emulsie
een mengsel van 2 vloeistoffen die niet met elkaar mengen.
gehalte
geeft de hoeveelheid aan van een stof in een mengsel.
mesoniveau
ligt tussen micro- en macroniveau in.
nevel
een mengsel van een vloeistof fijn verdeeld in een gas.
oplosbaarheid
de hoeveelheid stof die in grammen maximaal kan oplossen in 100 g water bij een bepaalde temperatuur.
oplossing
een oplossing is een helder mengsel van een stof in een vloeistof.
rook
een mengsel van een gas fijn verdeeld in een vloeistof.
schuim
een mengsel van een gas fijn verdeeld in een vloeistof.
suspensie
een mengsel van een niet-oplosbare vaste stof in een vloeistof. Een suspensie is altijd troebel.
Vanderwaalsbinding
In de vaste en vloeibare fase trekken moleculen elkaar aan, de aantrekkingskracht is Vanderwaalskracht.
verzadigd
de maximale hoeveelheid in een stof (opgelost).
onverzadigd
als je minder dan de maximale hoeveelheid hebt opgelost in een stof.
waterstofbrug
tussen OH en NH zit een polaire atoombinding. O en N zijn beide een beetje negatief geladen het H-atoom wordt daardoor een beetje positief geladen. Hierdoor kan er een binding ontstaan.
IJklijn
een verband tussen een bekende grootheid en een gemeten grootheid.