Media Effecten (U&G- Third Person)

studied byStudied by 1 person
5.0(1)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 55

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

U&G, ELM, Individuele verschillen, third person

56 Terms

1
Hortpn & Who
parasociale relatie ontwikkelen (functionele benadering)
New cards
2
Pearlin
ontsnappen aan onaangename gebeurtenissen (functionele benadering)
New cards
3
Mendelsohn
entertainment vermindert angsten gestimuleerd door nieuws (functionele benadering)
New cards
4
Uses- and-gratifications paradigma
Katz, Blumler & Gurevitch (1974)
New cards
5
Lazarsfeld (1940)
educatie en competitieve van radio quizzen (typologieën)
New cards
6
Katz et al
begrijpen van jezelf binnen de samenleving (typologieën)
New cards
7
Lull (1980)
sociale gebruiken van tv (typologieën)
New cards
8
McQuail
media-person interacties
New cards
9
Gratifications sought
doelen die je wil bereiken
New cards
10
gratifications obtained
doelen en behoeften die vervuld zijn door media
New cards
11
reinforcing spirals perspective
slater (2007): wanneer iemand een slechte aflevering in

een serie ziet, kan het zijn dat die persoon niet meer verder kijkt \~ behoeften
New cards
12
audience activity
mensen vertonen verschillende graden van activiteit op media
New cards
13
Communication/Persuasion Matrix Model
Een boodschap kan enkel effectief worden als er enkele kernelementen aanwezig zijn om

uiteindelijk tot yielding (= attitudeverandering) te leiden
New cards
14
Cognitive Response Theory
  • klemtoon ligt op de herhaling waarmee individuen relaties leggen tussen informatie

  • Gaat in op de beperkingen van de matrix

  • systematisch denken

New cards
15
role playing
Cognitive Response Theory; mensen krijgen een taak om zo hun kennis te doorzoeken (bv. vragen waarom een roker zou moeten stoppen
New cards
16
mere thoughts
Cognitive Response Theory; het extremer worden van je reacties kan je attitude in de hand werken, het louter nadenken over iets kan al een attitudeverandering in de hand werken
New cards
17
self-validation
Cognitive Response Theory; vertrouwen in gedachten
New cards
18
motivatie
ELM; wil om informatie op een diepgaande manier te verwerken
New cards
19
ability
ELM; mogelijkheid om informatie op een diepgaande manier ...
New cards
20
Centrale route
(ability / motivatie hoog)→ issue-relevante argumenten worden verwerkt om evaluatie van attitude object te maken→resulterende attitude persistent + ↑ predictor gedrag
New cards
21
Perifere route
* (ability / motivatie laag)→heuristieken en/of affectieve respons op attitude-object bepalen evaluatie → resulterende attitude veranderlijk + ↓
New cards
22
Persuasive arguments
zwakke/sterke argumenten bepalen

evaluatie attitude-object bij hoge elaboratie
New cards
23
Peripheral cues
bepalen evaluatie att-obj bij lage elaboratie
New cards
24
Argument elaboration
variabelen kunnen richting en mate van

verwerking argumenten beïnvloeden (vb. warning)
New cards
25
Argument quality
sterke argumenten→ positieve evaluatie attitude

