1/551
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
OESO
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
EGKS
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, opgericht door Robert Schuman ( toenmalige Franse minister van Buitenlandse Zaken) en Jean Monnet ("architect van Europa") die idee hadden om naoorlogse Europa van onderuit op te bouwen. Door concrete technische samenwerking op economisch vlak zou Europa geleidelijk evolueren tot welvarende en vredevolle zone
Hoge Autoriteit
voorloper van Europese Commissie, tijdens EGKS. Belangrijke onderdelen van het beheer van kolen- en staalsector werden overgelaten aan deze bevoegdheid die bindende beslissingen zou kunnen nemen
Euratom
Europese gemeenschap voor atoomenergie, opgericht in Verdragen van Rome
EEG
europese economische gemeenschap, opvolger EGKS en voorloper van Europese Unie, opgericht in Verdragen van Rome
Kopenhagen-criteria
in 1993 worden op top in Kopenhagen 3 criteria geformuleerd voor landen die lid willen van EU. 1) beschikken over goedwerkende markteconomie (economisch criterium) 2) land moet liberale democratie zijn, waar mensenrechten in brede zin worden gerespecteerd (politiek criterium) 3) land moet in staat zijn alle bestaande EU regels (acquis communautaire) om te zetten in eigen rechtsorde
europeanisering
De beïnvloeding op tal van terreinen (politiek, economisch, cultureel) van de rest van de wereld door Europese hegemoniale staten.
Nabuurschapsbeleid
ontwikkeld door EU, gericht op landen die niet meteen een perspectief hebben tot toetreding. Het is bedoeling om cirkel van bevriende staten rondom unie te leggen. Dit wordt ook eens uitbreiding zonder instellingen genoemd: er vindt intensieve politieke en economische samenwerking plaats met deze landen, maar de nieuwe buurlanden worden geen lid. Het gaat vooral over politieke dialoog, economische markttoegang en financiële hulp
ECB
Europese Centrale bank die het monetair beleid voert voor EU
Neofunctionalisme
theorie die stelt dat integratie altijd start in concreet, economisch domein waar voor alle deelnemers nuttig zijn om gezamenlijk beleid te voeren. Eens integratie van start gaat, zal snel blijken dat ook andere domeinen beter op europees vlak worden beheerd. Ze voorspellen spillover van bevoegdheden naar andere domeinen. Belangenorganisaties zullen zich op Europese niveau gaan organiseren, er zullen meer Europese instellingen nodig zijn en langzaam maar zeker zal er ook politiek europa ontstaan
Intergouvernementalisme
samenwerking tussen soevereine regeringen van verschillende lidstaten. Een soort internationaal conferderationeel systeem.
Europese Grondwet
deze grondwet zou nieuwe stap vooruit betekenen in integratie van EU, bv meer bevoegdheden inzake asiel en migratie. Maar grondwet komt er niet, het is verworpen in referendum door meerderheid in Fr en NL
Europese Raad (of Europese Top)
vergadering van regeringsleiders van de EU-lidstaten samen met buitenlandse zaken en voorzitter van Europese Commissie die 4 keer per jaar gebeurt in Brussel. Ze heeft geen echte beslissingsbevoegdheid, maar zet wel grote lijnen van beleid uit. Prioriteiten worden bepaald en historische knopen worden doorgehakt. Men beslist via consensus, niet via stemming. Het voorzitterschap wordt telkens voor zes maanden uitgeoefend volgens beurtsysteem
Europese Commissie
elke lidstaat heeft commissaris die in het Europees belang dienen te werken en hoeders van verdragen dienen te zijn. Ze zorgt voor het dagelijks bestuur van Unie. In wetgevingsproces is het meestal diegene die voorstellen doet (initiatiefrecht) Ze is ook verantwoordelijk voor uitvoering van de europese regelgeving (maar wordt in praktijk op vingers gekeken door comités met vertegenwoordigers van lidstaten. Ze beschikt over administratie (Brussel) die onderverdeeld is in aantal Directoraten-Generaal
Comitologie
als Commissie uitvoerende maatregel neemt, dan is er minstens een advies, vaak goedkeuring nodig van gespecialiseerd comité waarin elke lidstaat vertegenwoordiger heeft. In totaal zijn er zo paar comités actief
