1/78
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Bouwstenen van het menselijk lichaaam
organen
weefsel
epitheel weefsel
Herstelt littekens
bindweefsel
spierweefsel
zenuwweefsel
Onherstelbaar, zeer lang
cellen
Kleinste bouwstenen
Indeling cellen
op de cel zitten er receptoren, deze vangen info op over of ze moeten groeien, delen of sterven
Celkern (nucleus)
Erfelijk materiaal
Nucleolus
Chromosomen
Enkel zichtbaar tijdens de celdeling
Cytoplasma
Mitochondiriën
Zetten glucose om in energie
Endoplastisch reticulum
Buizennetwerk voor eiwitproductie en -modificatie
Ribosomen
Vertalen DNA naar eiwit
Golgi apparaat
Afvoeren afvalstoffen
In de nucleus
Erfelijk materiaal
Nucleolus
Chromosomen
Enkel zichtbaar tijdens de celdeling
In het cytoplasma
Mitochondiriën
Zetten glucose om in energie
Endoplastisch reticulum
Buizennetwerk voor eiwitproductie en -modificatie
Ribosomen
Vertalen DNA naar eiwit
Golgi apparaat
Afvoeren afvalstoffen
Peroxisomen
Blaasjes voor de afbraak van vetzuren
Mitochondriën
Zetten glucose om in energie
Wanneer zijn de chromosomen zichtbaar?
Tijdens de celdeling
Endoplastisch recticulum
Buizennetwerk voor eiwitproductie en -modificatie
Ribosomen
Vertalen DNA naar eiwit
Golgi aparaat
Afvoeren van afvalstoffen
Peroxisomen
Blaasjes voor de afbraak van vetzuren.
Etimologie van chromossom
Chroma → kleur
Soma → lichaam
Chromosoom → gekleurde lichaampjes
Cytogenetica
de studie van chromosomen
bandering
streepjescode op de chromosomen
Chromatine
Chromosomen zijn enkel zichtbaar tijdens de celdeling, wanneer de cel in rust is, zien we enkel chromatinen
Het genoom
De mens heeft 46 chromosomen, deze zijn gerangschikt in 23 paren
44 autosomen
2 geslachtschromosomen (X en Y)
Paren homologe chromosomen
1 van de vader en 1 van de moeder
Soorten cellen
Somatische cellen
Alle cellen buiten de geslachtscellen
Diploïd
46 chromosomen = 2n
Geslachtscellen
Ei- en zaadcel
Haploïd
23 chromosomen = n
Structuur van de chromosoom
Telomeer
Deze slijten af tot de chromosoom afsterft
zusterchromatiden
Links en rechtse beentje
p
Korte arm
q
Lange arm
Centromeer
Midden
3 soorten
Metacentrisch centromeer
In het midden
p en q zijn even lang
Submetacentrisch centromeer
Meer naar boven toe
q is langer
Acrocentrisch centromeer
Nog meer naar boven toe
Er is bijna geen korte arm meer
Het is niet erg als chromosomen geen p arm meer hebben
Telomeren
Uiteinden van chromosomen, deze slijten af naarmate de cel deelt waardoor ze bijhouden hoe vaak de cel al gedeeld heeft.
