(1.3) Introductie recht] H3 - Volksvertegenwoording en regering

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/37

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Bachelor Rechten | Jaar 1 | H3 - Volksvertegenwoordiging en regering | Boek: Nederlands recht begrepen 6de druk

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

38 Terms

1
New cards

Staat

Een samenleving van mensen die wonen op een bepaald stuk grond waar bepaalde rechtsregels gelden, die zo nodig door dwang kunnen worden gehandhaafd.

2
New cards

Typische kenmerken van een staat

  • Grondgebied

  • Inwoners

  • Bepaalde vorm van overheidsgezag

3
New cards

Grondgebied

Het meest tastbare kenmerk van een staat. Vastgesteld in internationale verdragen met buurlanden. 

Hierbij behoren ook de ‘territoriale wateren’ en de lucht boven het grondgebied.

4
New cards

Regels ‘territoriale wateren’ en 'vliegtuig grens'

Regels voor het gebruik hiervan moeten bijvoorbeeld in internationale verdragen worden vastgelegd door de aangrenzende staten.

5
New cards

Staatsgezag

Beschrijft de organisatie van het overheidsgezag in een bepaalde staat.

6
New cards

Vindplaatsen van het staatsrecht

  • Grondwet

  • Organieke wetten

  • Gewoonte

  • Jurisprudentie

  • Internationale verdragen

  • Statuut van het Koninkrijk

7
New cards

Grondwet

Hierin is de structuur van het Nederlands staatsbestel vastgelegd.

8
New cards

Organieke wetten

Een wet die in opdracht van de Grondwet een bepaald onderwerp met betrekking tot de opbouw en inrichting van het staatsbestel nader regelt.

9
New cards

Statuut voor het Koninkrijk

Regelt de verhoudingen tussen de verschillende delen van het Koninkrijk der Nederlanden

10
New cards

De volksvertegenwoordiging

Is een essentieel onderdeel voor een democratie. Burgers kunnen zo invloed uitoefenen op het (lands)bestuur.

11
New cards

‘Parlement’, ‘Staten Generaal’ of ‘Volksvertegenwoordiging’

Bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer met als taak om het gehele volk te vertegenwoordigen.

12
New cards

Taken van de Kamers

Wetgevende taak:
• Samen met de regeringen vormen de Kamers de hoogste wetgever, want de belangrijkste wetten worden door beide Kamers en de regering samen gemaakt.

Controlerende taak:
• Ze controleren het beleid van de regering en zo nodig roepen Kamerleden ministers ter verantwoording.

13
New cards

Tweede Kamer

  • Bestaat uit 150 leden.

  • Leden worden voor 4 jaar gekozen.

  • Rechtstreeks verkozen.

14
New cards

Eerste Kamer (of de senaat)

  • Bestaat uit 75 leden.

  • Leden worden voor 4 jaar gekozen.

  • Gekozen door leden van de Provinciale Staten en door een kiescollege

15
New cards

Actief kiesrecht

Iedere Nederlander van 18 jaar of ouder heeft in beginsel het recht om de volksvertegenwoordiging te kiezen.

16
New cards

Passief kiesrecht

Het recht om verkozen te worden

17
New cards

Fractie

Alle Kamerleden van dezelfde politieke partij

18
New cards

Fractievoorzitter

Leidt de fractievergaderingen en vertegenwoordigt haar fractie in en buiten de Kamer als er grote politieke belangen op het spel staan.

19
New cards

Vaste commissie

Ze worden officieel voor een parlementair jaar (feitelijk de gehele Kamerperiode) ingesteld en houden zich bezig met een bepaald deelterrein van het bestuur.

20
New cards

Bijzondere commissie

Worden ingesteld naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis en wordt weer opgeheven als ze hun opdracht hebben afgerond en er, na aanleiding van hun eindverslag, een debat in de Kamer heeft plaatsgevonden.

21
New cards

Fractiespecialisten

Kamerleden die namens hun fractie het onderwerp van de commissie bijhouden. Zij vormen samen de vaste commissies in de relevante beleidsterreinen.

Bereiden de plenaire vergaderingen voor de Kamer voor.

22
New cards

Tweede Kamer: politiek debat

De nadruk ligt hier op het politiek debat. Daarbij gaat het vooral om keuzes die bij het voeren van beleid moeten worden gemaakt en de gevolgen die deze keuzes hebben.

23
New cards

Eerste Kamer: terughoudend

Stelt zich doorgaans terughoudend op als het gaat om politiek-inhoudelijke vragen. 

Het accent ligt op de juridische-technische kanten van beleid en wetgeving.

24
New cards

Regering

Wordt gevormd door het staatshoofd en de ministers.

Het wordt niet gekozen.

25
New cards

Minister

Aan het hoofd van ieder ministerie en is politiek verantwoordelijk voor de wijze waarop de bestuurstaak wordt uitgevoerd.

26
New cards

Politiek verantwoordelijk

De Kamer kan de minister ter verantwoording roepen als de Kamer meent dat er iets mis is met dat beleid

27
New cards

Minister zonder portefeuille

Minister met een eigen beleidsterrein maar zonder eigen ministerie.

28
New cards

Staatssecretaris

Is politiek verantwoordelijk voor dat deel van het beleid waarvoor hij is benoemd. 

De minister blijft altijd politiek verantwoordelijk voor het totale beleid.

29
New cards

Ministerraad

Wordt door de ministers samengevormd. Hierin worden de hoofdlijnen van het regeringsbeleid vastgesteld.

30
New cards

Minister-president

  • Is de voorzitter van de ministerraad en onderraden. 

  • Stelt de agenda vast voor de ministerraad

  • Algemeen coördinerende en bemiddelende rol.

  • ‘Het gezicht naar buiten’ van het Kabinet.

  • Wekelijks contact met het staatshoofd.

  • Maakt deel uit van de Europese Raad.

31
New cards

Onderraad

Vergaderingen van een beperkt aantal ministers over een bepaald aspect van het regeringsbeleid.

32
New cards

Onschendbaarheid

Het staatshoofd is geen politieke ambtsdrager en kan daarom niet in de Kamer ter verantwoording worden geroepen voor het regeringsbeleid.

De ministers zijn politiek verantwoordelijk voor de daden of uitspraken van het staatshoofd.

33
New cards

Geheim van Huis ten Bosch

De officiële invloed van het staatshoofd op het regeringsbeleid. Hierover mag niks naar buiten komen in verband met zijn onschendbaarheid.

34
New cards

Het kabinet

Het wordt gevormd door alle politieke ambtsdragers, dus uit de ministers en de staatssecretarissen.

35
New cards

Kabinetsformatie

De (deels ongeschreven) procedure die leidt tot de vorming van een nieuw kabinet.

36
New cards

Coalitie

Combinatie van partijen (en van fracties in de Tweede Kamer) die het kabinet steunen.

37
New cards

Informateur

Krijgt van de Tweede Kamer de opdracht om bepaalde coalitie mogelijkheden uit te zoeken

38
New cards

Formateur

Wordt belast met de vorming van het nieuwe kabinet en stelt een regeerakkoord op