1/59
Flashcards in het Nederlands over toegepaste fysica, warmte, geluid en akoestiek.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
U-waarde
Geeft aan hoe goed een constructie warmte doorlaat. Een lagere U-waarde betekent betere isolatie, wat resulteert in minder warmteverlies.
R-waarde
Geeft de weerstand tegen warmte doorgang aan. Een hogere R-waarde betekent een betere isolatie, waardoor minder warmte kan ontsnappen.
Lambda-waarde (λ)
De warmtegeleidingscoëfficiënt van een materiaal. Een lagere λ-waarde betekent dat het materiaal beter isoleert en minder warmte geleidt.
Homogene materialen
Materialen die uit één materiaalsoort bestaan, zoals beton of glas. Ze hebben overal dezelfde samenstelling en eigenschappen.
Heterogene materialen
Materialen die zijn samengesteld uit meerdere materiaalsoorten, zoals een isolatiemuur met baksteen en PUR. Elk materiaal heeft zijn eigen functie.
Enkelvoudig materiaal
Een materiaal dat uit één enkele laag bestaat, bijvoorbeeld een enkele glasplaat of een laag isolatiemateriaal.
Samengesteld materiaal
Een materiaal dat is opgebouwd uit meerdere lagen, bijvoorbeeld sandwichpanelen bestaande uit isolatie met aan beide zijden een afwerkingsplaat.
Q (Warmtestroom)
De hoeveelheid warmte die per tijdseenheid door een materiaal of constructie stroomt, gemeten in watt (W).
Transversale golven
Golven waarbij de trilling loodrecht staat op de voortplantingsrichting, zoals bij watergolven.
Longitudinale golven
Golven waarbij de trilling in dezelfde richting is als de voortplanting, zoals bij geluidsgolven in lucht.
Geluidsbron
De plaats waar geluid ontstaat, bijvoorbeeld een muziekinstrument, een stem of een machine.
Luchtgeluid
Geluid dat zich via de lucht voortplant, zoals spraak, muziek of lawaai van buiten.
Contactgeluid
Geluid dat zich voortplant via trillingen in materialen, zoals voetstappen op een vloer of het dichtslaan van een deur.
Flanking
Indirecte geluidsoverdracht via omringende constructies zoals muren of vloeren, waardoor geluid zich verder kan verspreiden dan direct via de bron.
Absorptie
Het proces waarbij geluidsenergie wordt opgenomen door een materiaal en wordt omgezet in een andere vorm van energie, zoals warmte.
Reflectie
Het terugkaatsen van geluid wanneer het een oppervlak raakt. De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing.
Diffusie
De verspreiding van geluid in verschillende richtingen, waardoor een diffuus geluidsveld ontstaat en echo's worden verminderd.
Echo
Een duidelijke, afzonderlijke reflectie van geluid die hoorbaar is na een korte vertraging ten opzichte van het originele geluid.
Nagalm
Een opeenvolging van reflecties die zo snel op elkaar volgen dat ze niet meer als afzonderlijke echo's waarneembaar zijn, maar als een aanhoudend geluid.
Hernieuwbare energie
Energie die afkomstig is uit natuurlijke bronnen die continu worden aangevuld, zoals zon, wind, water, biomassa en geothermie.
Geluidsisolatie
Maatregelen die worden genomen om de overdracht van geluid van de ene ruimte naar de andere te verminderen, zoals het aanbrengen van isolatiemateriaal.
Geluidsreductie
De afname van het geluidsniveau, gemeten in decibel (dB), door het toepassen van geluidsreducerende maatregelen.
Akoestiek
De wetenschap die zich bezighoudt met de productie, voortplanting en waarneming van geluid, en de beheersing ervan in een ruimte.
Geluidsabsorptiecoëfficiënt (α)
Een getal tussen 0 en 1 dat aangeeft in welke mate een materiaal geluid absorbeert. 0 betekent geen absorptie, 1 betekent volledige absorptie.
Contactgeluidsisolatie
Maatregelen om de overdracht van contactgeluid te verminderen, zoals zwevende dekvloeren of trillingsdempers.
Luchtgeluidisolatie
Maatregelen om de overdracht van luchtgeluid te verminderen, zoals het gebruik van zware, luchtdichte materialen.
Thermische isolatie
Het gebruik van materialen en technieken om warmteverlies te minimaliseren, waardoor de energie die nodig is voor verwarming wordt verminderd.
Warmteverlies
De hoeveelheid warmte die verloren gaat door een constructie, bijvoorbeeld door muren, daken of ramen. Dit wordt beïnvloed door de isolatiewaarde.
Isolatiewaarde
De mate waarin een materiaal in staat is om warmte tegen te houden (R-waarde) of door te laten (U-waarde).
Warmtecapaciteit
De hoeveelheid warmte die een materiaal kan opslaan per volume-eenheid en per graad temperatuurverhoging.
