COLLEGE B - HEIDEGGER

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/3

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

4 Terms

1
New cards

BIOGRAFISCHE INLEIDING

-            Duits (rector)

-            Was lid van de NSDAP

-            Een van de belangrijkste filosofen van de 20e-eeuw

-            Hij stelt dat filosofie tot aan zijn tijd op een verkeerde manier heeft gedacht:

> De filosofie werd vergeten en men dacht enkel ‘de zijnden’ (wil dat probleem oplossen)

> Centrale vraag: ‘Waarom is er zijnde, en niet veeleer niets?’

 

Heidegger werd beïnvloed door: Husserl, Kierkegaard, Nietzsche, …

-            Was leerling van Husserl (= grondlegger v.d. fenomenologie)

= een filosofische methode die probeert de wereld te begrijpen zoals die aan ons verschijnt in directe ervaring

 

=> Heidegger ontwikkelde zijn eigen variant van de fenomenologie, genaamd existentiële fenomenologie, die de nadruk legt op het bestaan en de relatie tussen mens en wereld

 

Uitgangspunten van de existentiële fenomenologie:

×          Relatie tussen mens en wereld (mens bestaat niet los v.d. wereld)

×          Belang van het lichaam

×          ‘Existentie’ betekent letterlijk ‘uitstaan’

= dit verwijst naar het feit dat de mens zich opent naar de wereld en zich in relatie tot die wereld bevindt. Heidegger benadrukt dat elke mens een wezen-in-de-wereld is

×          Heidegger en andere existentiefilosofen benadrukken de eindigheid van het leven

= ‘eindigheidsfilosofie’

2
New cards

BELANGRIJKE WERKEN

-            Sein und Zeit

-            Was ist Metaphysik?

-            Vom Wesen der Wahrheit

-            Holzwege

3
New cards

SEIN UND ZEIT

-            Heideggers filosofie probeert een nieuwe ontologie (leer van het zijn) te formuleren

-            Hij stelt dat de traditionele filosofie het zijn heeft verwaarloosd en zich enkel richt op concrete dingen (zijnden)

 

Van subject naar “Dasein”:

Heidegger wil de vraag naar het zijn stellen, maar dit kan niet rechtstreeks.

Het zijn wordt altijd ervaren via een subject: een zijn-voor-het-subject.

Daarom begint Heidegger met het analyseren van de mens als zijnde: het Dasein.

 

Belangrijkste inzichten over het zijn:

§  Het zijn is geen zijnde: (= ontologische differentiatie)

ð Het mag niet worden verward met concrete objecten of dingen (= zijnden)

§  Destructie van metafysica:

ð Hij wil de traditionele metafysica kritisch onderzoeken en afbreken, zodat de vraag naar het zijn opnieuw kan worden gesteld

 

Ontologische differentiatie

= het verschil tussen het zijn en de zijnde. Het zijn is geen object en heeft geen oorzaak.

 

Impliciete kennis

= iedereen heeft al een onbewuste vertrouwdheid met het zijn

(Vormt de basis voor Heideggers analyse)

 

Dasein (= ‘er-zijn’)

= Heidegger zijn term voor de mens

Kenmerken:

Het heeft een impliciet bewustzijn van het zijn

Het vormt de grondstructuur van menselijk bestaan

 

In-de-wereld-zijn

Mensen is altijd een in-de-wereld-zijn

= we zijn niet alleen denkende wezen, maar altijd betrokken bij de wereld waarin we leven (kern van zijn filosofie)

 

Sorge (= zorg dragen voor)

= onze omgang met dingen (zijnden)=gericht op zorg dragen/aandacht hebben vr de wereld

ð We zijn primair handelende wezens in het ‘bezig-zijn-met’ onze omgeving

 

Zu-handen-sein

Vor-handen-sein

= Dasein ervaart de wereld als een samenhang van bruikbare dingen (het tuigencomplex). Dingen functioneren vanzelfsprekend, zonder er bewust aandacht aan te besteden.

= wanneer iets niet meer werkt (vb kapotte hamer), wordt het voorhanden. Het object wordt meetbaar, abstract en losgemaakt van zijn bruikbaarheid.

Relatie tot anderen:

Mit-sein

= we bestaan altijd samen met anderen,

Dit is fundamenteel voor ons in-de-wereld-zijn

Das Man

= een algemene omgang met anderen, waarvan individualiteit kan verdwijnen

Dit benadrukt het sociale aspect v/h menselijk bestaan, maar ook de vervlakking die kan optreden

 

Fürsorge (bekommernis)

= zorg voor anderen, is niet louter positief want ook negeren of vijandigheid valt onder bekommernis. (Zelfs een afwijzing/negeren bevestigt het bestaan van de ander)

 

Essentiële aspecten van Dasein:

§  Mit-Dasein en bekommernis

= altijd in relatie tot anderen en de wereld

§  Eenzaamheid

= geen ontkenning van Mit-Dasein, maar contrasteert met verbondenheid

 

Das Man (‘het men’)

= een onpersoonlijke kracht in het alledaagse leven, waarin ‘het men’ bepaalt wat moet gebeuren (vb: je moet op tijd komen, je moet stoppen vr het rode licht, …)

ð Niemand in het bijzonder is verantwoordelijk, maar de ‘mensen’ als collectief

ð Je kan niet aan deze onpersoonlijke kracht ontsnappen in het dagelijks leven

-            Leidt tot een onecht bestaan (inauthenticiteit)

-            Het volgt een illusie van eeuwigheid en risicoloosheid

4
New cards

SEIN UND ZEIT (2)

Existentialen

= fundamentele kenmeren die het Dasein definiëren

ð Ze beschrijven hoe de mens zich tot de wereld verhoudt.

