begrippenlijst burgerschap en staatsinrichting

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/113

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

114 Terms

1
New cards

algemene maatregel van bestuur

ook wel koninklijk besluit, hierin worden de regels van een wet verder uitgewerkt, de betrokken minister en de koning zetten hier hun handtekening onder, hierbij is de staten-generaal niet betrokken

2
New cards

algemene politieke beschouwingen

  • parlement bespreekt de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid

  • alle ministers zijn aanwezig

  • wordt als het hoogtepunt van het politieke jaar beschouwd

  • het vindt meestal de woensdag en donderdag na Prinsjesdag plaats

3
New cards

begroting

financieel plan dat een overzicht geeft van de verwachte inkomsten en uitgaven van een bepaalde periode

4
New cards

budgetrecht

het recht om de rijksbegroting en de begroting van ministeries goed of af te keuren

5
New cards

buitenparlementair kabinet 

kabinet dat niet steunt op een vaste coalitie binnen de tweede kamer, er is dan ook geen regeerakkoord maar een regeerprogramma, waarin alleen de grote lijnen zijn vastgelegd. ministers nemen op eigen titel zetel, niet vanuit een partij. er is dus geen dwingende binding tussen het zittende kabinet, en de kamerleden

6
New cards

burgermeester

de leidinggevende bestuurder op gemeentelijk niveau, benoemd door de Kroon op aanbeveling van de gemeenteraad voor 6 jaar

7
New cards

coalitiekabinet 

een kabinet gevormd door verschillende partijen die het onderling eens zijn met elkaar

8
New cards

college van b&w

het dagelijks bestuur van de gemeente bestaande uit de burgermeester (voorzitter) en de wethouders

9
New cards

commissaris van de koning

vertegenwoordigd de provincie in de regering, is lid van de gedeputeerde staten en voorzitter van de provinciale staten. de commissaris wordt benoemd door de Kroon en houdt toezicht op het provinciale beleid. 

10
New cards

confessioneel

die of dat gebaseerd op een bepaald geloof

11
New cards

constitutie

een geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels met betrekking tot de organisatie van een staat 

12
New cards

constitutionele monarchie

een staatvorm waarbij er een monarch het staatshoofd is, maar zijn handelen is gebonden aan de grondwet waardoor zijn macht wordt ingeperkt

13
New cards

constitutionele parlementaire monarchie

een staatvorm waarbij er een monarch het staatshoofd is, maar zijn macht wordt ingeperkt door de grondwet en het dagelijks bestuur in handen ligt van een democratisch gekozen regering

14
New cards

democratie

een staatsvorm waarbij het volk macht uit kan oefenen op het bestuur, meestal via door hen gekozen volksvertegenwoordigers

15
New cards

departement 

ander woord voor ministerie en de verkorte versie van ‘departementen van algemeen bestuur’

16
New cards

derde dinsdag van september

Prinsjesdag, de opening van het parlementaire jaar.

17
New cards

districtenstelsel

Kiessysteem waarin het land is verdeeld in districten en de persoon met een meerderheid van de stemmen in zo’n district wint. De stemmen van de mensen die op de persoon hebben gestemd die niet de meerderheid kreeg, zijn dan niets meer waar.

18
New cards

dualisme

een duidelijke scheiding tussen parlement en regering, de regering regeert en het parlement controleert

19
New cards

Eerste kamer

vort samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De 75 leden worden gekozen door de provinciale staten. Ook wel de senaat genoemd. 

20
New cards

Europese commissie

  • wetgevende en uitvoerende macht

  • bestaat uit commissarissen, een uit elk EU-land

  • spreekbuis van de EU in de wereld

  • soort regering, voorzitter heeft dezelfde functie als de Nederlandse Minister-President

21
New cards

Europese raad

  • raad bestaande uit alle staatshoofden en regeringsleiders van de EU-landen + de voorzitter van de Europese Commissie

