Looks like no one added any tags here yet for you.
Een goede tekst bestaat uit 3 delen, namelijk:
Inleiding, middenstuk en slot
Noem de 2 functies van de inleiding:
1.De aandacht van het publiek trekken
2. het onderwerp introduceren.
Noem manieren om de inleiding aantrekkelijk te maken
Naar een actuele gebeurtenis verwijzen
Kort de voorgeschiedenis beschrijven
Een aantrekkelijk voorbeeld geven
Het belang voor het publiek geven
Naar een actuele gebeurtenis verwijzen
Tekst kan beginnen met iets wat nu in de belangstelling staat.
De actualiteit vormt de aanleiding voor de tekst.
Kort de voorgeschiedenis beschrijven
Inleiding geeft kort weer hoe in het verleden over het onderwerp is gedacht.
Maakt publiek nieuwsgierig naar tegennwoordige situatie, dat is het onderwerp v.d tekst.
Een aantrekkelijk voorbeeld geven
Kort verhaaltje, specifiek geval v.d tekst.
Bijzondere vorm is anekdote
Anekdote
Een kort, grappig (waargebeurd) verhaaltje
Het belang voor de publiek aangeven
Wordt opgewezen in inleiding als inhoud v.d tekst van belang kan zijn voor het publiek.
Aandacht van het publiek wordt getrokken
Een inleiding wordt ook aantrekkelijk door een sterke eerste zin. Klassieke manieren zijn:
Een intrigerende vraag
‘Schokkende’ of opvallende cijfers
Een paradox (een schijnbare tegenstelling)
Een prikkelend citaat
Een suggestieve of raadselachtige opsomming
Noem alle manieren op dat een onderwerp geïntroduceerd kan worden
Er worden één of meer vragen gesteld.
Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
Er wordt een probleem geschetst.
Wat gebeurt er bij de middenstuk van een tekst?
Vragen worden beantwoord, argumenten bij het standpunt gegeven, of de verklaringen en/of oplossingen voor het probleem gepresenteerd.
Vaak bij de inleiding…:
Kondigt de spreker in de inleiding vaak de deelonderwerpen aan die hij in het middenstuk van zijn tekst gaat bespreken.
Slot
Dat met wat de tekst afgerond wordt.
Wat bevat het slot meestal
De hoofdgedachte (de conclusie) v.d tekst. Dit is meestal in één zin geformuleerd.
Hoe begint het slot vaak
Met een signaal
Noem voorbeelden van signalen
Kortom, al met al, we hebben dus gezien dat…, ik rond nu af met…
Naast de hoofdgedachte bevat het slot soms (een combo van)
Een samenvatting in enkele zinnen (niet bij korte teksten)
Een afweging
Een aansporing of aanbeveling
Een toekomstverwachting
Wat bepaalt de manier waarop de tekst afgerond wordt
Het doel v.d tekst door de inleiding.
Noem 2 manieren om aantrekkelijk te eindigen
Een aansluiting bij het begin (de cirkel rondmaken)
Een uitsmijter (pakkende slotzin)
Een aansluiting bij het begin
In het slot wordt teruggekomen op (de aandachttrekker uit) de inleiding.
Een uitsmijter
Een retorische vraag of een citaat.
Retorische vraag
Is meer een mededeling dan een vraag, dus je verwacht echter ‘geen’ antwoord of er is al een voorgestelde antwoord.