Kaarten: Gastro-intestinaal stelsel - Embryologie H6 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/159

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

160 Terms

1
New cards

ectoderm

Deze embryologische laag vormt de huid van de buikwand

2
New cards

splanchnisch laterale plaat mesoderm

Deze embryologische laag staat in voor de ontwikkeling van de lamina propria, submucosa, spierlaag, bindweefsellaag en bloedvaten van de gastro-intestinale tractus. (wees specifiek), deze laag gaat tegen het endoderm liggen.

3
New cards

endoderm

Deze laag staat in voor de vorming van de mucosa van de gasto-intestinale tractus.

4
New cards

membrana buccopharyngea

= vormt het craniaal blind eindigende deel van de primitieve darm. Deze scheidt de toekomstige mond van de pharynx en ruptueert tijdens week 4.

5
New cards

proctodeum

= het ectodermaal deel van het spijsverteringsstelsel.

6
New cards

membrana cloacalis

= vormt het caudale uiteinde van de primitieve darm, thv het proctodeum.

7
New cards

septum urorectale

deze verdeelt de cloaca in een ventrale membrane urogenitalis en een dorsale membrana analis.

8
New cards

somatisch laterale plaat mesoderm

Deze laag van het mesoderm gaat tegen het ectoderm gaan liggen.

9
New cards

extra-embryonale coeloomholte

= latere chorion holte

10
New cards

intra-embryonale coeloomholte

Deze ruimte wordt gevormd tussen het splanchnisch en somatisch laterale plaat mesoderm en geeft oorsprong aan de pericardholte.

11
New cards

canalis pericardio-peritonealis

= vormt de pleuraholte en de latere peritoneale holte, door scheiding van elkaar door het septum transversum.

12
New cards

peritoneum

= dunne buikvlies dat de binnenste buikwand (somatisch/pariëtaal mesoderm) en de buitenzijde van organen (splanchnisch/visceraal mesoderm) bekleedt.

13
New cards

meso

= peritoneale plooi waarmee een orgaan vastgehecht is aan de dorsale en/of ventrale buikwand.

14
New cards

omentum

= epiploön = peritoneale plooi die 2 organen met elkaar verbindt. vb. lig. hepatogastricum

15
New cards

mesenterium

= dubbel peritoneale laag die rond een orgaan gelegen is en deze verbindt met een lichaamswand. Dit orgaan krijgt dan een intra-peritoneale ligging. Zorgt voor de ophanging van de primitieve darm. Bij een volwassen individu slaat deze term op de verbinding tussen de dunne darm en de dorsale lichaamswand.

16
New cards

mesogastrium dorsale

= omentum majus = verbindt de maag met de dorsale lichaamswand

17
New cards

mesoduodenum

= verbindt het duodenum met de dorsale wand bij een embryo

18
New cards

mesocolon

vervindt het colon met de dorsale lichaamswand

19
New cards

mesenterium commune

= verbindt de dunne darm met de dorsale lichaamswand.
= meso-enteron
= meso van het enteron

20
New cards

mesenterium ventrale

verbindt de abdominale oesophagus, gastrium en bovenste deel van het duodenum aan de ventrale lichaamswand. Differentieert zich later tot omentum minus en ligamentum falciforme.

21
New cards

- primitieve pharynx
- respiratoir divertikel
- oesophagus
- gastrium
- lever
- galblaas

De voordarm geeft aanleiding tot

22
New cards

einddarm

Vanaf het distale 1/3 van het colon transversum start de ...

23
New cards

omentum majus

= peritoneale verbinding tussen de maag en het colon, bestaat uit 4 lagen.

24
New cards

omentum minus

Ventrale ophangband maag, tussen maag en lever in. Zit vast aan de kleine binnen bocht van de maag.

25
New cards

ligamentum suspensorium

= naam voor het bindweefsel tussen 2 lagen peritoneaal weefsel, waarin bloedvaten en zenuwen vervoerd worden.

