal en het negatieve niet-metaal in een zout.
covalentie
het aantal bindingsmogelijkheden van een atoomsoort
waterstofbruggen
bindingen die worden gevormd tussen OH en NH groepen.
reactiewarmte ΔE
geeft aan hoeveel energie vrijkomt of nodig is bij een chemische reactie: ΔE = E(reactieproducten) - E(beginstoffen)
elektrolyt
een zoutoplossing die zorgt voor een geleidende verbinding in een elektrochemische cel.
oxidator
een stof die elektronen kan opnemen
Reductor
een stof die elektronen kan afgeven
additiepolymeer
additiepolymeren worden gemaakt door additiepolymerisatie. tijdens deze reactie wordt een dubbele binding tussen twee koolstofatomenen in een monomeer verbroken waardoor hij een binding aan kan gaan met een ander monomeer. dit samen vormt een polymeer.
composiet
een polymeer dat versterkt is met vezel, zoals glasvezel.
condensatiepolymeer
een condensatiepolymeer ontstaat door condensatiepolymerisatie. hierbij vinden condensatiereacties plaats. dat zijn reacties waarbij uit twee moleculen een groter molecuul gevormd wordt en een klein molecuul afsplitst.
esterbindingen
een zuurgroep (COOH) reageert met een hydroxylgroep (OH). en er ontstaat polyester.
amidebindingen
een zuurgroep (COOH) reageert met een aminogroep (NH2). er ontstaat een polyamide.
hydrolysereactie
Condensatiereacties zijn omkeerbaar door de ester of amidegroepen met water te laten reageren.
copolymeer
een polymeer dat is opgebouwd uit verschillende monomeren.
thermoharder
een thermoharder is een polymeer dat hard blijft tijdens het verwarmen. dat komt doordat de polymeerketens onderling verbonden zijn door atoombindingen. die bindingen heten crosslinks.
thermoplast
een thermoplast is een polymeer dat zacht wordt tijdens het verwarmen. het bestaat uit lange polymeerketens verbonden door vanderwaalsbindingen.
aminozuur
een alkaanzuur met een aminogroep (op C-atoom 2).
enzym
een eiwit dat als biokatalysator optreedt
peptidebinding
de binding waarmee aminozuren aan elkaar worden gekoppeld
blokschema
in een blokschema is een chemisch productieproces schematisch weergegeven. voor een proces geldt de massa- en energiebalans, alle atomen en energie die het proces ingaan komen er ook weer uit.
cradle to cradle
er ontstaat geen afval door gebruik te maken van technische of natuurlijke kringlopen.
Halogenen
De elementen uit groep 17 van het periodiek systeem die gemakkelijk reageren
Zouten
opgebouwd uit positieve en negatieve ionen. Gebonden door een ionbinding. Naam: positief ion + negatief ion. (Natriumchloride)
Oxiden
Verbindingen van een element met zuurstof
massapercentage
Massa deel : massa geheel x 100%
Volume (V)
Eenheid M^3, L (= dm^3) of mL (= cm^3)
Dichtheid
massa : volume (kg/m^3)
Molaire massa (M)
De massa van 1 mol stof. In g/mol
Molariteit (n)
aantal mol per L oplossing (mol/L)
Concentratie
Aantal mol deeltjes van stof X dat per liter aanwezig is. ([X] eenheid: mol/L
zuurbase reactie
Zuur geeft h3o+ aan base
Katalysator
iets wat een bepaald proces aanjaagt of bevordert
Botsende deeltjesmodel
Verklaring uitgaande van botsingen tussen reagerende deeltjes
activeringsenergie
de energie die nodig is om de reactie te starten
apolaire stof
hydrofobe stof, lost slecht op in water
atoomeconomie
de massa van het gewenste product/ massa van de beginstoffen x 100 %
Base
Deeltje dat H+ opneemt
batchproces
proces waarbij de reactor telkens na de reactie leeggehaald wordt
brandstofcel
Een elektrochemische cel met zuurstof als oxidator en een brandstof als reductor.
covalente binding
atoombinding
E-factor
Hoeveel kg afval ontstaat bij gewenst product
elektrochemische cel
redoxreactie waarbij elektronen niet rechtstreeks maar via een draad van reductor naar oxidator gaan, waardoor je stroom krijgt. Een elektrochemische cel levert energie, chemische energie wordt omgezet in elektrische energie.
emulsie
troebel mengsel van twee vloeistoffen
crosslink
Verbinding tussen polymeerketens
fosfolipiden
bouwsteen van het celmembraan, bevat een hydrofobe staart en hydrofiele kop
grenswaarde
Hoeveelheid stof er in de lucht maximaal mag zitten
Hydrolyse
Stof reageert met water en er ontstaan kleine stoffen
halfreactie
reactie waarin een oxidator- of reductordeeltje elektronen opneemt of afstaat
isomeren
Stoffen met dezelfde molecuulformule, maar een andere structuurformule.
macroniveau
Het niveau van stoffen die je kunt zien
microniveau
Niveau van moleculen, ionen atomen en bindingen
massagetal
aantal protonen + aantal neutronen
Legering
mengsel van metalen
monomeer
Kleinste eenheid waaruit een polymeer is ontstaan.
overmaat
de beginstof die overblijft na het aflopen van de reactie
ondermaat
een beginstof die volledig reageert
polaire stof
stof waarvan de ene kant een beetje positief is geladen en de andere kant een beetje negatief. Bijvoorbeeld stoffen met een -OH of NH groep. Polaire stoffen lossen goed op in andere polaire stoffen zoals water.
Ppb
10^9
Ppm
10^6
Recirculatie
Het terugvoeren van een stof naar een punt eerder in het proces.
rendement
opbrengst; nuttig effect
reagens
Een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kan aantonen.
substitutie
reactie waarbij atomen of groepen atomen uitwisselen
substraat
stof waarop een enzym inwerkt
additiereactie
Reactie waarbij een molecuul zich bindt aan een molecuul met een C-keten met daarin een dubbele of drievoudige binding.
Condensatiereactie
Assimilatiereactie waarbij een klein molecuul (meestal water) wordt afgesplitst.
ADI-waarde
aanvaardbare dagelijkse inname
verdelingsgraad
Geeft aan hoe fijn een stof verdeeld is.
volledige verbranding
Verbranding waarbij voldoende zuurstof aanwezig is.
onvolledige verbranding
verbranding met te weinig zuurstof
weekmaker
Stof die kunststoffen week (zachter en buigzamer) maakt.
zuur
stof die een H+ afstaat
Smog
Mist die is vervuild door afval
Vergisting
reactie waarbij dankzij een gist een suiker wordt in alcohol en koolstofdioxide
Zure depositie
verzuring veroorzaakt door SO2 en NOx, wordt vaak zuren regen genoemd
stikstofkringloop
schema dat laat zien hoe stikstof in opeenvolgende processen voorkomt
vanderwaalsbinding
Binding die moleculen bij elkaar houdt.
Redoxreactie
Reactie waarbij elektronen van een reductor worden overgedragen op een oxidator
S2-
Sulfide
O2-
Oxide
OH-
Hydroxide