1/7
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Inclusief taalgebruik
Spreken over ‘wij’ en ‘jullie’ in plaats van ‘ik’ en ‘jij’ om het groepsgevoel te versterken. |
voorbeeldverhaal
Metafoor/vergelijking
men gaat een vergelijking maken door beeldspraak te gebruiken
antithese
Je zet twee tegenovergestelden tegenover elkaar om het verschil te benadrukken. |
retorische vraag
Je stelt een vraag waarop het antwoord duidelijk is, zodat je ze niet hoeft te beantwoorden. Soms is het de bedoeling dat je publiek het antwoord ook schreeuwt, maar niet altijd. De vraag op zichzelf kan al voldoende zijn.
Bijv.: willen jullie meer belastingen of minder?
herhaling
Je herhaalt een krachtige zin doorheen je speech steeds opnieuw, zodat je publiek hem onthoudt. Dit is niet net naast elkaar, maar doorweven door je speech.
Bijv.:
We deden wat we moesten.
...
We deden wat we moesten
parallellisme
Je begint opeenvolgende zinnen/ tekststukken met dezelfde manier, door het gebruik van varianten op dezelfde zinsbouw/woordvolgorde.
Bijv:
we deden wat we wilden
we deden wat we konden
we deden wat we hoopten
climax
Je opsomming of parallellisme gaan richting een climax, zodat het publiek steeds meer opgejut raakt. Meestal is dat gekoppeld aan een stijging in volume.
Bijv: Ze namen ons geld, ze namen onze trots, ze namen ons leven