26
New cards

septum oesophagotracheale

= dit septum scheidt de oesphagus en de trachea van elkaar.

27
New cards

muscularis mucosa

deze laag ontstaat tussen de lamina propria en de submucosa op week 34

28
New cards

lamina propria

Deze laag ontstaat tussen het epitheel en de submucosa op week 8.

29
New cards

truncus coeliacus

Dit is de arterie dat de voordarm bevloeit.

30
New cards

arteria mesenterica superior

Deze arterie voorziet de middendarm van bloed.

31
New cards

arteria mesenterica inferior

Deze arterie voorziet de einddarm van bloed.

32
New cards

papilla duodeni major

= papil van Vater: herkenningspunt in het craniale gedeelte die het einde van de voordarm aanduidt en het begin van de middendarm weergeeft. Hier monden de ductus choledocus en ductus pancreaticus major.

33
New cards

meerlagig niet verhoornd plaveicelepitheel

De slokdarm bevat dit soort epitheel.

34
New cards

inductie endoderm

De omliggende spierlagen van de oesophagus ontwikkelen zich onder invloed van ...

35
New cards

week 5

In deze week wordt de circulaire spierlaag van de oesophagus zichtbaar

36
New cards

week 8

In deze week worden de longitudinale spiervezels van de oesophagus zichtbaar

37
New cards

splanchnisch mesoderm

De gladde spieren die kenmerkend zijn voor de oesophagus ontstaan uit?

38
New cards

Para-axiaal mesoderm

De dwarsgestreepte spieren die aanwezig zijn craniaal in de oesophagus (vb. constrictor pharyngis inferior) zijn afkomstig van?

39
New cards

- endodermaal epitheel
- lamina propria
- muscularis mucosae

benoem de drie delen waaruit de wand van de oesophagus is opgebouwd.

40
New cards

submucosa

Deze laag scheidt de muscularis mucosae van het viscerale peritoneum/adventitia in de oesophagus

41
New cards

Vertebraal Anaal Cardiovasculair Tracheo-oEsophageaal Renaal Lidmaat

oesophagusatresie met fistulavorming kan voorkomen bij VACTERL, deze afkorting staat voor

42
New cards

Atresie met distale fistula

Hoe wordt deze anomalie thv de caudale oesophagus genoemd?

<p>Hoe wordt deze anomalie thv de caudale oesophagus genoemd?</p>
43
New cards

H-type fistula

Hoe wordt deze afwijking thv de oesophagus genoemd?

<p>Hoe wordt deze afwijking thv de oesophagus genoemd?</p>
44
New cards

Geïsoleerde atresie

Hoe heet dit type anomalie aanwezig thv de oesophagus?

<p>Hoe heet dit type anomalie aanwezig thv de oesophagus?</p>
45
New cards

distale atresie met proximale fistula

Hoe heet dit type anomalie thv de slokdarm?

<p>Hoe heet dit type anomalie thv de slokdarm?</p>
46
New cards

Atresie met proximale en distale atresie

Hoe heet dit type anomalie thv de slokdarm?

<p>Hoe heet dit type anomalie thv de slokdarm?</p>
47
New cards

polyhydramnios

= vergroten van de vruchtzak door geen inname van vruchtwater door de foetus. (heeft ook pneumologische gevolgen), komt onder andere voor bij atresie met distale fistula.

48
New cards

week 4

In deze week ontstaat de maag uit een spoelvormige uitstulping onder het septum transversum

49
New cards

bursa omentalis

= holte die ontstaat in het septum mesentericum voorafgaand aan de draaiing van de maag. Deze bursa omentalis duidt op de eerste morfologische links/rechts-assymetrie die optreedt in het digestieve systeem.

50
New cards

week 7

In deze week ondergaat de maag zijn eerste draaiing, dit gebeurt rond de carnio-caudale as met een hoek van 90°, waardoor de curvatura minor rechts en de curvatura major links komt te liggen.

