1/159
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ectoderm
Deze embryologische laag vormt de huid van de buikwand
splanchnisch laterale plaat mesoderm
Deze embryologische laag staat in voor de ontwikkeling van de lamina propria, submucosa, spierlaag, bindweefsellaag en bloedvaten van de gastro-intestinale tractus. (wees specifiek), deze laag gaat tegen het endoderm liggen.
endoderm
Deze laag staat in voor de vorming van de mucosa van de gasto-intestinale tractus.
membrana buccopharyngea
= vormt het craniaal blind eindigende deel van de primitieve darm. Deze scheidt de toekomstige mond van de pharynx en ruptueert tijdens week 4.
proctodeum
= het ectodermaal deel van het spijsverteringsstelsel.
membrana cloacalis
= vormt het caudale uiteinde van de primitieve darm, thv het proctodeum.
septum urorectale
deze verdeelt de cloaca in een ventrale membrane urogenitalis en een dorsale membrana analis.
somatisch laterale plaat mesoderm
Deze laag van het mesoderm gaat tegen het ectoderm gaan liggen.
extra-embryonale coeloomholte
= latere chorion holte
intra-embryonale coeloomholte
Deze ruimte wordt gevormd tussen het splanchnisch en somatisch laterale plaat mesoderm en geeft oorsprong aan de pericardholte.
canalis pericardio-peritonealis
= vormt de pleuraholte en de latere peritoneale holte, door scheiding van elkaar door het septum transversum.
peritoneum
= dunne buikvlies dat de binnenste buikwand (somatisch/pariëtaal mesoderm) en de buitenzijde van organen (splanchnisch/visceraal mesoderm) bekleedt.
meso
= peritoneale plooi waarmee een orgaan vastgehecht is aan de dorsale en/of ventrale buikwand.
omentum
= epiploön = peritoneale plooi die 2 organen met elkaar verbindt. vb. lig. hepatogastricum
mesenterium
= dubbel peritoneale laag die rond een orgaan gelegen is en deze verbindt met een lichaamswand. Dit orgaan krijgt dan een intra-peritoneale ligging. Zorgt voor de ophanging van de primitieve darm. Bij een volwassen individu slaat deze term op de verbinding tussen de dunne darm en de dorsale lichaamswand.
mesogastrium dorsale
= omentum majus = verbindt de maag met de dorsale lichaamswand
mesoduodenum
= verbindt het duodenum met de dorsale wand bij een embryo
mesocolon
vervindt het colon met de dorsale lichaamswand
mesenterium commune
= verbindt de dunne darm met de dorsale lichaamswand.
= meso-enteron
= meso van het enteron
mesenterium ventrale
verbindt de abdominale oesophagus, gastrium en bovenste deel van het duodenum aan de ventrale lichaamswand. Differentieert zich later tot omentum minus en ligamentum falciforme.
- primitieve pharynx
- respiratoir divertikel
- oesophagus
- gastrium
- lever
- galblaas
De voordarm geeft aanleiding tot
einddarm
Vanaf het distale 1/3 van het colon transversum start de ...
omentum majus
= peritoneale verbinding tussen de maag en het colon, bestaat uit 4 lagen.
omentum minus
Ventrale ophangband maag, tussen maag en lever in. Zit vast aan de kleine binnen bocht van de maag.
ligamentum suspensorium
= naam voor het bindweefsel tussen 2 lagen peritoneaal weefsel, waarin bloedvaten en zenuwen vervoerd worden.
septum oesophagotracheale
= dit septum scheidt de oesphagus en de trachea van elkaar.
muscularis mucosa
deze laag ontstaat tussen de lamina propria en de submucosa op week 34
lamina propria
Deze laag ontstaat tussen het epitheel en de submucosa op week 8.
truncus coeliacus
Dit is de arterie dat de voordarm bevloeit.
arteria mesenterica superior
Deze arterie voorziet de middendarm van bloed.
arteria mesenterica inferior
Deze arterie voorziet de einddarm van bloed.
papilla duodeni major
= papil van Vater: herkenningspunt in het craniale gedeelte die het einde van de voordarm aanduidt en het begin van de middendarm weergeeft. Hier monden de ductus choledocus en ductus pancreaticus major.
meerlagig niet verhoornd plaveicelepitheel
De slokdarm bevat dit soort epitheel.
inductie endoderm
De omliggende spierlagen van de oesophagus ontwikkelen zich onder invloed van ...
week 5
In deze week wordt de circulaire spierlaag van de oesophagus zichtbaar
week 8
In deze week worden de longitudinale spiervezels van de oesophagus zichtbaar
splanchnisch mesoderm
De gladde spieren die kenmerkend zijn voor de oesophagus ontstaan uit?
