Gs feniks t4 3.3 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/39

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

Waarom raakten steeds meer Duitsers geïnteresseerd in Hitler?

Omdat de regering van de Republiek van Weimar machteloos was tegenover de grote problemen.

2
New cards

Wat is nationaalsocialisme?

De leer van Hitlers partij, de NSDAP, die uitgaat van een sterke leider, nationalisme, militarisme en racisme.

3
New cards

Wat vond Hitler van democratie?

Hij vond dat democratie verkeerd was omdat een parlement geen problemen kon oplossen.

4
New cards

Wat wilde Hitler in plaats van democratie?

Eén sterke leider aan wie iedereen gehoorzaamt.

5
New cards

Wat vond Hitler van geweld?

Hij vond dat geweld een goede manier was om doelen te bereiken.

6
New cards

Wat vond Hitler van Duitsland?

Hij vond Duitsland een geweldig land en het Duitse volk een geweldig volk.

7
New cards

Wat wilde Hitler met het Duitse leger?

Hij wilde dat Duitsland weer een sterk leger kreeg, ook al was dat verboden volgens het Verdrag van Versailles.

8
New cards

Wat is antisemitisme?

Haat tegen joden.

9
New cards

Wat hoorde bij de rassenleer van de nazi's?

Het idee dat de mensheid uit verschillende rassen bestaat, waarbij sommige rassen beter zijn dan andere.

10
New cards

Wat betekent Arisch volgens de nazi's?

Benaming voor Germanen, die zij zagen als Übermenschen (mensen die meer waard waren dan anderen).

11
New cards

Wat zijn Untermenschen volgens de nazi's?

Mensen die volgens de nazi's minder waard waren, zoals joden, Oost-Europeanen, Russen, homoseksuelen en zieken.

12
New cards

Wanneer werd Hitler rijkskanselier?

In 1933.

13
New cards

Wat mocht Hitler na zijn benoeming tot rijkskanselier?

Hij kreeg tijdelijk het recht om wetten in te voeren zonder toestemming van het parlement.

14
New cards

Wat deed Hitler nadat hij meer macht kreeg?

Hij schafte de parlementaire democratie af en maakte van Duitsland een dictatuur.

15
New cards

Hoe noemde Hitler zichzelf?

Führer, wat 'leider' betekent.

16
New cards

Wat is gelijkschakeling?

Alle maatregelen die worden genomen om van een land een totalitaire samenleving te maken.

17
New cards

Wat hield gelijkschakeling in bij scholen en organisaties?

Het hoofd moest een nazi zijn en alle ideeën moesten overeenkomen met de nazi-ideologie.

18
New cards

Wat gebeurde er met schoolboeken?

Die werden herschreven zodat kinderen alleen leerden wat de nazi's goedkeurden.

19
New cards

Wat gebeurde er met kranten en journalisten?

Hun teksten werden gecontroleerd en alles wat niet bij de nazi-ideeën paste werd verboden door censuur.

20
New cards

Wat deden de nazi's met boeken van joodse schrijvers?

Die werden verboden en soms in het openbaar verbrand.

21
New cards

Wat is indoctrinatie?

Ervoor zorgen dat mensen niets anders horen of zien dan bepaalde ideeën, zodat ze die vanzelf gaan geloven.

22
New cards

Wat was de SA?

Een knokploeg die vergaderingen van de NSDAP bewaakte en tegenstanders aanviel.

23
New cards

Wat gebeurde er met de SA in 1934?

De leiders werden vermoord omdat Hitler de SA te machtig vond.

24
New cards

Wat was de SS?

Een eliteorganisatie die begon als Hitlers lijfwacht en later uitgroeide tot een grote machtige organisatie binnen het leger.

25
New cards

Wat moesten SS-leden doen?

Zij moesten persoonlijk trouw zweren aan Hitler.

26
New cards

Wat was de Gestapo?

De geheime politie van de nazi's die tegenstanders opspoorde en verhoorde.

27
New cards

Wat was de Hitlerjugend?

Een jeugdorganisatie voor jongens vanaf tien jaar die werden voorbereid op een leven als soldaat.

28
New cards

Wat was de Bund Deutscher Mädel?

De meisjesorganisatie waarin meisjes leerden hoe ze een goede huisvrouw moesten zijn en veel kinderen moesten krijgen.

29
New cards

Wanneer werd het eerste concentratiekamp gebouwd?

Twee maanden na Hitlers machtsovername in 1933.

30
New cards

Wie werden eerst opgesloten in concentratiekampen?

Politieke tegenstanders van de nazi's.

31
New cards

Wat waren de Neurenberger rassenwetten?

Wetten uit 1935 waarin stond wie als 'echte' Duitser werd beschouwd.

32
New cards

Wat was de Kristallnacht?

Een nacht in november 1938 waarin joden in Duitsland en Oostenrijk werden aangevallen en hun eigendommen werden vernield.

33
New cards

Wat gebeurde er tijdens de Kristallnacht?

Honderden joden kwamen om en duizenden werden naar concentratiekampen gebracht.

34
New cards

Wat betekende Heim ins Reich?

Dat alle Duitsers in Duitsland moesten wonen; gebieden met Duitsers buiten Duitsland moesten bij het rijk komen.

35
New cards

Wat was de Anschluss?

De aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938.

36
New cards

Wat betekent Lebensraum?

Leefruimte; de nazi's wilden meer gebied veroveren, vooral in Oost-Europa.

37
New cards

Wat beloofde Hitler tijdens de Conferentie van München in 1938?

Dat hij geen andere landen meer zou aanvallen.

38
New cards

Wat dacht Chamberlain na de Conferentie van München?

Dat er 'vrede in onze tijd' was.

39
New cards

Wat was het niet-aanvalsverdrag van 1939?

Een afspraak tussen Duitsland en de Sovjet-Unie om elkaar niet aan te vallen.

40
New cards

Waarom was het niet-aanvalsverdrag van 1939 onverwacht?

Omdat Hitler een hekel had aan het communisme.