Raad van Ministers
Groep ministers uit alle EU-landen die stemt over alle wetsvoorstellen van de Europese Commissie. Ze heeft formele beslissingsbevoegdheid; In meeste gevallen stemmen zij bij gekwalificeerde meerderheid. Elk land heeft zeker stemgewicht (naargelang de grootte van het land) In aantal gevoelige domeinen moeten ministers nog steeds met unanimiteit stemmen
COREPER
Comité van Permanente Vertegenwoordigers. De werkzaamheden van dit comité wordt dan weer voorbereid door paar honderd comités en werkgroepen, samengesteld uit afgevaardigden van lidstaten
Europees Parlement
volksvertegenwoordiging van de Europese Unie. Wordt om vijf jaar rechtstreeks verkozen. Met het verdrag van Maastricht kreeg deze medebeslissingsrecht in beperkt aantal domeinen (dat sindsdien nog is uitgebreid). Ze kan voorstellen van Commissie amenderen of wegstemmen. Uiteindelijk moeten zij en raad compromis zien te bereiken, pas dan is er sprake van Europese wet. Ze heeft ook controlefunctie: leden kunnen vragen stellen aan Commissie en Raad. Ze telt 731 leden en is onderverdeeld in diverse politieke fracties (niet volgens nationaliteit)
Hof van Justitie
bestaat uit één rechter uit elke lidstaat. Ze kijkt toe op naleving van Europese wetgeving en juiste uitlegging van Verdragen. Dit moet ertoe leiden dat EU-wetgeving op uniforme wijze wordt uitgelegd en toegepast in hele EU
Europees Economisch en Sociaal comité
adviesorgaan van EU. Samengesteld uit leden die verschillende belangengroepen vertegenwoordigen die samen het maatschappelijk middenveld vormen, vooral werkgevers- en werknemersorganisaties
Comité van de regio's
adviesorgaan van EU. Samengesteld uit vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden
EDG
Europese Defensiegemeenschap. In jaren 50 werden hier plannen voor gemaakt, maar die werden gekelderd vanuit Franse hoek
EPS
Europese Politieke Samenwerking. In jaren 70 kwamen Europese ministers van buitenlandse zaken regelmatig bijeen op intergouvernementele basis
GBVB
Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid opgericht in het Verdrag van Maastricht. Illustreert toegenomen ambitie van EU om als één actor op te treden op internationale scène
EVDB
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, uitgebouwd na Kosovo-crisis
Europese Veiligheidsstrategie
aangenomen na verdeeldheid rond Irak-crisis in 2003. Dit document, dat belangrijkste prioriteiten en dreigingen voor Europa's veiligheid identificeert, illustreert dat EU-visies op politiek-militair vlak steeds meer naar mekaar toegroeien (ook al blijven grote lidstaten weigerachtig om al te veel soevereiniteit af testaan)
Theorie van de internationale betrekkingen
studie van internationale politiek
Realisme
beschouwt staten als centrale actoren en zien wereldpolitiek als het resultaat van staten die elk hun nationaal belang nastreven en daardoor dikwijls met elkaar in aanvaring komen
Constructivisme
benadering die sterk gekenmerkt wordt door contextuele analyse. Belangen en percepties zijn niet objectief, maar afhankelijk van specifieke context
Bipolaire wereldorde
wanneer twee mogendheden wereldpolitiek beheersen, zoals de VS en USSR tijdens koude oorlog
Multipolaire wereldorde
als er meer dan twee mogendheden wereldpolitiek beheersen
Unipolaire wereldorde
alle macht wordt geconcentreerd in één staat, slechts één staat beheerst wereldpolitiek
Machtsevenwicht (balance of power)
alleen macht kan de effecten van macht neutraliseren. Stabiliteit kan enkel bestaat als er tussen staten neutraliserend evenwicht bestaat. Het evenwicht kan worden verstoord doordat één van de staten te sterk wordt. Het evenwicht herstellen kan eveneens op twee manieren gebeuren: door eigen sterkte te verhogen of door tegen-alliantie te creëren. Door machtsevenwicht wordt unipolaire wereldorde door weinig auteurs als echt stabiel beschouwd
Internationale organisaties (IO's)
typisch fenomeen van 20ste eeuw. De eerst formele wereldorganisatie is Volkenbond, een voorloper van VN. na WOII is het aantal OI's sterk gegroeid: het IMF, de Wereldbank, EU, wereldhandelsorganisatie, Afrikaanse Unie