  • bepaalt politiek beleid en prioriteiten

  • gaat over ingewikkelde of gevoelige zaken

  • gaat over het gemeenschappelijk internationaal en veiligheidsbeleid

  • nomineert en benoemd kandidaten voor prominente EU-functies

22
New cards

Raad van ministers

  • vertegenwoordigt de regeringen van de lidstaten

  • coördineert het EU-beleid

  • bestaat uit een minister uit elk EU-land, per beleidsterrein

  • onderhandelt over EU-wetgeving en stelt deze vast

→ in samenspraak met het Europees parlement en op basis van voorstellen van de Europese commissie

  • sluit overeenkomsten tussen de EU en andere landen en internationale organisaties

  • stelt samen met het Europees parlement de EU-begroting vast

23
New cards

Europees parlement

  • rechtstreeks gekozen (720 leden)

  • controle en budgetrecht

  • commissies die een stemming over wetgeving voorbereiden

→ ze hebben geen initiatiefrecht

  • plenaire vergaderingen waarin ze wetsvoorstellen goedkeuren

  • ze kunnen de hele Europese Commissie ontbinden

24
New cards

informateur

gewoonlijk afkomstig uit de grootste partij en onderzoekt de mogelijkheid tot samenwerking van twee of meer partijen en in een kabinet, aangewezen door de Tweede Kamer

25
New cards

fractievoorzitter

de leider van een fractie gevormd door een of meer politieke partijen

26
New cards

formateur

(beoogde premier, aangewezen door de Tweede Kamer) rondt de vorming van het kabinet af door voor de verschillende portefeuilles personen te zoeken

27
New cards

gedeputeerde staten

provinciaal orgaan dat bestaat uit de commissaris van de koning en de gedeputeerden. dit college vormt het dagelijks bestuur van de provincie en legt verantwoording af aan de provinciale staten.

28
New cards

gemeenteraad

het hoogste orgaan van de gemeente, grote afhankelijk van het aantal inwoners, de raadsleden worden eens in de 4 jaar gekozen, zowel lokale als nationale partijen kunnen hieraan mee doen. De raad vervuld 3 functies

  • kaderstellend - kaders aangeven waarbinnen het college van b&w zijn bestuursbevoegdheden uitoefent (en controleert het college ook)

  • controlerend - recht van interpellatie, zelf onderzoek uitvoeren

  • vertegenwoordigend

29
New cards

grondwet

belangrijkste wettelijke document van een land waarin de fundamentele regels voor de staatsinrichting, de machtsverdeling en de grondrechten van de burgers zijn vastgelegd 

30
New cards

grondrechten

fundamentele en wettelijk vastgelegde rechten van Nederlandse burgers vastgelegd in de grondwet. klassieke grondrechten beschermen burgers tegen de overheid. sociale grondrechten stellen de overheid verplicht actief te voorzien in het welzijn van de burgers

31
New cards

handelingen van de Tweede Kamer

schriftelijke verslagen van alle vergaderingen van de Tweede Kamer

32
New cards

het geheim van het noordeinde

de opvattingen van de koning over de notulen van de ministerrraadvergaderingen en tijdens het wekelijkse gesprek met de minister-president worden niet naar buiten gebracht

33
New cards

hoge raad

het hoogste rechtscollege van Nederland

34
New cards

instemmingsrecht

het recht van een ondernemingsraad of medezeggenschapraad om akkoord te gaan met besluiten van het bestuur die werknemersregelingen treffen 

35
New cards

interrumperen 

iemand in een gesprek of vergadering onderbreken om een vraag te stellen of commentaar te leveren

36
New cards

kabinet

alle ministers en staatssecretarissen onder leiding van de minister-president

37
New cards

kabinetscrisis

een situatie in de Nederlandse politiek waarbij het kabinet dreigt te vallen of zijn ontslag al aanbied, dat is wanneer de leden van het kabinet al aftreden voor hun ambtsperiode ten einde loopt.

38
New cards

kabinetsformatie

de vorming van een nieuw kabinet verloopt in verschillende stappen:

  1. de verkenner gaat in gesprek met fractievoorzitter om zo te bepalen welke partijen samen een coalitie zouden kunnen vormen

  2. de informatie gaat vervolgens onderzoeken welke partijen een nieuwe kabinet zouden kunnen vormen, daarna onderhandeld de informateur over de inhoud van het beleid met de partijen die het kabinet gaan vormen.

