dierkunde hoofdstuk 4

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/58

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

59 Terms

1
New cards

welke objectieve criteria zijn er om levende van niet levende materie te onderscheiden

  • vermogen tot voortplanting

  • groei en ontwikkeling

  • celstructuur: bestaan uit een of meer cellen

  • metabolisme

  • homeostase

  • reageren op stimuli

  • evolutie/erfelijkheid

  • (beweging)

2
New cards

wat is het verschil tussen protozoa en metazoa

bij de cellen van de protozoa vervullen ze alle functies zelf, bij het metazoa is er een verdeling van arbeid tussen de verschillende cellen waaruit een organisme bestaat (celdifferentiatie)

3
New cards

geef een voorbeeld van arbeidsverdeling

bijvoorbeeld de vorming van cellen

4
New cards

wat zijn oerkiemcellen

dit zijn cellen die als enige taak het voortbrengen van gameten hebben, deze worden opzij gezet vroeg in de embryogenese

5
New cards

wat zijn somatische of lichaamscellen

dat zijn alle andere cellen van een organisme die geen gameten voortbrengen

6
New cards

welke vormen van voortplanting zijn er

  • ongeslachtelijke voortplanting

  • geslachtelijke voortplanting

7
New cards

wat is ongeslachtelijke voortplanting

men spreekt over ongeslachtelijke voortplanting wanneer de ontwikkeling van een nieuw individu gebeurd zonder deelname van geslachtscellen

8
New cards

hoe ontstaat het individu bij de ongeslachtelijke voortplanting

het nieuwe individu ontstaat uit de diploide somatische cellen

9
New cards

bij welke soort dieren komt ongeslachtelijke voortplanting het meeste voor

de ongeslachtelijke voortplanting komt vooral voor bij de lagere diersoorten zoals platwormen en neteldieren ( oogjeswormpje, zoetwaterpoliep)

10
New cards

welke verschillende types van ongeslcahtelijke voortplanting zijn er

  • deling

  • knopvorming

  • schizogonie

  • encystering

11
New cards

leg het type deling uit (ongeslachtige voortplanting)

deling bij eencellige dieren (ameoben of pantoffeldiertjes)

  • De cel kopieert haar erfelijk materiaal, Daarna splitst de cel zich in twee identieke dochtercellen Dit heet mitose of binaire deling.

deling bij meercellige dieren (sponzen en platwormen, regenworm)

  • fragmentatie: het lichaam kan zich splitsen in delen, elk deel groeit dan weer verder aan tot een volwaardig organismen

deling van een jong embryo

  • de vorming van een eeneiige tweeling bij gewervelde dieren zoals de mens

12
New cards

leg het type knopvorming uit (ongeslachtelijke voortplanting)

bij de knopvorming groeit een nieuw organisme uit het moederorganisme:

  • bij eencellige: bijvoorbeeld gisten zoals bakkersgist of biergist

  • bij meercellige: bijvoorbeeld de zoetwaterpoliep

13
New cards

leg uit wat het type schizogonie is (ongeslachtelijke voortplanting)

1) schizoiet infecteerd een cel

2) schizoietenkern deelt zich herhaaldelijk tot schizoieten

3) de schizoiet zal aan cel lysis doen: één moedercel splijt zich in heel veel dochtercellen tegelijk.

4) hierdoor ontstaat een zeer snelle vermenigvuldiging van het organisme

14
New cards

bij welke organisme komt schizogonie voor (ongeslachtelijke voortplanting)

schizogonie komt slechts voor bij eencellige dieren en dan vooral de parasieten zoals coccidiose bij konijnen en kippen

15
New cards

leg het type encystering uit (ongeslcahtelijke voortplanting)

encystering is een proces waarbij een organisme zich omhult met een dikke, beschermende wand om te overleven in ongunstige omstandigheden.

16
New cards

leg het verloop van de encystering uit (ongeslcahtelijke voortplanting)

1) Wanneer het leefmilieu te droog, te koud, te warm of voedselarm wordt, vormt het organisme een cyste.

2) In deze toestand vertraagt de stofwisseling sterk en kan het organisme lange tijd overleven.

