1/339
Termen van het vak Neurologie - UGent
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Nervus Olfactorius
NI; de reukzenuw
Nervus Opticus
NII; oogzenuw (hersenstam), staat in voor het zicht
Nervus Oculomotorius
NIII; zorgt voor deel van oogbewegingen (hersenstam)
Nervus Trochlearis
NIV; zorgt voor deel oogbewegingen (mesencefalon)
Nervus Trigeminus
NV; zintuigelijke waarneming in het gezicht
Nervus Abduces
NVI; zorgt voor deel oogbewegingen (pons)
Nervus Facialis
NVII; stuurt spieren aan die verantwoordelijk zijn voor gezichtsuitdrukkingen
Nervus Vestibulocochlearis
NVIII; versturen van informatie rond geluid en evenwicht van oor naar brein
Nervus Glossopharyngeus
NIX; zowel sensorisch als motorisch van tong en keelwand
Nervus Vagus
NX; zwerverszenuw - langste zenuw
Speelt belangrijke rol in controle van automatische lichaamsfuncties
Nervus Accessorius
NXI; nek- en schouderbewegingen
Nervus Hypoglossus
NXII; somatomotorische zenuw voor spieren van de tong
Speelt belangrijke rol in spreken en eten
Cribiform plate
Stukje but waar receptoren voor geur doorheen dringen
Chiasme Opticum
Punt waar mediale banen kruisen; volledige kruising van visuele info
Hemianopsie
Gezichtsveld is verminderd met helft in beide ogen
Homonieme Hemianopsie
Identieke halfzijdige uitval in beide ogen - blindheid aan zelfde kant van de ogen
Heteronieme hemianopsie
Uitval van buitenste/binnenste kant in beide ogen
Radiatio Optica
Plaats waar Tactus Opticus gaat uitwaaieren
Quadrantanopsie
Verliezen van een kwart van je zicht in beide ogen
Oftalmoparese
Moeilijkheden met oogbewegingen
Pupilreflex
Pupil wordt smaller of groter op basis van lichtinval
Miosis
Pupil wordt smaller bij veel lichtinval - via parasympathicus
Mydriasis
Pupil wordt groter bij weinig lichtinval - via sympathicus
Musculus Sphincter Pupillae
Spiertje die pupilreflex mogelijk maakt
Directe pupilreflex
Licht wordt rechtstreeks in één oog geschenen, waardoor pupil reageert
Indirecte pupilreflex
Licht wordt rechtstreeks in één oog geschenen, maar ander oog doet mee met reflex
Faciale persist
Afhangende mondhoek
Perifere faciale parese
Verlamming van het volledige gelaat
Nervus Statoacusticus
Andere naam voor Nervus Vestibulocochlearis - complex systeem van gehoor en evenwicht
Autonoom zenuwstelsel
Spieren waar we geen controle over hebben (hart, darmen, …)
Parasympatisch systeem
Systeem dat meest actief is als lichaam in rusttoestand is
Sympathisch systeem
Systeem dat lichaam voorbereidt op acite - fight-flight systeem
Willekeurig zenuwstelsel
Spieren waar we wel controle over hebben (benen, armen, …)
Paralyse/Plegie
Volledige verlamming
Parese
Gedeeltelijke, onvolledige verlamming
Monoparese
Verlamming van één lichaamsdeel
Hemiplegie
Verlamming van één helft van het lichaam
Tetraplegie
Verlamming van alle ledenmaten
Paraplegie
Verlamming ter hoogte van beide benen
Pyramidaal systeem
Regelt bewuste, vrijwillige bewegingen
Extrapyramidaal systeem
Regelt onbewuste bewegingen en coördinatie
Cerebellair systeem
Regelt nauwkeurigheid, coördinatie en timing van bewegingen en zorgt voor balans en evenwicht
Tractus Corticospinalus
Pyramidebaan; van cortex tot spinaal (ruggengraat)
Betzcellen
Pyramidale cellen, primaire motor neuronen
Homunculus
Tekening waarbij grootte van lichaamsdeel aangeeft hoeveel controle erover nodig is
Capsula Externa
Lange uitlopers die van overal vertrekken, uitgewaaierd zijn
Capsula Interna
Wanneer lange uitlopers (axonen) gebundeld worden
Centraal motorische neuron
Pyramidebaan