  3. vervolgens wordt een formateur aangesteld, deze stelt het kabinet samen en wordt meestal de nieuwe minister-president. de formateur rond de besprekingen af en verdeeld de ministerposten. daarna zoekt hij die minsters en staatssecretarissen 

  4. na de formatie komt het kabinet bij elkaar om een regeerakkoord op te stellen en te ondertekenen

  5. tot slot volgt de benoeming en de beëdiging door de koning en de presentatie aan het parlement door een regeringsverklaring

39
New cards

Kamercommissie

een groep Kamerleden die zich bezighoud met een beleidsterrein van een ministerie of specifiek onderwerp (bv. de commissie van binnenlandse zaken of de commissie van asiel en migratie)

40
New cards

Kandidatenlijst 

een lijst waarop alle verkiesbare personen van politieke partij of fractie staan

41
New cards

kiesdeler

het totaal aantal uitgebracht stemmen gedeeld door het aantal te verdelen zetels. zo wordt uitgerekend hoeveel stemmen je nodig hebt voor een zetel

42
New cards

kiesrecht

het recht om deel te mogen nemen aan het politieke proces en besluitvorming van een land doormiddel van bijvoorbeeld stemmen

43
New cards

kiesstelsel van de evenredige vertegenwoordiging

tegenhanger van het districtenstelsel, het totale aantal stemmen wordt gedeeld door het aantal te verdelen zetels en op basis daarvan worden die zetels verdeeld. bijna alle stemmen tellen zo dus mee, in tegenstelling tot het districtenstelsel, waarbij stemmen op de verliezer niet meer meetellen. 

44
New cards

koning

het formele staatshoofd van een monarchie, in Nederland is dit Willem-Alexander

45
New cards

koninklijk besluit

ook wel KB, dit is een besluit van de Nederlandse regering dat door de koning en door een minster wordt ondertekend, dat zonder medewerking van de Saten-Generaal wordt genomen

46
New cards

links

een politieke richting, nadruk op ideeën als ideeën als vrijheid, gelijkheid, solidariteit en rechten

47
New cards

rechts

een politieke stroming, nadruk op begrippen als autoriteit, hiërarchie, orde, plicht en traditie

48
New cards

lijsttrekker 

de hoogstgeplaatste kandidaat op de kandidatenlijst van een politieke partij 

49
New cards

medewetgeving

beide kamers werken mee aan de wetgeving, ze moeten beiden hun goedkeuring geven

50
New cards

miljoenennota 

een samenvatting van de rijksbegroting die ieder jaar op Prinsjesdag door het kabinet wordt gepresenteerd 

51
New cards

minderheidskabinet

wanneer een kabinet bij hun aantreding steunt op een minderheid van de steun van de eerste en tweede kamer spreken we van een minderheidskabinet 

52
New cards

minister

lid van de regering dat politieke verantwoordelijkheid draagt

53
New cards

ministerraad

de vergadering van de gezamenlijke ministers onder voorzitterschap van de minister-president

54
New cards

ministriele verantwoordelijkheid 

de ministers zijn verantwoordelijk voor het doen en laten van de koning en leggen verantwoording af aan het parlement

55
New cards

motie

discussie punt in een vergadering dat is ingediend door een lid van die vergadering

56
New cards

motie van afkeuring

een motie die beleid van een bewindspersoon veroordeeld

57
New cards

motie van wantrouwen

de kamer spreekt hiermee uit niet langer vertrouwen te hebben in een bewindspersoon of kabinet

58
New cards

nivelleren

proces waarbij men iets gelijk probeert te trekken, meestal inkomens, door ingrijpen van de overheid

59
New cards

onschendbaar

de koning kan geen enkel besluit in zijn eentje maken en de ministers zijn verantwoordelijk voor zijn gedrag en uitlatingen hij kan dan ook niet ter verantwoording worden geroepen voor politieke daden

60
New cards

onverenigbaarheid van betrekkingen

twee of meer functies mogen niet door dezelfde persoon mogen bekleed omdat ze elkaar uitsluiten of conflicteren, een gemeenteraadslid mag bijvoorbeeld niet tegelijk burgermeester of wethouder zijn.