Para-axiaal mesoderm
De dwarsgestreepte spieren die aanwezig zijn craniaal in de oesophagus (vb. constrictor pharyngis inferior) zijn afkomstig van?
- endodermaal epitheel
- lamina propria
- muscularis mucosae
benoem de drie delen waaruit de wand van de oesophagus is opgebouwd.
submucosa
Deze laag scheidt de muscularis mucosae van het viscerale peritoneum/adventitia in de oesophagus
Vertebraal Anaal Cardiovasculair Tracheo-oEsophageaal Renaal Lidmaat
oesophagusatresie met fistulavorming kan voorkomen bij VACTERL, deze afkorting staat voor
Atresie met distale fistula
Hoe wordt deze anomalie thv de caudale oesophagus genoemd?
H-type fistula
Hoe wordt deze afwijking thv de oesophagus genoemd?
Geïsoleerde atresie
Hoe heet dit type anomalie aanwezig thv de oesophagus?
distale atresie met proximale fistula
Hoe heet dit type anomalie thv de slokdarm?
Atresie met proximale en distale atresie
Hoe heet dit type anomalie thv de slokdarm?
polyhydramnios
= vergroten van de vruchtzak door geen inname van vruchtwater door de foetus. (heeft ook pneumologische gevolgen), komt onder andere voor bij atresie met distale fistula.
week 4
In deze week ontstaat de maag uit een spoelvormige uitstulping onder het septum transversum
bursa omentalis
= holte die ontstaat in het septum mesentericum voorafgaand aan de draaiing van de maag. Deze bursa omentalis duidt op de eerste morfologische links/rechts-assymetrie die optreedt in het digestieve systeem.
week 7
In deze week ondergaat de maag zijn eerste draaiing, dit gebeurt rond de carnio-caudale as met een hoek van 90°, waardoor de curvatura minor rechts en de curvatura major links komt te liggen.
ligamentum falciforme
ligament dat de lever verbindt met de ventrale buikwand.
- ligamentum hepatogastrium
- ligamentum hepatoduodenale
Geef de twee ligamenten die samen het omentum minus vormen
ligamentum gastrosplenicum
Welk ligament vormt het omentum majus
ligamentum splenorenalis
Welk ligament verbindt de milt met de achterste buikwand.
ventrale meso
Het omentum minus (= lig hepatogastricum en lig hepatoduodenale) ontstaat uit?
vena splenica
vena mesenterica superior
De venae portae die door het omentum minus loopt ontstaat door samenkomen van de ... en ...?
ductus biliaris
de ductus cysticus en ductus hepatis communis komen samen in de ...
Ductus cysticus
deze galweg is afkomstig van de galblaas en loopt naar de ductus biliaris die op zijn beurt uitmondt in de papil van Vater.
ductus hepatis communis
Deze galweg vervoert gal afkomstig van de gelijknamige linker en rechter galweg uit de lever.
arteria hepatica communis
Deze arterie loopt in het ligamentum hepatoduodenale richting de lever.
maand 2
= periode waarbinnen de maagmucosae vorm krijgt en er veel klierontwikkeling is.
infantiele hypertrofische pylorusstenose
Bij deze aandoening treedt er hypertrofie op van de sfincter die aanwezig is thv de maagpylorus. Het gevolg hiervan is projectielbraken en moeilijke passage van voedsel.
- frequentie: 1-3/1000
- meer bij jongens
- truncus coeliacus
- arteria mesenterica superior
Welke arteriën bevloeien het duodenum, denk aan de embryonale oorsprong.
dag 22
dag waarop de leverontwikkeling start
- hepatocyten
- ductale plaat
endogene hepatische cellen geven aanleiding tot de hepatoblasten, deze kunnen op hun beurt in 2 richtingen gaan differentiëren, namelijk?
ductale platen
Deze differentiatie vanuit de hepatoblasten vormt een cellaag die de afsplitsingen van de venae portae omgeeft.
hepatocyten
Deze zijn verantwoordelijk voor de vorming van het leverparenchym.
cholangiocyten
Dit zijn de cellen die het epitheel van de intrahepatische galwegen opbouwen.
ruimte van Disse
Binnen deze ruimte vindt er uitwisseling plaats tussen hepatocyten en sinusoïdaal endotheel.
stellaat cellen
Deze cellen kennen dezelfde oorsprong als de ruimte van Disse en zijn verantwoordelijk voor de opslag van vitamine A die de sinusoïdale circulatie kunnen beïnvloeden.