Thermische Brug
Een plek in een constructie waar de thermische isolatie zwakker is, waardoor warmte makkelijker kan ontsnappen en er kans is op condensatie.
Isolatiematerialen
Materialen die worden gebruikt om warmte- of geluidsoverdracht te verminderen, zoals glaswol, steenwol, EPS (piepschuim) en PUR (polyurethaan).
Ventilatie
Het proces van het verversen van lucht in een ruimte om vervuilde lucht af te voeren en verse lucht toe te voeren.
Natuurlijke ventilatie
Ventilatie die plaatsvindt door natuurlijke luchtstromen, bijvoorbeeld door ramen en deuren te openen of door ventilatieroosters.
Mechanische ventilatie
Ventilatie die wordt geregeld door een mechanisch systeem, zoals een ventilator of een ventilatie-unit.
Warmteterugwinning
Een systeem waarbij warmte uit afgevoerde ventilatielucht wordt teruggewonnen en gebruikt om de toevoerlucht voor te verwarmen.
CO2-sensor
Een sensor die de concentratie van koolstofdioxide (CO2) in de lucht meet en gebruikt wordt om de ventilatiehoeveelheid te regelen.
Zonne-energie
Energie die wordt opgewekt uit zonlicht met behulp van zonnepanelen of zonnecollectoren.
Zonnepanelen (PV)
Panelen die zonlicht direct omzetten in elektriciteit door middel van fotovoltaïsche cellen.
Zonnecollectoren
Systemen die zonlicht gebruiken om water te verwarmen, bijvoorbeeld voor warm water of verwarming.
Windenergie
Energie die wordt gewonnen uit de beweging van de wind, meestal met behulp van windturbines.
Windturbines
Installaties die windenergie omzetten in elektriciteit door de draaiing van wieken.
Geothermische energie
Energie die wordt gewonnen uit de warmte die is opgeslagen in de aardkorst.
Geothermie
Het gebruik van aardwarmte voor verwarming, warm water of elektriciteitsproductie, bijvoorbeeld door middel van een warmtepomp.
Biomassa
Organisch materiaal afkomstig van planten en dieren dat kan worden gebruikt als brandstof voor energieproductie.
Biogas
Gas dat wordt geproduceerd door de vergisting van biomassa, zoals mest, gewassen of afval, en kan worden gebruikt als brandstof.
Duurzaam bouwen
Een manier van bouwen waarbij rekening wordt gehouden met de impact op het milieu en de behoeftenRead more van toekomstige generaties.
Energiezuinig bouwen
Een manier van bouwen waarbij het energieverbruik van een gebouw tot een minimum wordt beperkt, bijvoorbeeld door goede isolatie en efficiënte installaties.
Passiefhuis
Een gebouw dat zo goed geïsoleerd is en gebruik maakt van passieveRead more zonne-energie en ventilatie dat er weinig tot geen actieve verwarming nodig is.
Nul-energiewoning
Een woning die net zoveel energie produceert als hij verbruikt over een jaar gezien, bijvoorbeeld door zonnepanelen en warmtepompen.
BENG (Bijna EnergieNeutraal Gebouw)
De eisen waaraan nieuwbouwwoningen moeten voldoen op het gebied van energieprestatie, vastgelegd in het Bouwbesluit.
Circulair bouwen
Een manier van bouwen waarbij materialen worden hergebruikt en afval wordt geminimaliseerd, zodat grondstoffenRead more worden gespaard en de milieu-impact wordt verminderd.
Levenscyclusanalyse (LCA)
Een methode om de milieu-impact van een product of gebouw te analyseren gedurende de gehele levenscyclus, van winning van grondstoffen totRead more afvalverwerking.
GPR Gebouw
Een instrument dat wordt gebruikt om de duurzaamheid van een gebouw te meten aan de hand van verschillende criteria, zoals energie, milieu, gezondheid enRead more gebruikskwaliteit.
Milieuvriendelijke materialen
Materialen die een lage milieu-impact hebben, bijvoorbeeld hout uit duurzaam beheerde bossen, bamboe, gerecycled materiaal en natuurlijke isolatiematerialen.
Waterbesparing
Maatregelen die worden genomen om het waterverbruik te verminderen, zoals het gebruik van waterbesparende kranen, toiletten en douchekoppen, en het opvangen van regenwater.
Grijswater
Afvalwater afkomstig van douches, wastafels en wasmachines dat kan worden hergebruikt voor bijvoorbeeld toiletten, irrigatie of wasmachines.
Regenwateropvang
Het opvangen en opslaan van regenwater om het later te kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld het sproeien van de tuin, het doorspoelen van toiletten of de wasmachine.
Groene daken
Daken die zijn bedekt met vegetatie, zoals grassen, kruiden,mossen of sedum; voor isolatie, waterretentie en biodiversiteit.
Biodiversiteit
De verscheidenheid aan planten en dieren in een bepaald gebied en hun onderlinge relaties, wat bijdraagt aan de stabiliteit en veerkracht van ecosystemen.