1/39
Flashcards in VOCABULARY-stijl (term - definitie) over OS, virtualisatie en processen, afgeleid van de lecture notes.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Besturingssysteem
Software dat de hardware koppelt aan de gebruiker en de uitvoering van programma’s regelt; beheert bronnen zoals CPU, geheugen en randapparatuur.
Taken van een besturingssysteem
Taken omvatten het beheren van bronnen, plannen van taken, isoleren programma’s, regelen van gegevensstromen, reageren op fouten en samenwerking tussen programma’s.
Single-tasking
Systeem waarin slechts één taak tegelijk actief is.
Multitasking (single-user)
Meerdere taken tegelijk actief voor één gebruiker.
Multi-user systemen
Systeem dat door meerdere gebruikers tegelijk kan worden gebruikt.
Shell (command interpreter)
Gebruikersinterface die commando’s ontvangt en naar het OS vertaalt; uitvoer via de kernel.
Kernel
Kern van het OS; hart van OS; biedt basale diensten en beheert bronnen zoals geheugen en CPU.
Utilities laag
Laag van het OS met hulpfuncties en routines die taken ondersteunen.
Processen
Een proces is een instantie van een programma die uitgevoerd wordt; bevat instructies, data en resources, inclusief adresruimte.
Process Control Block (PCB)
Gegevensstructuur per proces met identificatie, staat en bronnen; gebruikt bij context switches.
Resources
Bronnen waaraan een proces kan vragen, zoals geheugen, CPU-tijd, bestanden en randapparatuur.
Scheduling
Toewijzen van CPU-tijd aan processen en beheren van wachtrijen en prioriteiten.
Concurrency
Gelijktijdige uitvoering van meerdere processen/threads; vereist synchronisatie.
Ontwerp-criteria Consistentie
Consistentie in prestaties en gedrag bij veranderende belasting; voorspelbare responstijden.
Ontwerp-criteria Flexibiliteit
Het OS moet uitbreidbaar zijn en compatibel met nieuwe randapparatuur en toepassingen.
Ontwerp-criteria Overdraagbaarheid
OS werkt op verschillende hardwareplatforms; portability.
Virtualisatie
Creëren van virtuele bronnen (hardware, opslag, netwerken) en virtuele machines in plaats van echte.
Virtuele Architectuur
Op één fysieke computer draaien meerdere virtuele machines via virtualisatiesoftware.
Virtuele Hardware
Virtuele CPU, RAM, netwerkaarten en disks toegewezen aan VM’s.
Voordelen van virtualisatie
Efficiënter gebruik van hardware, lagere kosten en energie, en flexibele provisioning.
Virtualisatiesoftware
Software die VM’s beheert; voorbeelden zijn VMware, Hyper-V, KVM, VirtualBox (en containers zoals Docker).
Virtuele Machine
Een softwaregebaseerde computer die draait op virtuele hardware en OS+applicaties kan hosten.
Soorten Virtuele Machines
Programmeer-specifiek (JVM), Emulator (VirtualBox), Applicatie-specifiek (Docker).
Hypervisor
Softwarelaag die VM’s aanmaakt en beheert; ook wel Virtual Machine Monitor (VMM) genoemd.
Type 1 Hypervisor
Bare-metal hypervisor direct op hardware; geen onderliggend OS; efficiënter.
Type 2 Hypervisor
Hypervisor bovenop een bestaand OS; minder efficiënt maar gebruiksvriendelijker.
Multi-tenancy
Meerdere huurders (tenants) delen dezelfde infrastructuur en bronnen.
Cloud Computing
On-demand beschikbaar stellen van hardware, software en data via internet; pay-as-you-go.
Deployment Modellen Publieke Cloud
Cloud-diensten beschikbaar voor iedereen via het internet.
Private Cloud
Cloud-infrastructuur toegewezen aan één organisatie; meer controle en veiligheid.
Hybride Cloud
Combinatie van publieke en private cloud-omgevingen.
Service Modellen IaaS
Infrastructuur als Dienst: virtuele infrastructuur; gebruiker beheert OS, apps en virtuele hardware.
Service Modellen PaaS
Platform als Dienst: platform- en servicediensten; gebruiker beheert apps, niet onderliggende hardware.
Service Modellen SaaS
Software als Dienst: eindapplicaties via de cloud; leverancier beheert applicatie.
Elasticiteit
Automatische aanpassing van resources aan de vraag; schaalbaarheid.
Instructieset
De verzameling machine-instructies die een specifieke CPU kan uitvoeren (bv x86, ARM, MIPS, JVM).
Instructiecyclus
Fetch-Execute cyclus: CPU haalt een instructie op en voert deze uit.
Interrupts
Onderbrekingen die de normale uitvoering onderbreken zodat het OS kan reageren op gebeurtenissen.
Binaries
Uitvoerbare bestanden van programma’s; formaten zoals PE (Windows), ELF (Linux), Mach-O (Mac).
Van binary tot proces
Binary wordt geladen in RAM; proces is de actieve instantie met eigen adresruimte.