Soorten centromeren
Metacentrisch centromeer
In het midden
p en q zijn even lang
Submetacentrisch centromeer
Meer naar boven toe
q is langer
Acrocentrisch centromeer
Nog meer naar boven toe
Er is bijna geen korte arm meer
Het is niet erg als chromosomen geen p arm meer hebben
Metacentrisch centromeer
Centromeer in het midden
p en q zijn even lang
Submetacentrisch centromeer
Centromeer meer naar boven toe
q is langer
Acrocentrisch
Centromeer nog meer naar boven toe
Er is bijna geen korte arm meer
Het is niet erg als chromosomen geen p arm meer hebben
Rangschikken op een chromosomenkaart
Volgens grootte
Volgens de plaats van het centromeer
Volgens banderingspatroon
Karotype
Geeft de chromosomale samenstelling van een individu weer
Man
46, XY
Vrouw
46, XX
Genen liggen vooral op het X-chromosoom, ij de vrouw wordt 1 ervan uitgeschakeld waardoor die genen niet tot uiting komen
ISCN
International Systel for hman Cytogenetic Nomenclature
Internationale naamegeving
Celcyclus
(G0-fase)
Duur
/
Gebeurtenis
De cel ontsnapt eventjes uit de celcyclus
G1-fase
Duur
Uren tot jaren
Gebeurtenis
Decondenserende chromosomen despiraliseren
De kern bestaat uit chromatine
Veel RNA- en eiwitsynthese als voorbereiding op de S-fase (groei)
S-fase
Duur
6 - 8 uur
Gebeurtenis
Replicatie van DNA
Vorming van 2 zusterchromatiden
Er zijn nog steeds 46 chromosomen, maar dus 92 zusterchromatiden
G2-fase
Duur
2 - 4 uur
Gebeurtenis
Verdere aanmaak van RNA en eiwitten
Voorbereiding op mitose
Mitose
Duur
1 uur
Gebeurtenis
Begin
46 ontdubbede chromosomen (met 2 zusterchromatiden)
Eind
Elke cel heeft 46 chromosomen, maar elk chromosoom bestaat slechts uit 1 chromatide
G0-fase
De cel ontsnpt eventjes uit de celcyclus
G1-fase
Duur
Uren tot jaren
Gebeurtenis
Decondenserende chromosomen despiraliseren
De kern bestaat uit chromatine
Veel RNA- en eiwitsynthese als voorbereiding op de S-fase (groei)
S-fase
Duur
6 - 8 uur
Gebeurtenis
Replicatie van DNA
Vorming van 2 zusterchromatiden
Er zijn nog steeds 46 chromosomen, maar dus 92 zusterchromatiden
G2-fase
Duur
2 - 4 uur
Gebeurtenis
Verdere aanmaak van RNA en eiwitten
Voorbereiding op mitose
Mitose
Duur
1 uur
Gebeurtenis
Begin
46 ontdubbede chromosomen (met 2 zusterchromatiden)
Eind
Elke cel heeft 46 chromosomen, maar elk chromosoom bestaat slechts uit 1 chromatide
Duur celcyclus
±24 uur
Interfase
G1-fase + G2-fase + S-fase
cel in rust, geen celdeling
Mitose
1 diploïde moedercel wordt 2 diploïde dochtercellen
Het aantal chromosomen blijft constant
De celdeling na bevruchting, de bevruchte eicel bevat erfelijk materiaal
Voor de mitose bestaat elke chromosoom uit 2 identieke chromatiden (= zusterchromatiden) die zich zullen splitsen tijdens de mitose
Fasen in de mitose
Interfase
G1- + S- + G2-fase
Profase
De nucleolus valt uit elkaar
Condensatie
De chromatine wordt korter en dikker
Vormng spoelfiguur (microtubili)
(Prometafase)
Vorming van kinetochoren
Chromatine korter en dikker
Chromosomen zijn zichtbaar
Het nucleair membraan desintegreet
Metafase
Maximale condensatie chromosomen
Schikking in evenaarsvlak
Chromosomenonderzoek gebeurt meestal hier
Anafase
Zusterchromatiden zijken uit elkaar
Onafhankelijke dochterchromatiden gaan naar de polen
Telofase
Decondensatie van de chromosomen
Vorming van ht nuclair membraan rond de dochterkernen
De cel snoert in
Cytokinese
Dochetcelen elk 1 zusterchromatide
Chromosomen worden weer chromatine
Profase
