wetenschaps filosofie

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/69

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

alle weken

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

70 Terms

1
New cards

demarcatiecriterium

het criterium dat bepaald of iets behoort tot de wetenschap of niet

2
New cards

kapitalisme

een economisch systeem dat gebaseerd is op investeringen van geld in de verwachting om winst te maken

3
New cards

determinisme

alles wordt bepaald door eerdere gebeurtenissen volgens vaststaande oorzaken

4
New cards

positivisme

alle kennis komt uit menselijk verstand en zintuigelijke waarnemingen

5
New cards

ontologie

de leer van de werkelijkheid, waarin de vraag aan bod komt hoe iets is

6
New cards

epistemologie

ook wel kennisleer; de tak van filosofie die de aard, oorsprong, beperkingen en geldigheid van menselijke kennis bestudeert

7
New cards

negatief beeld van de mensheid

pessimistisch beeld van de menselijke natuur over de rol van bedrijven in de maatschappij

8
New cards

dubbele hermeneutiek

het verschil tussen de wereld die betekenis heeft en de wereld die geĆÆnterpreteerd wordt

9
New cards

causale verklaring

oorzaak-gevolg trekking; als de oorzak er is, ligt het gevolg vast > determinisime

10
New cards

intentionele verklaring

de kracht van de geest om over te gaan, te vertegenwoordigen, of te staan voor dingen, eigenschappen en standen van zaken

11
New cards

functionele verklaring

geeft een beschrijving van iets, aan de hand van de werking van het item

12
New cards

premisse

aannames die worden gedaan bij argumenten

13
New cards

truth preservation

een logisch argument met ware premisses zal altijd leiden tot een ware conclusie. onware premisses kunnen leiden tot een incorrecte conclusie

14
New cards

valide argumenten

de inhoud hoeft niet kloppend te zijn, maar de vorm/structuur wel

15
New cards

invalide argument

de vorm/structuur klopt niet

16
New cards

modus ponens

een valide argument, waarbij de antecedent wordt bevestigd

17
New cards

modus tollens

een valide argument, waarbij de consequent wordt ontkend

18
New cards

rationalisme

alle kennis komt uit het menselijk rationeel vermogen voort

19
New cards

empirisme

alle kennis komt voort uit waarnemingen

20
New cards

idealisme

kennis komt voort uit observaties, maar is daarop niet geheel terug te leiden, de ordening moet nog door mensen zelf worden toegevoegd

21
New cards

logische onzin

deze uitspraken zijn nooit waar

22
New cards

analytische uitspraken

deze zijn altijd waar, onafhankelijk van welke nieuwe feiten er worden toegevoegd

23
New cards

synthetische uitspraken

door waarneming kan men zelf beoordelen of iets waar is of onwaar is

24
New cards

metafysica

men kan niet vaststellen of iets waar isth

25
New cards

theoretische concepten

niet alles is terug te brengen naar een waarneming ā€”> logische reductie-eis

26
New cards

dispositie

eigenschappen zijn alleen waarneembaar onder bepaalde omstandigheden

27
New cards

deductie

gevolgrekking uit algemene regel naar een individuele regel

28
New cards

inductie

het generaliseren vanuit een individuele waarneming

29
New cards

emperische cyclus-I

inductie is logisch gezien onmogelijk. deductie is wel mogelijk, een hypothese wordt met individuele gevallen getest

30
New cards

empirische cyclus-II

er bestaat een scheiding tussen theorie en waarneming. theoretische taal is niet te reduceren tot waarnemingen, zoals bijvoorbeeld krachten en analytische begrippen

31
New cards

theoretische taal

taal is niet altijd te reduceren tot waarnemingen

32
New cards

waarnemingstaal

beschrijft alles wat je kan zien

33
New cards

theorie-afhankelijk

observatie is altijd door een theorie geĆÆnfecteerd

34
New cards

het probleem van inductie

er wordt gekeken naar waarschijnlijkheid in plaats van waarheid

35
New cards

confirmatiegraad

het aantal waarnemingen gedeeld door het aantal mogelijke gevallen. doordat het aantal mogelijke gevallen oneindig groot is, is de confirmatiegraad oneindig klein

36
New cards

streven naar de hoogste waarschijnlijkheid

empirisch bewijs en waarschijnlijkheid hebben een negatieve correlatie

37
New cards

het fundamentele probleem van inductie

het aantal observeerbare gevalle is oneindig, dus er is nooit volledige zekerheid voor alle gevallen

38
New cards

rationalisme (Popper)

er moeten theorieƫn worden bedacht die zoveel mogelijk over de waarheid vertellen.