61
New cards

opkomstplicht

je plicht om op te komen dagen bij een verkiezing en te gaan stemmen. geld niet in Nederland

62
New cards

oppositiepartij

een partij die er vooral zit om kritiek te leveren op de coalitie en duidelijk te maken waarom deze zo snel mogelijk weer weg moet

63
New cards

parlement

ook wel de Staten-Generaal, alle leden van de Eerste en Tweede kamer

64
New cards

parlementair kabinet

tegenovergestelde van een buitenparlementair kabinet: de coalities zijn nauw betrokken bij de vormen en de hoofdlijnen worden vastgelegd in het regeer akkoord

65
New cards

parlementaire onschendbaarheid

leden van de Staten-Generaal, minsters en staatssecretarissen kunnen niet strafrechtelijk vervolgt worden voor wat zij zeggen of schrijven in die functie om zo onafhankelijkheid te waarborgen 

66
New cards

partijprogramma

tekst waarin alle ideeën van een politieke partij staan beschreven, wordt vaak geschreven als er weer verkiezingen aan zitten te komen om kiezers van hun plannen en ideeën op de hoogte te brengen

67
New cards

politieke partij

organisatie die erop gericht is doormiddel van deelname aan verkiezingen politiek invloed te kunnen uitoefenen 

68
New cards

portefeuille 

het beleidsterrein van een bestuurder, het is de taak van bijvoorbeeld een minister of wethouder

69
New cards

portefeuillekwestie

een situatie waarin een ministers zijn/haar portefeuille ter beschikking stelt omdat hij/zij moet opstappen omdat geen voldoende vertrouwen meer is

70
New cards

Prinsjesdag

vind altijd plaats op de derde dinsdag van september, de troonrede wordt voorgelezen en de miljoenennota en de rijksbegroting worden aangeboden aan de Tweede Kamer, het luidt het nieuwe parlementaire jaar in

71
New cards

privatisering

overheidsbedrijven particulier maken, zoals bijvoorbeeld met de NS is gebeurd

72
New cards

progressief

politieke stroming die is gebaseerd op vooruitgang

73
New cards

provinciale staten

  • het hoogste gezag van de provincies

  • met de belangrijkste wetgevende bevoegdheden.

→ ze zijn vooral bezig met de hoofdlijnen van het beleid en politiek gevoelige onderwerpen

  • ze hebben ook een controlerende macht en controleren het college van Gedeputeerde Staten.

  • De leden van de provinciale staten worden iedere 4 jaar rechtstreeks gekozen en het aantal leden is afhankelijk van het aantal inwoners.

  • Tot slot kiezen ze de leden van de Eerste Kamer. 

74
New cards

Raad van State

De koning is de voorzitter en ook Amalia neemt zitting in de raad. De raad heeft drie taken:

  • tijdelijke uitoefening van het koninklijk gezag wanneer een troonopvolger ontbreekt

  • advies geven over wetsvoorstellen, ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur, voorstellen tot goedkeuring of opzegging van een verdrag en ontwerpen van koninklijke besluiten tot vernietiging

  • uitspraken over geschillen van bestuur (geschillen tussen burgers en de overheid en tussen verschillende overheden)

75
New cards

recht van amendement

de bevoegdheid van de Tweede Kamer om wetsvoorstellen inhoudelijk te wijzigen voor ze worden aangenomen

76
New cards

recht van goedkeuring of afkeuring

de bevoegdheid om een besluit goed te keuren of juist te verwerpen, zowel de Eerste als Tweede kamer hebben dit recht

77
New cards

recht van en enquête 

de bevoegdheid om over een bepaald onderwerp of zaak een uitgebreid onderzoek in te stellen

78
New cards

recht van interpellatie 

het recht van een lid van de Eerste of Tweede Kamer om een discussie aan te gaan met een bewindspersoon over een onderwerp dat niet op de agenda staat

