Home
Explore
Exams
Search for anything
Login
Get started
Home
Language
English
Vocabulary
Committed to memory A
5.0
(2)
Rate it
Studied by 1 person
5.0
(2)
Rate it
Call Kai
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Knowt Play
Card Sorting
1/41
Earn XP
Description and Tags
English
Vocabulary
Add tags
Study Analytics
All Modes
Learn
Practice Test
Matching
Spaced Repetition
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced
No study sessions yet.
42 Terms
View all (42)
Star these 42
1
New cards
to plop
plonzen
2
New cards
charged
geladen
3
New cards
imaging
zichtbaar maken, afbeelden
4
New cards
to bloom
kleurenpracht vertonen, veelkleurig zijn
5
New cards
to encode
coderen, informatie in het geheugen invoeren
6
New cards
neural
zenuw-
7
New cards
overhaul
revisie, grondige opknap- of controlebeurt
8
New cards
hodgepodge
mengelmoes, allegaartje, warboel
9
New cards
conditioned
geconditioneerd, aangeleerd om zeker gedrag te vertonen als reactie op externe prikkel
10
New cards
persistent
hardnekkig, voortdurend, blijvend
11
New cards
solid-state drive
opslagapparaat voor in de computer, harde schijf
12
New cards
quantitative biology
kwantitatieve biologie
13
New cards
volatile
veranderlijk, kortstondig, ongrijpbaar
14
New cards
fear-ridden
angstige, beangstigende, door angst geteiserd
15
New cards
cortex
hersenschors
16
New cards
mammalian
zoogdier-
17
New cards
hippocampus
gebied in hersenen dat o.a. betrokken bij leren, onthouden en navigeren
18
New cards
amygdala
een amandelvormige structuur in de hersenen die betrokken is bij het aansturen van verwerken van verschillende emoties
19
New cards
associative
associatief, als je onbewust de ene gedachte met de andere verbindt
20
New cards
disparate
uiteenlopend, ongelijksoortig, niet vergelijkbaar
21
New cards
inaccessible
ontoegankelijk
22
New cards
analogous
gelijksoortig, met een overeenkomstige functie
23
New cards
to peer
turen, spieden
24
New cards
modifying
aanpassen, wijzigen
25
New cards
juncture
(raak)punt, kruispunt
26
New cards
marker
markeerder, merkstof, kenteken, indicator
27
New cards
dim
schemerig, vaag, zwak, getemperd
28
New cards
to eavesdrop
meekijken, luistervinken
29
New cards
scorching
verschroeien
30
New cards
to induce
veroorzaken, leiden tot, tot stand brengen
31
New cards
physiologist
fysioloog, iemand die leer van de levensverschijnselen van levende wezens bestudeert
32
New cards
to swish
zwiepen
33
New cards
to salivate
kwijlen, zeveren
34
New cards
to prune
snoeien, weghalen, inkorten
35
New cards
compelling
overtuigend
36
New cards
to reconcile
afstemmen, combineren
37
New cards
to hypothesize
veronderstellen, aannemen
38
New cards
mundane
gewoon, alledaags, doorsnee
39
New cards
yanking
(los)rukken, loshengsten, trekken
40
New cards
moderating
matigen, temperen
41
New cards
tour de force
hoogstandje, krachttoer
42
New cards
laden
beladen, belast