1/17
Vocabulaireflashcards voor Franse woorden en hun Nederlandse betekenissen op pagina 1.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
beste vriendin
een vrouw die jouw beste vriendin is.
vriendschap
de relatie tussen mensen die elkaar vertrouwen en steun geven.
ik ken haar
uitdrukking die betekent dat jij haar kent.
ontmoeten
iemand voor het eerst of weer zien en spreken.
samen
met elkaar, in gezelschap.
grappig
iets of iemand die je aan het lachen maakt; leuk om te horen.
intelligent
slim; snel begrip en leren.
sociaal
graag onder mensen zijn en goed met anderen kunnen omgaan.
optimistisch
vertrouwen hebben dat dingen goed zullen gaan.
shoppen
spullen kopen; winkelen.
tv kijken
televisieprogramma’s bekijken.
sporten
fysieke activiteit doen voor conditie of plezier.
muziek luisteren
luisteren naar liedjes of muziek.
kletsen
informeel praten met iemand; babbelen.
op school
aanwezig zijn op school; in de schoolomgeving.
in mijn wijk
in mijn buurt; dichtbij huis.
bij vrienden
bij de huizen of plaatsen van vrienden.
op de sportclub
op de sportclub aanwezig zijn voor sportactiviteiten.