Pagina 1 – Frans en Nederlands vocabulaire

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/17

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Vocabulaireflashcards voor Franse woorden en hun Nederlandse betekenissen op pagina 1.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

18 Terms

1
New cards

beste vriendin

een vrouw die jouw beste vriendin is.

2
New cards

vriendschap

de relatie tussen mensen die elkaar vertrouwen en steun geven.

3
New cards

ik ken haar

uitdrukking die betekent dat jij haar kent.

4
New cards

ontmoeten

iemand voor het eerst of weer zien en spreken.

5
New cards

samen

met elkaar, in gezelschap.

6
New cards

grappig

iets of iemand die je aan het lachen maakt; leuk om te horen.

7
New cards

intelligent

slim; snel begrip en leren.

8
New cards

sociaal

graag onder mensen zijn en goed met anderen kunnen omgaan.

9
New cards

optimistisch

vertrouwen hebben dat dingen goed zullen gaan.

10
New cards

shoppen

spullen kopen; winkelen.

11
New cards

tv kijken

televisieprogramma’s bekijken.

12
New cards

sporten

fysieke activiteit doen voor conditie of plezier.

13
New cards

muziek luisteren

luisteren naar liedjes of muziek.

14
New cards

kletsen

informeel praten met iemand; babbelen.

15
New cards

op school

aanwezig zijn op school; in de schoolomgeving.

16
New cards

in mijn wijk

in mijn buurt; dichtbij huis.

17
New cards

bij vrienden

bij de huizen of plaatsen van vrienden.

18
New cards

op de sportclub

op de sportclub aanwezig zijn voor sportactiviteiten.