3) Zodra de omstandigheden weer gunstig zijn, breekt de cyste open en wordt het organisme opnieuw actief, hierbij komen vele nieuwe individuwen vrij en er is ook hier een snelle vermenigvuldiging

17
New cards

bij welke organisme komt encystering voor (ongeslachtelijke voortplanting)

het komt zowel voor bij eencellige als meercellige organismen maar vooral bij amoeben (giardia) en sommige parasieten

18
New cards

wat is geslachtelijke voortplanting

men spreekt over geslachtelijke voortplanting wanneer zich een nieuw individu ontwikkeld als gevold van de versmelting van twee gameten en meer bepaald van hun kernen, die uiteraard haploide zijn en van verschillend geslacht

19
New cards

wat is typisch voor geslachtelijke voortplanting

typisch voor geslachtelijke voortplanting is de vereniging van de 2 gameten tot een zygote (bevruchte eicel)

20
New cards

hoe onderscheiden geslachtscellen zich van lichaamscellen

de geslachtcellen onderscheiden zich van de lichaamscellen doordat ze van elk homoloog chromosomenpaar maar één kopie bezitten

21
New cards

wat zijn de geslachtscellen en de lichaamscellen

  • de geslachtcellen zijn haploide (n, 23 bij mens)

  • de lichaamscellen zijn diploide (2n, 46 bij de mens)

  • het aantal chromozomen dat een organisme bezit is diersoort afhankelijk

  • het chromozomenstel van een geslachtscel bestaat dus maar uit de helft van het aantal chromozomen van een lichaamscel

  • zowel de eicel als zaadcel zijn haploide

22
New cards

wat is de zygote

dit is de nieuwe cel die ontstaat door de versmelting van 2 geslachtscellen, de zygote heeft opnieuw het normaal aantal chromozomen (2n)

(eicel + zaadcel = 2n)

23
New cards

bij welke dieren komt de geslachtelijke voortplanting voor

de geslachtelijke voortplanting komt algemeen voor bij de hogere dieren zoals de mens, bij eencellige organismen zoals protozoa word dit proces vrij uitzonderlijk aangetroffen

24
New cards

leg uit wat de gamatogenese is

gametogenese is het proces van de vorming van haploide gameten, uitgaand van diploide oerkiemcellen ( de gametenvorming)

25
New cards

waar gebeurd de gametogenese

de ontwikkeling van de gameten of geslachtscellen uit de kiemcellen gebeurd in de voortplantingsorganen:

  • bij meercellige dieren worden altijd twee type van geslachtscellen gevorm: - de mannelijke gameten: zaadcel of spermatozoa - de vrouwelijke gameten: eieren of ova

26
New cards

wat betekend oögenesis

dit verwijst naar de vorming van de eicellen in de eierstokken (ovaria)

27
New cards

leg uit hoe een eicel tot stand komt (oögenesis)

1) in de eierstok zit 1 moedercel deze deelt zich tijdens de mitoze in een ovacyt van de eerste orde

2) tijdens het eerste deel van de meiose van de ovacyt van de eerste orde word het cytoplasma ongelijk verdeeld en onstaat er een er de ovacyt van de 2e orde (grote cel) en het eerste poolichaampje (kleinere cel)

3) tijdens het tweede deel van de meiose delen beide cellen zich opnieuw: - uit de ovacyt van de 2e orde onstaat opnieuw een grote cel namelijk de eicel, en een kleine cel namelijk het tweede poolichaampje

- uit het eerste poolichaampje ontstaan twee nieuwe poolichaampjes, het derde en het vierde (dit gebeurd niet altijd)

- slechts 1 van de 4 haploide cellen word de rijpe bevruchtbare eicel, de 3 poolichaampjes zijn veel kleiner en gaan te gronde

28
New cards

wat is het eindresultaat van de oögenesis

het eindresultaat is dat uit een diploïde primaire ovocyt slechts een functionele eicel en twee of drie niet-functionele poollichaampjes ontstaan

29
New cards

wat is de eicel tegen over de zaadcel

de eicel is in verhouding tot de zaadcellen uitzonderlijk groot, de eicel van de mens is bijvoorbeeld 0,15 mm en is nog net met het blote oog zichtbaar

30
New cards

wat bevind er zich in de kern van de eicel

in de eicel bevind er zich een kern die omgeven is door het overlvloedige dooierachtige cytoplasma, dit is de eerste voedselvooraad voor het zich ontwikkeldende embryo

31
New cards

omschrijf de bouw van de eicel

  • de eicel en 1 poolichaampje zijn samen omrings door een beschermend membraan waar alleen het eerste aankomende spermacelletje kan doorbreken

  • eicellen zijn grote cellen met een grote kern die vol zit met voedingstoffen voor het embryo

  • de nucleus van het bevruchte ei ligt gewoonlijk excentrisch: aan 1 kant van de cel, daar waar de poolichaampjes gevormd zullen worden

32
New cards

welke twee gebieden bevat de eicel

ze bevat de:

  • animale pool: dit is het deel van een eicel waar de celkern (het DNA) zit en waar de meeste delingen beginnen na de bevruchting.