Volkenbond
eerste formele wereldorganisatie, opgericht in 1919 als onderdeel van het verdrag van Versailles. Ze moet centrale rol spelen bij mechanisme van collectieve veiligheid, gebaseerd op principe van 'een voor allen, alleen voor een' zouden internationale relaties voortaan gebaseerd zijn op geïnstitutionaliseerde samenwerking tussen alle staten. In 1945 werd ze opgevolgd door versterkte uitgave, VN
Regimes
min of meer dwingende omgevingen die alle actoren in bepaald keurslijf duwen en dus autonomie bezitten tegenover staten en andere actoren
Mondialiseringsthese
theorieën die beweren dat mondialisering (globalisering) een heel nieuw internationaal systeem heeft gecreëerd, met nieuwe actoren die klassieke monopoliepositie van staten diepgaand hebben aangetast. De nieuwe actoren zijn: subnationale actoren, supranationale actoren en anationale actoren
Subnationale actoren
regionale autoriteiten die op basis van eigen rechtspersoonlijkheid, diplomatieke activiteit zijn gaan ontwikkelen die niet langer ondergeschikt is aan nationale diplomatie van hun land. Dit gebeurt vooral binnen EU
Supranationale actoren
duidelijkste voorbeeld is EU, die mondiale en autonome diplomatieke actor is geworden. Een andere sterke supranationale IO is wereldhandelsorganisatie
Anationale actoren
multinationale bedrijven, niet-gouvernementele organisaties en meer algemeen, publieke opinie
Wetgevende verkiezingen
De federale en deelstatelijke verkiezingen. De wetgevende zijn alle wettelijke geregelde verkiezingen zoals vb lokale
Electoral formula
volgens welke formule wordt de stemverdeling omgezet in eenzetelverdeling. De electorale formule bepaald mee de mate van proportionaliteit van hetkiesstelsel
Ballot structure
categorisch (1 stem/partij of kandidaat) en ordinaal (rangschikking) stemmen + mengvormen (B: flexibele lijst, semi-open of semi-gesloten)
district magnitude
zetels/kiesomschrijving
Recall
techniek in VS waar kiezers een verkozene kunnen wegstemmen, bv in geval van ambtsmisdrijf of omdat deze niet langer hun wil vertegenwoordigt
Deliberative, interactieve of participatieve democracy
manier om inspraak van burgers te versterken bij indirecte democratie. De kern hiervan is collectieve besluitvorming, bv referenda
Principaal
het soevereine volk, natie die een deel van zijn bevoegdheden afstaat aan de volksvertegenwoordigers
Agent
volksvertegenwoordigers, die in ruil voor het krijgen van bevoegdheden taken moeten vervullen in opdracht van principaal
Gesloten hegemonie of hiërarchieën
type van politiek systeem gekenmerkt door lage politieke participatie en lange politieke concurrentie
Polyarchie
type van politiek systeem gekenmerkt door hoge participatie en hoge concurrentie
Inclusieve hegenomie
type van politiek systeem gekenmerkt door hoge participatie en lage concurrentie
Competitieve oligarchie
type van politiek systeem gekenmerkt door lage participatie en hoge concurrentie
Moderniseringstraditie
democratie is pas mogelijk vanaf bepaalde ontwikkelingsfase. Hoe beter ontwikkeld land is, hoe groter kans op democratie
No bourgeoise, no democracy
Structurele benadering: democratie wordt veroorzaakt door klassenstrijd van nieuw opgekomen bourgeoisie tegen klassieke, aristocratie elite
Theorie van het gesegmenteerd pluralisme
subculturele en geïnstitutionaliseerde verschillen (verzuiling) worden niet op de spits gedreven omdat er verschillende op hetzelfde ogenblik voorkomen die elkaar als het ware neutraliseren
Pacificatiedemocratie of consensusdemocratie
politieke leiders zijn er zich van bewust dat hun kiezers niet homogeen zijn op alle breuklijnen en kwesties en zullen dus niet met radicale, homogene standpunten komen om hun kiezers te vertegenwoordigen. Zodoende spelen politieke leiders een paciferende rol. De politieke elite speelt een cruciale en soms wel paternalistische rol in pacificatiedemocratie. Er is sprake van gesegmenteerde samenleving, maar samenwerkende elite. België is hiervan het geval
