1/166
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
economisch
economic
economisch / zuinig
economical
bezuinigen
to economize
de economie
the economy
een economie
an economy
economie
economics
een economist
an economist
macro-economie
macroeconomics
micro-economie
microeconomics
toegepaste economie
applied economics
een economisch model
an economic model
monetarisme
monetarism
aanbodeconomie
supply-side economics
vraageconomie
demand-side economics
de vrije markt
the free market
voorstander van de vrije markt
free marketeer
markteconomie
a market economy
marktgestuurd
market-driven
marktwerking
market forces
vraag en aanbod
supply and demand
een centrale economie
a central economy / a planned economy
overheidsinterventie
government intervention
overheidsinmenging
government interference
beheerd door de overheid
state-run
staatsbedrijf
state-owned
reguleren / reglementeren
to regulate
dereguleren
to deregulate
regulering
regulation
deregulering
deregulation
maximale overheid / big government
big government
minimale overheid / small government
small government
bemoeien
to meddle
privatisering
privatization
nationalisering
nationalization
uitgaven
spending/expenditure
overheidsuitgaven
public spending
uitgave
expense
consumentenuitgaven
consumer spending
totale vraag
aggregate demand
de begroting
the budget
een begrotingstekort
a budget deficit
een begrotingsoverschot
a budget surplus
een maatregel
a measure
bezuinigingsmaatregelen
austerity measures
begrotingsdiscipline
fiscal discipline
sociale zekerheid
social security
de verzorgingsstaat
the welfare state
de welvaartstaat
an affluent society
subsidiƫren
to subsidize
een subsidie
a subsidy
de regering
an administration
een wet
a law
wetgeving
legislation
beleid
a policy
een reglement/regelgeving
a regulation
een artikel
an article
een clausule
a clause
een contractvoorwaarde
a condition
bureaucratie
red tape
het monetair systeem
the monetary system
winnen
to gain
verliezen
to lose
een winst
a gain
een verlies
a loss
conjunctuur
a/the business cycle
een zeepbel
a bubble
oververhit raken
to overheat
een recessie
a recession
negatieve groei
negative growth
een depressie
a depression
een daling
a downturn/a decrease
ineenstorting van de prijzen
a slump
(economische) bloei
a boom
alternerende fasen van groei en neergang
boom and bust
ondermijnen; aan lagere prijzen verkopen
to undercut
overschrijden
to overshoot
dalen
to decrease
een stijging
an increase
stijgen
to increase
handelstekort
trade deficit / trade gap
handelsoverschot
trade surplus
bruto
gross
netto
net
een evenwicht
an equilibrium
het bruto binnenlands product (BBP)
the Gross Domestic Product (GDP)
BBP per hoofd
per capita GDP
het bruto nationaal product (bnp)
the gross national product (GNP)
het groen BBP
the green GDP
devalueren
to devalue
inflatie
inflation
het inflatiecijfer
the inflation rate
aanpassen voor inflatie
to adjust for inflation
sluipende inflatie
creeping inflation
galopperende inflatie
runaway inflation / double-digit inflation
inflatie in de hand houden
to contain inflation / to curb inflation
de markt
the market
de zwarte markt
the black market
een niche markt
a niche market
de marktprijs
the market price
een marktaandeel
a market share