  • vegetatieve pool: Dit is de kant waar het meeste dooiermateriaal (voedsel) zit. Deze kant deelt trager en wordt minder actief in de vroege ontwikkeling.

33
New cards

op welke basis worden de 4 verschillende eitypes ingedeeld

afhankelijk van de hoeveelheid en van de ligging van de dooier in de eicel, worden er 4 verschillende eitypes onderscheiden

34
New cards

vertel meer over de verschillende eitypes

  • elke diersoort bezit 1 vast eitype

  • bij elke eitype behoort een specifiek klievingstype

35
New cards

wat word er bedoeld met klievingstype

met een klievingstype word bedoeld de wijze waarop de eicel zicht begint te delen na de bevructing

36
New cards

welke twee groepen van klievingen zijn er

  • de holoblastische deling: de dooiermassa neemt deel aan de klieving, dit komt voor wanneer er weinig dooiermassa is (bv. equale en inequale delingen)

  • de meroblastische deling: de dooiermassa neemt niet deel aan de klieving, dit treedt op wanneer er veel dooiermassa aanwezig is (bv. discoïdale en superficiële delingen)

37
New cards

wat word er bedoeld met inequaal, equaal, superficieel en discoidaal

  • inequaal: de cellen zijn niet allemaal even groot

  • equaal: de cellen zijn wel allemaal even groot

  • superficieel: de cellen liggen allemaal mooi in een circeltje

  • discoidaal: de cellen liggen allemaal opgehoopt aan de bovenkant

38
New cards

waar gaan holoblastische cellen zitten

holoblastische cellen gaan zitten op plaatsen waar ze geen dooiermassa is

39
New cards

wat betekend spermatogenesis

dat verwijst naar de vorming van de zaadcellen dit gebeurd in de teelballen (testes)

40
New cards

leg uit hoe de zaadcel tot stand komt (spermatogenesis)

1) spermatogonia delen zich via mitoze in de teelballen tot spermatogonia en primaire spermatocyten

2) Elke primaire spermatocyt deelt zich via de eerste meiose in twee secundaire spermatocyten.

3) De twee secundaire spermatocyten delen zich opnieuw en vormen vier spermatiden (haploïde).

4) De spermatiden rijpen en veranderen van vorm → ze worden volwaardige zaadcellen (spermatozoa), de zaadcellen zijn erg beweegelijk

41
New cards

wat is het eindresultaat van de spermatogenesis

het eindresultaat is dat uit de diploide spermatocyten van de 1e orde ontstaan 4 functionele zaadcellen van gelijke grootte met een haploid aantal chromosomen

42
New cards

omschrijf de bouw van de zaadcel

de zaadcel bestaat uit:

  • een kop

  • een middenstuk

  • een staart met een staartstuk en een terminaal stuk

43
New cards

wat bevat de kop van de zaadcel allemaal

  • de kop bevat alle kernsubstantie van de zaadcel waarin alle genetische info opgeslagen ligt voor de nakomelingen

  • de kop bevat ook het acrosoom of kapje (om door het membraam van de eicel te breken)

44
New cards

wat bevat het middenstuk van de zaadcel

het middenstuk omvat een centriool en mitochondrien, de centriolen zijn nodig tijdens de celdeling, de mitochondrien leveren energie

45
New cards

voor wat is de staart van een sperma cel verantwoordelijk

de staart is verantwoordelijk voor de vooruitstuwende beweging van de zaadcel

46
New cards

wanneer spreekt men over een bevruchting

men spreekt over bevruchting wanneer de nuclei van de zaadcel en de eicel met elkaar versmelten en het aantal chromosomen dus weer verdubbelt, de zygote ontstaat door de versmelting van de kernen van de eicel met de zaadcel

47
New cards

hoe kun je via de bevruchting bewijzen dat we afstammen van een gemeenschappelijke voorouder