De drie c's
consultatie, coöperatie en consensus. Dit is belangrijk onderliggend principe van pacificatiedemocratie
Monisme
bestuurders (regering, administratie) staan niet tegenover volksvertegenwoordigers, maar ze vormen een eenheid. Dat verzwakt rol van en het geloof in volksvertegenwoordiging. De pacificatiedemocratie leidt tot hier
Centripetale democratie
Lijphart: homogene samenleving met weinig breuklijnen en competitieve elite
Centrifugale democratie
Lijphart: heterogene samenleving met veel breuklijnen en competitieve elite
Karteldemocratie
Lijphart: homogene samenleving met weinig breuklijnen en samenwerkende elite
Sociaal kapitaal
verwijst naar bereidheid tot samenwerking, aanwezigheid van vertrouwen in medeburgers, het hanteren van normen van wederkerigheid en bestaan van netwerken in samenleving. Verenigingen en politieke partijen dragen bij tot vorming van sociaal kapitaal. Omgekeerd draagt dit bij tot gunstige samenwerkingsverbanden
Path dependency
het ontwikkelingspad dat samenleving of instelling in het verleden volgde, bepaalt heel sterk toekomstige koers
Unrestrained system of mob rule
democratie met heerschappij van allen ten koste van wijsheid en eigendom
Grass-root-democratie
politieke macht moet op laagst mogelijke niveau worden uitgeoefend
Liberale parlementaire democratie
wordt doorgaans gezien als het model van democratie. Essentieel in dit model is de politieke vrijheid. Het parlement is vertegenwoordiging van het volk, de regering moet zich verantwoorden aan het parlement. De noodzakelijke voorwaarden zijn politiek pluralisme, vrije markt en (gecorrigeerd) kapitalisme, beperking van de macht van staat (scheiding der machten) en transparantie
Keten van soevereiniteitsoverdracht
volk staat macht af aan de volksvertegenwoordigers, die deze dan delegeren naar de regering, die dan op haar beurt delegeert naar administratie. De verantwoordingsplicht loopt omgekeerd
Delegate model
verkozene heeft duidelijke instructies en orders met minimale ruimte voor eigen oordeel. Wat de vertegenwoordiger doet, moet in overeenstemming zijn met wensen van het volk omdat het electoraat het best kan beoordelen wat in het eigen belang is
Trustee-model
verkozene is formeel verantwoordelijk voor de zaken van het volk en krijgt het vertrouwen om naar eigen inzichten te handelen en die zaken goed te beheren. De trustee is geselecteerd wegens specifieke kwaliteiten om belangen van kiezers laten samensmelten tot publieke belang
Mandate-model
verkozene is onderdeel van groter geheel, namelijk de partij. De mandaathouder dient zijn kiezers door trouw te zijn aan partij en haar beleid. Het gedrag van vertegenwoordiger is gebaseerd op het partijstandpunt, niet eigen oordeel of van groep kiezers
Resemblance-model
vertegenwoordigers vormen microkosmos van kiezers en bevatten dus leden van alle segmenten van maatschappij (sociale klasse, geslacht, religieuze en filosofische overtuiging, ras, leeftijd, seksuele voorkeur)
Vertegenwoordiging door beloofte
de vertegenwoordiger belooft tijdens verkiezingen om, eens verkozen, aantal zaken te realiseren. De kiezers baseren zich op deze beloftes. Er is weinig ruimte voor autonoom optreden vanwege vertegenwoordiger die bijgevolg als gedelegeerde zal handelen
Introspectieve of gyroscopic vertegenwoordiging
vertegenwoordigers handelen volgens interne overtuigingen en principes. Ze laten zich leiden door intern kompas
Surrogaat vertegenwoordiging
er bestaat geen formele band tussen vertegenwoordiger en vertegenwoordigde. Een burger kan zich bv vertegenwoordigd weten door vertegenwoordiger die in andere kiesring werd verkozen
Anticiperende vertegenwoordiging
gericht op winnen van toekomstige stemmen, de activiteiten van vertegenwoordiger zijn gebaseerd op wat hij of zij denkt dat kiezer van volgende verkiezingen zal bekoren
Delegatie
vertegenwoordiging van onderuit met controle vooraf. De bevolking weet wat ze wil, welke problemen moeten opgelost en stuurt vertegenwoordigers uit als afgevaardigden met opdracht