De nucleolus valt uit elkaar
Condensatie
De chromatine wordt korter en dikker
Vormng spoelfiguur (microtubili)
Condensatie
Chromatine wordt korter en dikker
Prometafase
Vorming van kinetochoren
Chromatine korter en dikker
Chromosomen zijn zichtbaar
Het nucleair membraan desintegreet
Metafase
Maximale condensatie chromosomen
Schikking in evenaarsvlak
Chromosomenonderzoek gebeurt meestal hier
Anafase
Zusterchromatiden zijken uit elkaar
Onafhankelijke dochterchromatiden gaan naar de polen
Telofase
Decondensatie van de chromosomen
Vorming van ht nuclair membraan rond de dochterkernen
De cel snoert in
Cytokinese
Dochetcelen elk 1 zusterchromatide
Chromosomen worden weer chromatine
Belangrijkste gebeurtenisen tijdens de mitose
Condensatie van chromatine
De vorming van chromosomen
Segregatie
De vorming van 2 dochtercellen (identiek)
Resultaat
2 dochtercellen krijgen erfelijk materiaal uit 1 cel (gecopieerd in de S-fase)
Meiose
Geslachtsdeling
Vorming van gameten
Reductiedeling
Diploïde cel → haploïde cel
Kiembaancellen
Cellen die voorbestemd zijn voor het worden van geslachtscellen
Onderdelen van de meiose
Meisose 1
Redyctedeling van homologechromosomen
Meiose 2
Scheiding zusterchromatiden
Fasen van meiose 1
Interfase 1
G1- + S- + G2-fase
Profase 1
Leptoteen
Begin condensatie
Zusterchromatiden zichtbaar
Zygoteen
Synaptenomaal complex
Paring van homologe chromosomen
Pachyteen
Verdere condensatie
Synaps volledig
Homologe chromosomen zichtbaar als bivalent
2 zusterchromosomen zichtbaar
Recombinatie (CO)
Vaderlijke en moederlijke chromosomen mixen
Diploteen
Synaptenomaal complex verdwijnt na CO
Chiasmata zichtbaar (= X-structuur)
Diakinesis
Maximale condensatie en dus ook maximale zichtbaarheid
(Prometafase 1)
Nucleair membraan verdwijnt
Vorming van spoelfiguur en kinetochoren
Vashechting bivalenten aan spoeldraden
Metafase 1
Spoelfiguur is volledig gevormd
Bivalenten gaan naar het evenaarsvlak
Anafase 1
Disjunctie van homologe chromosomen (van paren, niet chromatiden)
Telofase 1
2 haploïde sets van chromosomen groeperen zich aan polen
Profase 1
Leptoteen
Begin condensatie
Zusterchromatiden zichtbaar
Zygoteen
Synaptenomaal complex
Paring van homologe chromosomen
Pachyteen
Verdere condensatie
Synaps volledig
Homologe chromosomen zichtbaar als bivalent
2 zusterchromosomen zichtbaar
Recombinatie (CO)
Vaderlijke en moederlijke chromosomen mixen
Diploteen
Synaptenomaal complex verdwijnt na CO
Chiasmata zichtbaar (= X-structuur)
Diakinesis
Maximale condensatie en dus ook maximale zichtbaarheid
Leptoteen
Begin condensatie
Zusterchromatiden zichtbaar
Zygoteen
Synaptenomaal complex
Paring van homologe chromosomen
Pachyteen
Verdere condensatie
Synaps volledig
Homologe chromosomen zichtbaar als bivalent
2 zusterchromosomen zichtbaar
Recombinatie (CO)
Vaderlijke en moederlijke chromosomen mixen
Diploteen
Synaptenomaal complex verdwijnt na CO
Chiasmata zichtbaar (= X-structuur)
Diakinesis
Maximale condensatie en dus ook maximale zichtbaarheid
Prometafase 1
Nucleair membraan verdwijnt
Vorming van spoelfiguur en kinetochoren
Vashechting bivalenten aan spoeldraden
Metafase 1
Spoelfiguur is volledig gevormd
Bivalenten gaan naar het evenaarsvlak
Anafase 1
Disjunctie van homologe chromosomen (van paren, niet chromatiden)
Telofase 1
2 haploïde sets van chromosomen groeperen zich aan polen
Fasen van meiose 2
Profase 2
De nucleolus valt uit elkaar
Condensatie
De chromatine wordt korter en dikker