Perifeer motorische neuron
Motorische voorhoorncel met uitloper tot aan spier
Decussatio Pyramidum
Plaats waar 90% van de vezels zich kruisen
Motor Unit
Combinatie Perifeer Motor Neuron en geïnnerveerde spiervezels
Exciterende werking
Activeren van iets
Inhiberende werking
Voorkomen of verminderen van iets
Hemiparese
Krachtsvermindering van één lichaamshelft
Hemiplegie
Volledig krachtsverlies van één lichaamshelft
Hyperreflexie
Overactieve reflexen
Hypertonie
Overmatige spiercontractie, spier gaat te weinig ontspannen, spasticiteit
Knipmesfenomeen
Het eerst moeten overwinnen van een weerstand voordat beweging gemakkelijker verloopt
Spastische hemiparese
Extensie van been (gestrekt) en flexihouding van arm (gebogen)
Clonus
Reflex gaat blijven, (bv. voet gaat blijven bewegen als reflex)
Atrofie
Wegsmelten van weefselmassa door het minder gebruiken van de spieren
Hypotonie
Wegvallen van reflexboog door verlaagde spierspanning
Areflexie
Afwezigheid van reflexen
Paralyse
Bepaalde spieren niet meer kunnen gebruiken
Spasticiteit
Uitval van inhiberende werking
Fasciculaties
Kleine onwillekeurige bewegingen door tekort aan aansturing, zonder significante beweging van gewricht
Loden-pijp-rigideit
Verhoogde tonus doorheen de volledige beweging
Tandradfenomeen
Schokkerige, onderbroken beweging door gelijktijdig aanspannen van agonistische en antagonistische spieren; spieren werken elkaar tegen
Tremor
Beven
Chorea
Onwillekeurige, vloeiende, niet-ritmische bewegingen
Athetose
Samentrekken van de spieren van je armen en benen veroorzaakt kronkelende bewegingen
Hemiballisme
Onwillekeurige grove bewegingen
Myoclonie
Korte, hevige samentrekking van spierengroep
Dystonie
Overmatige activatie van spierengroep (traag en aanhoudende abnormale bewegingen)
Hyperkinesie
Onwillekeurige bewegingen
Hypokinesie
Verminderde, verlamde bewegingen
Flexiehouding
Neiging gebogen te lopen
Micrografie
Kleinschrift; heel klein schrijven
Cerebellum
Kleine hersenen, staat in voor coördinatie van alle bewegingen, behoud van evenwicht en regeling spiertonus
Proprioceptief systeem
Informatie over waar we ons in de ruimte bevinden
Ataxie
Afwezigheid van gecoördineerde bewegingen
Atactische gang
Dronkemansgang
Hypermetrie
Doorschieten, slecht inschatten en finetunen van bewegingen
Dysdiadochokinese
Niet kunnen uitvoeren van snel alternerende bewegingen
Sensibiliteit
Gevoeligheid van hetgeen dat je fysiek kan voelen
Inferente banen
Hersenen geven de opdracht
Aferente banen
Info van lichaam en omgeving gaat naar hersenen
Vitale sensibiliteit
Functies om te kunnen overleven
Nociceptie
Waarnemen van (dreigende) weefselbeschadiging
Gnostische sensibiliteit
Herkennen, weten en fijnmatigere gevoeligheid
Tractus Spinothalamicus
Baan van ruggenmerg naar thalamus
Tractus Spinothalamicus Lateralis
Pijn- en temperatuurszin
Tractus Spinothalamicus Anterior
Grove tastzin
Dorsale radix
Eerste neuron van sensibele baan (Tractus Spinothalamicus)
Columna Dorsalis
Tweede neuron van sensibele baan (Tractus Spinothalamicus), baan van ruggenmerg tot Medulla Oblongata
Dermatoom
Afgebakend deel van huid waarbij info naar bepaald segment van ruggenmerg wordt gestuurd
Fasciculus Gracilis
Sensibiliteit van onderste ledematen (benen)
Fascilucus Cuneatus
Sensibiliteit van bovenste ledematen (armen)
Discriminatiezin
Afstand tussen prikkels inschatten, waarbij je prikkels als iets verschillend gaat ervaren
Stereognosie
Herkennen van voorwerpen op tast; inbeelden wat het is, hoe het eruit ziet en hoe het voelt