  • er zijn geen fundamentele verschillen tussen het bevruchtingsproces bij mensen, walvissen, zee-egels of insecten zoals een spin

  • er bestaat zelfs een gelijkaardig verloop tussen de bevruchting bij planten en dieren wat wijst op een gemeebschappelijke oorsprong

  • de bevructing is immers een basisverschijnsel van de eukaryotische organismen

48
New cards

omschrijf de verschillende stadia van de echtelijke bevructing

1) een zaadcel moet met het arcrosoom de glashuid (zona pellucida bij zoogdieren) doorbreken zodat die zich kan vermelten met de eicel

2) nadat 1 zaadcel de glashuid doorboord heeft en de eicel is binnengedrongen vertoont de eicel een corticale reactie: de vorming van een ondoordringbaar bevruchtingsmembraam dit word ookwel de schors reactiegenoemd

3) na het binnendringen van de zaadcel komt de celkern van de kop ervan vrij, de spermakern beweegt zich naar de eikern toe

4) tenslotte verengigen de eikern en de spermakern zich tot 1 diploïde kern

49
New cards

leg uit wat eenslachtige en tweeslachtige dieren zijn

eenslachtige dieren:

  • dat zijn dieren waarbij de eicel en de zaadcel afkomstig zijn van 2 verschillende individuwen van dezelfde diersoort, dit is zo bij de meeste hogere dieren

tweeslachtige dieren (hermafrodiet):

  • dit zijn dieren die zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsklieren bezitten zoals regenwormen, dit komt veel voor bij lagere dieren

50
New cards

wat is er speciaal bij de tweeslachtige dieren

bij tweeslachtige dieren treedt toch meestal kruisbevruchting op, de twee dieren bevruchten elkaar wederzijds omdat genetisch gezien zelfbevruchting een slechte zaak is

51
New cards

welke soorten van bevruchting zijn er

  • uitwendige bevruchting

  • inwendige bevructing

  • parthenogenese

52
New cards

wat is uitwendige bevruchting

  • dit is wanneer de eicellen en zaadcellen vrij komen in het water waarna de zaadcellen meestal actief de eicellen opzoeken want zaadcellen kunne zwemme in water

  • dit kom het meeste voor bij lagere dieren die in het water leven, onder de gewervelde dieren treffen we dit aan bij de meeste vissen en amfibien

53
New cards

wat is inwendige bevruchting

  • hierbij gebeurd de bevruchting in de eileider hierbij gebeurd de bevruchting in het dier omdat de zaadcel moet kunnen zwemme naar de eicel en dit kan niet op het land

  • dit gebeurd dus bij landdieren

54
New cards

wat is er speciaal bij de reptiele en vogels als we het hebben over de embryogenese

bij reptiele en vogels gebeurd de eerste embryonale ontwikkeling buiten het lichaam van de moeder: er word een ei gelegd dat uitgebroed word, dit gebeurd ook bij lagere zoogdieren zoals miereneter en vogelbekdier

55
New cards

hoe verloopt de embryonale ontwikkeling bij alle andere zoogdieren

bij alle andere zoogdieren maakt de bevruchte eicel haar eerste ontwikkelingsstadia door in het moederlichaam

56
New cards

met wat word de bevruchte eicel voorzien in geval van eileg

de bevruchte eicel word voorzien van:

  • reserve voedsel (niet hetzelfde als het dooierpartikels)

  • een schaal die beschermd tegen uitdroging

57
New cards

leg uit wat parthenogenese is

ookwel de maagdelijke voortplanting genoemd, hierbij ontwikkeld de eicel zich zonder de bevruchting van een mannetje

58
New cards

geef enkele voorbeelden van diersoorten waarbij dit voorkomt

het komt voor bij:

  • sommige insectensoorten bv. de wandelende tak

  • de honingbij

  • regenwormen

  • rondwormen

  • sommige slangen en hagedissen

59
New cards

vergelijk de parthenogenese met de hermafrodieten

  • Bij parthenogenese ontstaat een jong zonder bevruchting, terwijl hermafrodieten met bevruchting werken, ook al hebben ze beide geslachten in één lichaam.

  • parthenogenese is ongeslachtelijke voortplanting, terwijl hermafrodiet zich geslachtelijk voortplanten

  • bij parhenogenese zijn de nakomelingen een kopie van de moeder, terwijl bij hermafrodieten de nakomelingen een genetische mix zijn