tekstsoorten en communicatiedoel (met voorbeelden)

les 3

informeren: informatief

informatie overbrengen: nieuwsbericht, verslag, zakelijke brief, artikel, pictogram, diagram, wegwijzer, geboortekaartje

uiteenzetten: informatief

vorm van informeren, specifiek gericht op iets uitleggen: tijdschriftartikel met achtergrondinformatie, naslagwerk

opiniëren: opiniërend

tekst belicht gegevens van verschillende kanten, lezer trekt zelf conclusies: recensie, redactionele commentaar, beschouwing, opiniestuk

instructies geven: prescriptief

ontvanger uitleg geven zodat hij weet hoe hij iets moet doen: gebruiksaanwijzing, routebeschrijving, veiligheidsvoorschriften, recept, spelregels

overtuigen: argumentatief

ontvanger overtuigen van jouw standpunt, argumenteren en tegenargumenten weerleggen: recensie, lezersbrief, debat, politiek pamflet

activeren/overhalen: persuasief

ontvanger overtuigen en overhalen om in actie te komen, je wilt dat ontvanger iets doet/laat: advertentie, folder, verkoopgesprek, trailer, uitnodiging, essay, discussie, betoog

verhalen/vertellen: narratief

je geeft verhalend feiten/gebeurtenissen weer: vlog, reisverslag, blog

amuseren/diverteren: diverterend

ontvanger vermaken: anekdote, mop, kruiswoordraadsel

emotioneren: emotief

ontvanger emotioneel raken: afscheidstoespraak, liefdesbrief