 

Soorten:

 

1.       Befindlichkeit (affectiviteit):

= hoe we ons bevinden in de wereld

 

2.       Verstehen (verstaan):

= een praktisch begrip van de wereld

 

3.       Sprache (taal):

= het vermogen om structuur en onderscheid aan te brengen

 


 

1

Befendlichkeit (affectiviteit)

= een fundamenteel kenmerk van ons zijn: we ervaren de wereld vanuit stemming en gevoel (stemmingen zijn concrete emoties zoals vreugde en verdriet)

 

-            Er bestaat geen stemmingloosheid:

We zijn altijd op een bepaalde manier afgesteld op de wereld

-            Kan vervallen tot Zweideutigkeit (dubbelzinnigheid)

Doen alsof we geen echte betrokkenheid hebben

2

Verstehen (verstaan)

= niet theoretische kennis, maar een intuïtief en alledaags begrip v.d. wereld

ð Vb: timmerman weet hoe hij gereedschap gebruikt zonder erover na te denken

 

Risico: kan vervallen tot Neugier (nieuwsgierigheid)

= een oppervlakkige interesse zonder diepgang

3

Sprache (taal)

= taal volgens Heidegger is niet alleen spreken, maar ook het vermogen om onderscheid en structuur aan te brengen in de wereld. Het is hoe we de wereld ordenen en betekenis geven

 

Risico: kan vervallen tot Gerede (gebabbel)

= zinloos napraten zonder inhoud of originaliteit

 

Heidegger stelt dat het Dasein (de mens) altijd al open staat naar de wereld.

Deze openheid wordt zichtbaar in Sorge (zorg) en heeft 3 kernaspecten:

1

Altijd reeds in de wereld:

=ons bestaan is een gegeven (feitelijkheid) waarmee we moeten omgaan, zelfs als we dat niet zelf gekozen hebben. Dit noemt Heidegger Geworfenheit:

= je wordt ‘geplaatst’ in een specifieke bestaanssituatie

2

Op-zichzelf-vooruit-zijn:

= de mens is altijd gericht op de toekomst en zijn mogelijkheden

Het Dasein ziet zichzelf als een Entwurf (ontwerp), gericht op wat het kan worden

3

Altijd in omgang met de dingen:

In het dagelijks leven zijn we voortdurend bezig met de wereld. Dit handelen verloopt vaak automatisch, maar als we ons te veel laten leiden door routines of het oordeel van anderen, kunnen we vervallen in Verfallenheit (inauthenticiteit)

 

Inauthenticiteit onstaat wanneer:

-            Het Dasein te veel wordt geleid door Das Man, wat leidt tot een doorsneebestaan

-            Er een verlies optreedt van persoonlijke autonomie en authenticiteit, waarbij men blindelings de verwachtingen van anderen volgt. Hoewel dit soms nodig is voor dagelijkse taken, mag het niet het hele bestaan domineren.

 

 

Je pan plots overvallen worden door een existentiële angst

ð Deze angst confronteert het Dasein met zichzelf

 

Vrees: heeft een duidelijk object (bang zijn voor spinnen, pijn, examens, lawaai…)

Angst: heeft daarentegen geen duidelijk dit of dat, er is een iets dat de angst oproept

 

Angst voor het niets = angst voor onze existentie zelf

Je hebt angst omwille van je eigen persoonlijke bestaansontwerp

 

Heidegger noemt angst een Grundbefindlichkeit (grondaffectiviteit)

> De angst is fundamenteel omdat ze h. Dasein exact confronteert met wat het Dasein is

= een wezen dat op grond van zijn facticiteit moet zorgen voor een eigen Entwurf waarvoor het zelf verantwoordelijk is

 

Angst bevrijdt het Dasein v.d. routine v/h dagelijks leven en confronteert het met zichzelf

Je-meines

= angst maakt duidelijk dat het bestaan uniek en eigen is

Jemeinigkeit

= het besef dat houw bestaan altijd ‘het mijne’ is

> Angst leidt naar een authentieke zijnswijze

 

Sein-zum-Tode

= het authentieke inzicht dat je bestaan eindig is en alleen van jou

ð De dood fungeert als de grens en horizon waarbinnen ons bestaan zich afspeelt

 

Zinvol bestaan ondanks eindigheid

-            De eindigheid van het bestaan maakt juist een zinvol leven mogelijk

-            Door keuzes te maken binnen grenzen ontstaat een authentiek leven

 

Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen Seinsentwurf en het accepteren van sterfelijkheid is volgens Heidegger een heroïsche daad. Het kiezen voor authenticiteit gaat tegen de aantrekkingskracht van gemak en onechtheid in.