Responsiviteit
vertegenwoordiging van onderuit met controle achteraf. Politici moeten inspelen op wensen van politieke gemeenschap, moeten hun wensen kennen en nauw contact houden met de bevolking. Over wat en hoe ze dat gedaan hebben leggen ze achteraf bij kiezers verantwoording af, die nagaan of de opdrachten correct werden uitgevoerd
Toelating of responsible party model
vertegenwoordiging van boven en controle vooraf. Deze vorm van vertegenwoordiging weerspiegelt werking van partijen in democratie. Ze bieden zich aan de bevolking met hun ideologie en programma en vragen kiezers steun om bepaald programma uit te voeren
Verantwoording
vertegenwoordiging van boven en controle achteraf. De vertegenwoordigers zijn relatief vrij en burgers beoordelen gevoerde beleid achteraf. Verkiezingen gaan in dit model vooral over het verleden
Quotawet Smet-Tobback
quotawet voor representativiteit die bepaalde dat maximaal tweederde van kandidaten op kieslijst van hetzelfde geslacht mochten zijn
Politics of presence
aanwezigheid van leden van groep verhoogt kans dat belangen, wensen en behoeften van die groep zullen worden vertegenwoordigd
Schijnkandidaten
verkozenen die hun zetel niet opnemen en in assemblee blijven waar ze eerder al mandaat bekleden
Categorisch stemmen
kiezer is verplicht om zijn keuze voor één partij of één persoon uit te spreken
Ordinaal stemmen
kiezer mag partijen rangschikken volgens eigen voorkeur
Meerderheidsstelsel met volstrekte meerderheid of majority
minstens 50% halen om verkozen te worden, desnoods in tweede ronde
Meerderheidsstelsel met relatieve meerderheid of plurality
meeste stemmen halen om verkozen te zijn
Evenredige vertegenwoordiging
verdeling van zetels zoveel mogelijk aangesloten op verdeling van stemmen
Uninominale systemen
vorm van meerderheidssysteem waarbij er in elke kieskring één zetel te verdelen is
Plurinominale systemen
vorm van meerderheidssysteem waarbij er meer dan één per kieskring wordt verdeeld
First past the post-systeem
Brits systeem waarbij ene zetel die in een kiesring te verdelen is, naar kandidaat gaat met meeste stemmen in dat kiesdistrict. Andere namen voor dit systeem zijn single member district, plurality method en the mandate system
Single-party (majoritarian) government
regering waarbij één regeringspartij het beleid voert zonder meerderheid van stemmen maar wel van zetels
Winner takes it all-systeem
toepassing van first past the post-systeem waarbij meerdere zetels in één keer worden verdeeld. Partijen stellen lijst met kandidaten voor en lijst met meeste stemmen wint alle zetels
Proportioneel systeem
verliezer wordt toch in het parlement vertegenwoordigd via evenredige verdeling van zetels, bv via quotum of minimumaantal stemmen dat een partij moet halen om een zetel te halen. In België geldt dit systeem
Systeem D'Hondt
manier van zetels te verdelen in België. Het stemaantal van partij wordt eerst gedeeld door 1, dan door 2, 3,4,... tot het maximaal te verdelen zetels bereikt is. Het quotiënt is kiesdeler, zetels worden dan verdeeld volgens grootte van deze kiesdeler
Systeem Imperiali
systeem van zetelverdeling bij gemeenteraadsverkiezingen in België. Hetzelfde systeem als D'Hondt, maar men slaat de deling door 1 over en deelt meteen door 2, 3, 4,... Dit systeem bevoordeelt grote partijen
Gerrymandering
grenzen van kiesdistrict (her)tekenen in het voordeel van eigen partij. Dit is slechts zinvol in districtenstelsel met één kandidaat onder een meerderheidssysteem
Capacitair stemrecht
stemrecht toegekend op grond van capaciteiten, zoals zekere functie of diploma bezitten
Akkoord van Loppem
politiek akkoord waarin er beslist werd tot algemeen enkelvoudig stemrecht voor alle mannen boven 21 jaar
Conference gap of politikverdrossenheid
afstand tussen vertegenwoordigers en vertegenwoordigden. Waardoor het niet meer neerkomt op bestuur van het volk. De kloof tussen burger en politiek
openbaar bestuur
mensen en organisaties die politici in de beleidsvoorbereiding ondersteunen en beslissingen uitvoeren