51
New cards

ligamentum falciforme

ligament dat de lever verbindt met de ventrale buikwand.

52
New cards

- ligamentum hepatogastrium
- ligamentum hepatoduodenale

Geef de twee ligamenten die samen het omentum minus vormen

53
New cards

ligamentum gastrosplenicum

Welk ligament vormt het omentum majus

54
New cards

ligamentum splenorenalis

Welk ligament verbindt de milt met de achterste buikwand.

55
New cards

ventrale meso

Het omentum minus (= lig hepatogastricum en lig hepatoduodenale) ontstaat uit?

56
New cards

vena splenica
vena mesenterica superior

De venae portae die door het omentum minus loopt ontstaat door samenkomen van de ... en ...?

57
New cards

ductus biliaris

de ductus cysticus en ductus hepatis communis komen samen in de ...

58
New cards

Ductus cysticus

deze galweg is afkomstig van de galblaas en loopt naar de ductus biliaris die op zijn beurt uitmondt in de papil van Vater.

59
New cards

ductus hepatis communis

Deze galweg vervoert gal afkomstig van de gelijknamige linker en rechter galweg uit de lever.

60
New cards

arteria hepatica communis

Deze arterie loopt in het ligamentum hepatoduodenale richting de lever.

61
New cards

maand 2

= periode waarbinnen de maagmucosae vorm krijgt en er veel klierontwikkeling is.

62
New cards

infantiele hypertrofische pylorusstenose

Bij deze aandoening treedt er hypertrofie op van de sfincter die aanwezig is thv de maagpylorus. Het gevolg hiervan is projectielbraken en moeilijke passage van voedsel.
- frequentie: 1-3/1000
- meer bij jongens

63
New cards

- truncus coeliacus
- arteria mesenterica superior

Welke arteriën bevloeien het duodenum, denk aan de embryonale oorsprong.

64
New cards

dag 22

dag waarop de leverontwikkeling start

65
New cards

- hepatocyten
- ductale plaat

endogene hepatische cellen geven aanleiding tot de hepatoblasten, deze kunnen op hun beurt in 2 richtingen gaan differentiëren, namelijk?

66
New cards

ductale platen

Deze differentiatie vanuit de hepatoblasten vormt een cellaag die de afsplitsingen van de venae portae omgeeft.

67
New cards

hepatocyten

Deze zijn verantwoordelijk voor de vorming van het leverparenchym.

68
New cards

cholangiocyten

Dit zijn de cellen die het epitheel van de intrahepatische galwegen opbouwen.

69
New cards

ruimte van Disse

Binnen deze ruimte vindt er uitwisseling plaats tussen hepatocyten en sinusoïdaal endotheel.

70
New cards

stellaat cellen

Deze cellen kennen dezelfde oorsprong als de ruimte van Disse en zijn verantwoordelijk voor de opslag van vitamine A die de sinusoïdale circulatie kunnen beïnvloeden.

71
New cards

Kupffer cellen

= stervormige macrofagen die de sinusoïden aflijnen.

72
New cards

dooierzak

= plaats waar de precusoren voor de kupffercellen zich bevinden.

73
New cards

- ligamentum falciforme
- omentum minus

Het mesogastrium ventrale vormt in de volwassene 2 structuren, namelijk:

74
New cards

omentum minus

Benoem de beschreven structuur: verzamelnaam van 2 ligamenten die de lever verbindt met het duodenum en de maag

75
New cards

ligamentum falciforme

Benoem de beschreven structuur: = restant van het mesogastrium ventrale, dat de lever met de ventrale buikwand verbindt.

76
New cards

ligamentum coronarium

= naam van de ligamenteuze structuur die de lever met het diafragma verbindt.

77
New cards

ligamentum teres hepatis

De vrije onderrand van het ligamentum falciforme bevat foetaam de v. umbelicalis en vormt bij de volwassene dus:

78
New cards

area nuda

= naam van het gebied op de lever die niet bedekt wordt door visceraal peritoneum. Dit is bovendien de plaats waar de v. hepatica dextra en sinistra uitmonden in de vena cavae.