Vormng spoelfiguur (microtubili)
Metafase 2
Maximale condensatie chromosomen
Schikking in evenaarsvlak
Chromosomenonderzoek gebeurt meestal hier
Anafase 2
Zusterchromatiden zijken uit elkaar
Onafhankelijke dochterchromatiden gaan naar de polen
Telofase 2
Decondensatie van de chromosomen
Vorming van ht nuclair membraan rond de dochterkernen
De cel snoert in
!! er is geen S-fase, dus ook geen verdubbeling van de chromosomen
Profase 2
De nucleolus valt uit elkaar
Condensatie
De chromatine wordt korter en dikker
Vormng spoelfiguur (microtubili)
Metafase 2
Maximale condensatie chromosomen
Schikking in evenaarsvlak
Chromosomenonderzoek gebeurt meestal hier
Anafase 2
Zusterchromatiden zijken uit elkaar
Onafhankelijke dochterchromatiden gaan naar de polen
Telofase 2
Decondensatie van de chromosomen
Vorming van ht nuclair membraan rond de dochterkernen
De cel snoert in
Hoeveelheid chromosomen doorheen de fasen
Voor interfase
46 chromosomen
Na interfase
46 chromosomen
Na meiose 1
23 chromosomen
Na meiose 2
23 chromosomen
Hoeveelheid chromatiden doorheen de fasen
Voor interfase
46 chromatiden
Na interfase
96 chromatiden
Na meiose 1
46 chromatiden
Na meiose 2
23 chromatiden
Eindresultaat van meiose
2 haploïde dochtercellen → 4 haploïde gameten
23 chromosomen (elk 23 zusterchromosomen) → 23 chromosomen (elk 1 chromatide)
Belang van meiose
Genetisch materiaal doorgeven en contstand houden + voor genetische diversiteit zorgen
Wat is gametogonese
De vorming van geslachtscellen
Vrouw: oögenese
Man: spermatogenese
Oögenese
= eicelvorming
Week 4: embryonale ontwikkeling
Primordiale geslachtscellen (2n) in endoderm vruchtzak (buiten de embryo) ontwikkelen zich tot oögenia in het ovarium (2n).
± Maand 3: oögenia ontwikkelen zich tot primaire oöclyten (meestal is profase 1 al aangevat)
Primaire oöclyten zijn meer gespecialiseerde cellen die aan meiose 1 zullen beginnen.
Oöclyten blijven in profse 1 tot de rijping van de follikel
Snelle finalisaite van meiose 1 en de vorming van het secundaire oöcyt (ovum) en 1ste poollichaampje.
Start meiose 2 tot metafase tijdens ovulatie
Einde meiose 2 pas bij de fertilisatie waarbij ook de expulsie van het 2de poollichaampje gebeurt
Dit vindt allemaal plaats in de eierstokken
Bij de geboorte
Er zijn enkele miljoenen primaire oöcyten in het diloteen (~ ruststadium) aanwezig in de ovaria.
Tussen de geboorte en puberteit
Het overgrote deel van de primaire oöclyten gaat verloren.
Bij de puberteit (± 12 jaar)
Voor het eerst zal 1 van de primire oöclyten (die nog over zijn) de 1ste meiotische deling voltooien
= menstruatie
De 2 dochtercellen die hier ontstaan zijn ongelijk van grootte
De 1ste van beide dochtercellen: de secundaire oöcyt
Krijgt door asymetrische klieving of splitsing bijna al het cytoplasma
Deze is ook haploïd
De andere: het 1ste poollichaampje
Bevat nauwelijks meer dan een kern
Dit proces speelt zich af in de follikel (in de eierstok of ovarium die na het voltooien van de 1ste meiotische deling openbarst: de ovulatie of eisprong!
De 2de meiotische deling volgt alleen wanneer de secundaire oöclyt bevruchtigd wordt.
In dit geval wordt het cytoplasma opnieuw ongelijk verdeeld zodat het 2de poollichaampje ontstaat
Als de secundaire oöclyt niet bevrucht wordt gaat deze verloren tijdens de daaropvolgende menstruatiebloeding
Dit proces gaat door tot de menopauze, die bij de meeste vrouwen optreed rond het 50ste levensjaar.