79
New cards

rechterlijke macht

rechters en leden van het openbaar ministerie gezamenlijk

80
New cards

regeerakkoord

hierin staan de afspraken tussen coalitiepartijen over het te voeren regeringsbeleid

81
New cards

regeringpartij

politieke partij die op het moment dat deze zo genoemd wordt deel uitmaakt van de regering

82
New cards

regering

het centrale bestuur van Nederland bestaande uit de koning en alle ministers, de regering is verantwoordelijk voor het bestuur van Nederland, de Kroon is een synoniem voor deze term

83
New cards

regeringsverklaring

hierin zet de minister-president het beoogde regeringsbeleid uiteen aan de volksvertegenwoordiging (de Staten-Generaal) die daarover vervolgens met de nieuwe minister-president over in debat gaan

84
New cards

regeringsvorm

de manier waarop een land wordt bestuurd, met name waar de macht ligt en hoe deze wordt uitgeoefend.

85
New cards

algemene rekenkamer

heeft de taak de ontvangsten en uitgaven van het Rijk te onderzoeken. Dat kan op verschillende manieren:

  • rechtmatigheidsonderzoek: zijn de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in overeenstemming met de begrotingswetten?

  • doelmatigheidsonderzoek: gericht op het tegengaan van verspilling van middelen

  • doeltreffenheidsonderzoek: hebben de burgers waar voor hun geld gekregen?

De rekenkamer kan bezwaar indienen tegen een gevoerd financieel beheer of de verantwoording daarvan en elk jaar de Rijksbegroting goedkeuren

86
New cards

republiek

staat waarbij het staatshoofd niet door erfopvolging maar op een andere manier wordt aangewezen, zoals bijvoorbeeld verkiezingen

87
New cards

restzetel

een restzetel is een zetel die aan een politiek partij wordt toegekend nadat alle ‘volle’ zetels zijn verdeeld op basis van de kiesdeler

88
New cards

ridderzaal

de ridderzaal is het middeleeuwse gebouw op het binnenhof waar ieder jaar met Prinsjesdag de troonrede wordt voorgelezen door de koning

89
New cards

rijksbegroting

jaarlijkse financiële plan van de regering waarin de verwachte inkomstenen uitgaven voor het komende jaar staan

90
New cards

secretaris-generaal

heeft de ambtelijke leiding over een ministerie en is als het ware de rechterhand van de politieke leiding en vormt de verbinding tussen die politieke leiding en het ambtelijk apparaat van het ministerie. deze persoon zorgt ervoor dat het ministerie het politiek beleid goed voorbereid en adequaat uitvoert. 

91
New cards

stembiljet

hierop staan alle lijsten van alle politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen met een bolletje voor alle namen, je kleurt het bolletje in van de persoon op wie je wil stemmen

92
New cards

senaat

ander woord voor de Eerste Kamer

93
New cards

senator

ander woord voor een lid van de Eerste Kamer

94
New cards

sociale grondrechten

fundamentele rechten van Nederlandse burgers opgenomen in de grondwet die de overheid verplichten actief te streven naar het welzijn van de burgers, zoals het recht op huisvesting en onderwijs

95
New cards

staat

een grondgebied met een bevolking, wetten en een bestuursapparaat waarvan de zelfstandigheid is erkend door andere staten 

96
New cards

staatshoofd

de leider van een staat, degene die het hoogste gezag vertegenwoordigd

97
New cards

staatssecretaris

lid van het kabinet met politieke verantwoordelijkheid op een bepaald terrein, maar zonder de verantwoordelijkheid van een minister

98
New cards

Staten-Generaal

de Nederlandse volksvertegenwoordiging, bestaande uit de Eerste en Tweede kamer

99
New cards

stemmenoverschot

nadat stemmen door de kiesdeler zijn gedeeld houd een partij vaak nog een bepaald aantal stemmen over

100
New cards

troonrede

voorgelezen door de koning op Prinsjesdag, bevat over het algemeen twee delen:

  • beschouwingen over wat er het afgelopen jaar in Nederland en elders is voorgevallen

  • aankondigingen en plannen op het gebied van wetgeving en bestuur