79
New cards

vena vitellina

= de embryonale voorganger van de VCI, de lever groeit naast deze vene zodat de hepatische venen hierin uitmonden.

80
New cards

- hematopoiese
- productie alfa-foetoproteïne
- stapeling glycogeen

= functie van embryonale lever

81
New cards

week 12

= periode waarin de lever begint met het aanmaken van gal, door afbraak van hemoglobine.

82
New cards

week 4

Binnen deze week start de ontwikkeling van de pancreas uit een ventrale en dorsaal gedeelte.

83
New cards

fibroblast groeifactoren

Een verschil in differentiatie tussen het ventrale en dorsale gedeelte van de pancreas treedt op door aan of afwezigheid van?

84
New cards

- activine
- FGF
- chorda dorsalis

De dorsale pancreasaanleg wordt gestuurd door ... en ... Deze signalen zijn afkomstig van ...?

85
New cards

week 6

Binnen deze week vindt er vergroeiing plaats van de ventrale en dorsale pancreasaanleg in het mesenterium dorsale.

86
New cards

ductus pancreaticus major van Wirsung

Deze weg is de oorspronkelijke afvoergang van de ventrale pancreaskop, maar neemt later ook de afvoer van het corpus en de staart van de pancreas over (afkomstig van de dorsale pancreaskop). Deze mondt samen met de ductus choledocus uit in het duodenum.

87
New cards

papilla duodeni major van Vater

Naam van de plaats waar de ductus choledocus en de ductus pancreaticus major van Wirsung uitmonden in het duodenum?

88
New cards

- processus uncinatus
- caput

Welke 2 definitieve pancreasstructuren ontstaan er uit de ventrale pancreasaanleg?

89
New cards

ductus pancreaticus accesorius van Santorini

= de afvoergang van de dorsale aanlage van de pancreas, draineert de kop van de pancreas.

90
New cards

papilla duodeni minor

= uitmondingsplaats van de ductus pancreaticus accessorius van Santorini?

91
New cards

insulae van Langerhans

= naam van de gebieden waarin de endogene klieren van de pancreas geordend zitten tussen de exogene klieren.

92
New cards

exogene pancreas

welk deel van de pancreas draagt voornamelijk bij aan de morfologie van de pancreas?

93
New cards

mesoderm

Welke structuur speelt een rol in de differentiatie van exocriene progenitorcellen van de pancreas tot de vorming van acini en ducti waarlangs deze secreet gaat excreteren?

94
New cards

pancreas annulare

= zeldzame toestand waarbij het ventrale deel van de pancreas rond het duodenum gaat groeien. Met als gevolg een stenose waardoor de neonaat zal overgeven.

95
New cards

heterotopisch pancreasweefsel

= is de benaming voor pancreasweefsel die niet zit waar het hoort te zitten, is meestal asymptomatisch. Is vaak het geval thv het antrum van de maag of de proximale duodenum.

96
New cards

pancreas divisum

= benaming voor de afwijking waarbij de ductus pancreaticus major en accessoria niet met elkaar vergroeien, met als gevolg dat de accessoria te smal is om zich te ledigen en secreet zich opstapelt in de cauda van de pancreas. Dit geeft aanleiding tot recurrente pancreatitis.

97
New cards

divertikel van Meckel

= afwijking van de dunne darm waarbij uitstulpingen van de dunne darm ontstaan, hierin kan ook heterotopisch pancreasweefsel voorkomen.

98
New cards

week 4

In deze week ontstaat de milt uit mesenchymale woekering in het dorsale mesogastrium

99
New cards

mesoderm

De milt ontstaat uit?

100
New cards

week 5

Differentiatie van het mesenchymaal mesodermaal weefsel van de milt tot vasculair en lymfatisch weefsel gebeurt in?