object en dus positieve attitude verandering (vice versa voor zwakke argumenten)
New cards
26
Affecting elaboration
elementen van of verbonden aan boodschap: biased processing en objective processing
New cards
27
objective elaboration
focus op álle argumenten; als *argument scrutiny* positief wordt gemanipuleerd, dan zullen de motivatie en/of ability om een boodschap op een objectieve manier te verwerken toenemen
New cards
28
variabelen objective elaboration
repetition, personal relevance, personal repsonsibility, need for cognition
New cards
29
source cues
elementen gerelateerd aan bron (cues die fungeren als perifere cues, bij lage relevantie)
New cards
30
message cues
elementen gerelateerd aan boodschap (vb. # arg) (cues die fungeren als perifere cues, bij lage relevantie)
New cards
31
biased elaboration
focus op selectie argumenten; variabelen kunnen motivatie en ability zo wijzigen dat we de informatie in een boodschap op een vertekende manier verwerken
New cards
32
variabelen biased elaboration
voorkennis, waarschuwing
New cards
33
bronfactoren
Expertise soms als perifere cue, soms als motivator voor systematisch verwerken
New cards
34
Boodschapfactoren
Zwakke argumenten toevoegen is een goed idee bij lage motivatie, maar net niet bij hoge motivatie
New cards
35
Ontvangerfactoren
Emotie door omringende boodschap werkt anders afhankelijk van involvement
New cards
36
enjoyment/emotionele respons op media, individuele verschillen als
behoeften, readiness to respond en traits
New cards
37
mediaselectie
reflecteert de mate waarin een boodschap nuttig is voor het bereiken van doelen, of consistentie met eigen gedachten en attitudes
New cards
38
biased assimiliation
VB serie-kijkers interpreteren verschillend vanuit betrokkenheid met bepaald personage
New cards
39
Hostile media perceptions
VB aanhangers politieke partij hebben gevoeld dat die heel de tijd aangevallen worden
New cards
40
Selectieve perceptie
we zien andere betekenissen in media-inhouden
New cards
41
Selectieve blootstelling
jezelf blootstellen aan datgene waar je geen problemen mee hebt & andere vermijden (cognitieve dissonantietheorie)
New cards
42
bestaat third person effect echt?
ligt aan vraagstelling (jij) en volgorde van de vragen
New cards
43
verklarende mechanismen third person
  1. Self-enhancement

  2. Need for control

  3. Projection

  4. Attribution bias

  5. Focus of attention

  6. Media schemas

  7. Perceived media exposure

  8. Self-categorization

    1. Lack of access to own mental processes

New cards
44
self enhancement
superieur zelfbeeld
New cards
45
need for control
ik heb controle dus wordt niet beïnvloedt
New cards
46
projection
effecten projecteren op anderen omdat je nite wil toegeven => defensieve reactie
New cards
47
attribution bias
ik ben beïnvloed door exeterne factoren, niet mijn schuld dus vinger wijzen
New cards
48
focus of attention
ik ken mezelf en word niet beïnvloed want ik kan me er tegen weren, anderen geen idee, waarschijnlijk wel
New cards
49
Perceived media exposure
er vanuit gaan dat wie veel blootgesteld wordt aan media, een grotere beïnvloeding zal ervaren \n - ik ken mijn eigen mediadieet => beïnvloeding onderschatten
New cards
50
Media schema’s
bij het vragen naar een inschatting van media-effecten op zichzelf en anderen, kunnen bepaalde schema’s geactiveerd worden
New cards
51
Self-categorization
mensen vergelijken zichzelf heel vaak met anderen, en ze zoeken een link tussen zichzelf, de groep en de boodschap
New cards
52
Lack of acces to own mental processes
mensen zijn zich vaak niet bewust van de processen die zich afspelen bij het eigen gedrag,...

* bij zichzelf: automatische processen
* bij anderen: bewuste processen, laten zich meer beïnvloeden door media
New cards
53
first person effect
toegeven zelf beïnvloed te worden; bij wenselijke boodschappen (boodschapskenmerken)
New cards
54
defiance (gevolgen third person)
we gaan er vanuit dat media effect hebben op anderen en vinden dit niet goed, dus we nemen actie (door weerstand te bieden of een tegenpositie in te nemen)

\- sterkere endorsement of censorship (media tegen willen houden door de gedachte)
New cards
55
compliance (gevolgen third person)
een sociale norm afleiden en deze norm vervolgens zelf hanteren bv. scarcity perception (bv. filmtickets kopen want anderen worden beïnvloed en willen naar de film)
New cards
56
scarcity perception
bv. filmtickets kopen want anderen worden beïnvloed en willen naar de film)
New cards
robot