39
New cards

kritiek op Popper (rationalisme)

theorieƫn die niet onderuit gehaald worden, kunnen nog niet als juist worden beschouwd, al is de kans wel aannemelijk

40
New cards

anomalie

een waarneming die in strijd is met het paradigma

41
New cards

normale wetenschap

wetenschap die binnen de grenzen van het paradigma valt. hierdoor is er een cumulatieve groei van kennis

42
New cards

revolutionaire wetenschap

zorgt voor een verandering van het paradigma, waarbij de assumpties en het uitgangspunt veranderen

43
New cards

intentionele uitspraken

zeggen iets over de combinatie van algemene karakteristieken die een concept definiƫren

44
New cards

extensionele uitspraken

de klasse van observeerbare fenomenen in de werkelijkheid waarnaar een concept verwijst. ook wel de empirische inhoud genoemd

45
New cards

correspondentie theorie van de waarheid

waarnemingen zorgen ervoor dat dingen waar zijn

46
New cards

coherentietheorie van de waarheid

een theorie is waar als het volgt uit andere theorieƫn, waarvan men weet dat deze waar zijn

47
New cards

pragmatische waarheidstheorieq

een uitspraak is waar als men er een voorspelling mee kan doen, los van of de assumpties die gedaan worden onwaar zijn

48
New cards

consensustheorie van de waarheid

we zijn het er allemaal over eens dat het waar is, we weten alleen niet waarom

49
New cards

individualisme

menselijk gedrag wordt bepaald door de situatie waarin de persoon verkeerd. individuen reageren op externe prikkels

50
New cards

collectivisme

ook wel sociaal holisme. sociale systemen zijn niet tot het gedrag van Ć©Ć©n persoon te reduceren, dus het gebruik hiervan moet in zijn geheel plaatsvinden

51
New cards

verklaren

reeks feiten die beschreven worden om context en gevolgen te verduidelijken. gericht op het ontdekken van regels en wetten die zich generaliseren voor andere gerelateerde feiten

52
New cards

begrijpen

waardering voor bepaalde categorieƫn van kennis over bijvoorbeeld cultuur en religie. gecreƫerd door interpersoonlijke interacties en interpretatie van sociale relaties

53
New cards

functionele verklaring

verklaart waarom men een bepaalde handeling uitvoert, verklaart vanuit functie

54
New cards

anomie

het verlies van het referentiekader

55
New cards

systeemdenken

onderdelen als mensen en organisaties zijn niet los te zien van het grotere geheel waar ze onderdeel van zijn

56
New cards

industriƫle organisatie

het paradigma waar bedrijven zich rond 1980 in bevinden. winstgevendheid werd verklaard door de sector waar ze zich in bevonden

57
New cards

resource-based view

winstgevendheid werd verklaard door de middelen die het bedrijf heeft

58
New cards

population ecology

analyse van het overleven, groeien en sterven van organisaties

59
New cards

institutionele theorie

kijkt naar de instituties die bij organisaties een rol spelen

60
New cards

consequentialistisch

bepaalde verklaring omdat het positieve consequenties heeft voor (verkeers)deelnemers

61
New cards

normatief

een bepaalde verklaring omdat het zo hoort

62
New cards

cognitief

een bepaalde verklaring omdat mensen geloven dat de wereld zo hoort

63
New cards

rational agent

een fictief persoon die men kan gebruiken om voorspellingen te doen, aangenomen dat de agent rationele keuzes maakt

64
New cards

prospects

de opties die een agent kan kiezen

65
New cards

methodologisch individualisme

er is wel gebruik gemaakt van sociale constructies

66
New cards

causale verklaring

oorzaak komt altijd voor het effect en de oorzaak is exogeen

67
New cards

mutiple causaliteit

er kan niet Ć©Ć©n oorzaak worden gegeven of aangewezen

68
New cards

bi-directional causaliteit

de oorzaak-gevolg relaties gaat twee kanten uit

69
New cards

hermeneutisch begrijpen

individu en zijn interpretatie staan centraal. normen staan vast en gegeven normen worden geĆÆnterpreteerd

70
New cards

sociale betekenis

individuen en hun endogene interpretatie staan centraal, ook de totstandkoming van normen in vergelijking met hermeneutiek zijn belangrijk