Oögenese bij de puberteit
Voor het eerst zal 1 van de primire oöclyten (die nog over zijn) de 1ste meiotische deling voltooien
= menstruatie
De 2 dochtercellen die hier ontstaan zijn ongelijk van grootte
De 1ste van beide dochtercellen: de secundaire oöcyt
Krijgt door asymetrische klieving of splitsing bijna al het cytoplasma
Deze is ook haploïd
De andere: het 1ste poollichaampje
Bevat nauwelijks meer dan een kern
Dit proces speelt zich af in de follikel (in de eierstok of ovarium die na het voltooien van de 1ste meiotische deling openbarst: de ovulatie of eisprong!
De 2de meiotische deling volgt alleen wanneer de secundaire oöclyt bevruchtigd wordt.
In dit geval wordt het cytoplasma opnieuw ongelijk verdeeld zodat het 2de poollichaampje ontstaat
Als de secundaire oöclyt niet bevrucht wordt gaat deze verloren tijdens de daaropvolgende menstruatiebloeding
Oögonia
Ongedifferentieerde primitieve eicellen
Primaire oöclyten
Meer gespecialiseerde cellen die aa meiose 1 zullen beginnen
Menstruatiebloeding
Als de secundaire oöclyt niet bevrucht wordt, gaat deze verloren
Spermatogenese
= Zaadcelvorming
Week 4: embryonale ontwikkeling
Primordiale geslachtscellen (2n) zijn al in de testes (buiten de embrio) aanwezig en ontwikkelen zich tot spermatogonia door mitotische deling.
Week 6: het migreren naar de genitale groeven van de embryo
aanleg primitieve gonade
Mitotische deling wordt gevolgd door een rustperiode
Ook na de puberteit, wanneer de spermatogenese begint, blijven mitotische delingen continu doorgaan
Er ontstaan 2 dochtecellen bepaalde spermatogonia
1 dochtercel zal het cyclisch delingsproces in stand houden
e andere zal zich verder ontwikkelen tot een primaire spermatocyt (2n)
Bij de aanvang van de puberteit beginnen deze primaire spermatocyten aan meiose
Meiose 1
1 primaire spermatocyt wordt 2 seundaire spermatocyten (n)
Er is een gelijkmatige verdeling van het cytoplasma
Meiose 2
Uit elke secundaire spermatocyt ontstaan er 2 spermatiden
Deze ontwikkelen zich verder tot rijpe spermatozoa
Dus 1 primaire spermatocyt vormt 4 spermatozoa
Dit hele proces duurt ± 60 dagen
Duur van de spermatogenese
60 dagen
Hoeveel zaadcellen zijn er aanwezig per zaadlozing?
± 100 - 200 miljoen
Welk kenmerk van de baby worden door de man bepaald?
Het geslacht
Enkel de man kan de Y-chromosomen doorgeven
Fasen bij oögenese vs spermatogenese
Oögenese
Begin meiose
Intra-uretien (1ste trimester)
Duur meiose
12 - 45 jaar
Aantal mitosen
20 - 30
Aantal gameten per meiose
1 eicel (poollichaampjes)
Gametenproductie
1/menstruele cyclus
Spermatogenese
Begin meiose
Vanaf de puberteit
Duur meiose
60 - 65 dagen
Aantal mitosen
30 - 500
Aantal gameten per meiose
4 zaadcellen
Gametenproductie
100 - 200/ejaculaat
Problemen bij gametogenese
Vrouw
Het diploteen stadium (meiose 1) duurt extreem lang bij de vorming van eicellen.
Toename van kinderen chromosomale afwijkingen ten gevolge van meiotische delingstoornissen op oudere leeftijd.
Man
Continu proces van meiose waardoor men gevoeliger is voor omgevingsfactoren zoals radiateie en toxische stoffen
Homologe chromosomen
Een paar identieke chromosomen