Kupffer cellen
= stervormige macrofagen die de sinusoïden aflijnen.
dooierzak
= plaats waar de precusoren voor de kupffercellen zich bevinden.
- ligamentum falciforme
- omentum minus
Het mesogastrium ventrale vormt in de volwassene 2 structuren, namelijk:
omentum minus
Benoem de beschreven structuur: verzamelnaam van 2 ligamenten die de lever verbindt met het duodenum en de maag
ligamentum falciforme
Benoem de beschreven structuur: = restant van het mesogastrium ventrale, dat de lever met de ventrale buikwand verbindt.
ligamentum coronarium
= naam van de ligamenteuze structuur die de lever met het diafragma verbindt.
ligamentum teres hepatis
De vrije onderrand van het ligamentum falciforme bevat foetaam de v. umbelicalis en vormt bij de volwassene dus:
area nuda
= naam van het gebied op de lever die niet bedekt wordt door visceraal peritoneum. Dit is bovendien de plaats waar de v. hepatica dextra en sinistra uitmonden in de vena cavae.
vena vitellina
= de embryonale voorganger van de VCI, de lever groeit naast deze vene zodat de hepatische venen hierin uitmonden.
- hematopoiese
- productie alfa-foetoproteïne
- stapeling glycogeen
= functie van embryonale lever
week 12
= periode waarin de lever begint met het aanmaken van gal, door afbraak van hemoglobine.
week 4
Binnen deze week start de ontwikkeling van de pancreas uit een ventrale en dorsaal gedeelte.
fibroblast groeifactoren
Een verschil in differentiatie tussen het ventrale en dorsale gedeelte van de pancreas treedt op door aan of afwezigheid van?
- activine
- FGF
- chorda dorsalis
De dorsale pancreasaanleg wordt gestuurd door ... en ... Deze signalen zijn afkomstig van ...?
week 6
Binnen deze week vindt er vergroeiing plaats van de ventrale en dorsale pancreasaanleg in het mesenterium dorsale.
ductus pancreaticus major van Wirsung
Deze weg is de oorspronkelijke afvoergang van de ventrale pancreaskop, maar neemt later ook de afvoer van het corpus en de staart van de pancreas over (afkomstig van de dorsale pancreaskop). Deze mondt samen met de ductus choledocus uit in het duodenum.
papilla duodeni major van Vater
Naam van de plaats waar de ductus choledocus en de ductus pancreaticus major van Wirsung uitmonden in het duodenum?
- processus uncinatus
- caput
Welke 2 definitieve pancreasstructuren ontstaan er uit de ventrale pancreasaanleg?
ductus pancreaticus accesorius van Santorini
= de afvoergang van de dorsale aanlage van de pancreas, draineert de kop van de pancreas.
papilla duodeni minor
= uitmondingsplaats van de ductus pancreaticus accessorius van Santorini?
insulae van Langerhans
= naam van de gebieden waarin de endogene klieren van de pancreas geordend zitten tussen de exogene klieren.
exogene pancreas
welk deel van de pancreas draagt voornamelijk bij aan de morfologie van de pancreas?
mesoderm
Welke structuur speelt een rol in de differentiatie van exocriene progenitorcellen van de pancreas tot de vorming van acini en ducti waarlangs deze secreet gaat excreteren?
pancreas annulare
= zeldzame toestand waarbij het ventrale deel van de pancreas rond het duodenum gaat groeien. Met als gevolg een stenose waardoor de neonaat zal overgeven.
heterotopisch pancreasweefsel
= is de benaming voor pancreasweefsel die niet zit waar het hoort te zitten, is meestal asymptomatisch. Is vaak het geval thv het antrum van de maag of de proximale duodenum.
pancreas divisum
= benaming voor de afwijking waarbij de ductus pancreaticus major en accessoria niet met elkaar vergroeien, met als gevolg dat de accessoria te smal is om zich te ledigen en secreet zich opstapelt in de cauda van de pancreas. Dit geeft aanleiding tot recurrente pancreatitis.
divertikel van Meckel
= afwijking van de dunne darm waarbij uitstulpingen van de dunne darm ontstaan, hierin kan ook heterotopisch pancreasweefsel voorkomen.
week 4
In deze week ontstaat de milt uit mesenchymale woekering in het dorsale mesogastrium
mesoderm
De milt ontstaat uit?
week 5
Differentiatie van het mesenchymaal mesodermaal weefsel van de milt tot vasculair en lymfatisch weefsel gebeurt in?