1/19
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
glaasjes van bagolini
Met de glaasjes van Bagolini kan men bepalen of er binoculair zien aanwezig is onder dagelijkse omstandigheden en tevens of dit op basis is van NRC of van ARC.
Deze test is vrijwel niet-dissociërend. De visus blijft onveranderd en de fusie blijft mogelijk.
hoe gebeurt het onderzoek?
De glaasjes van Bagolini zijn 2 plano-glazen waarin dunne streepjes gekrast zijn.
Fixeert men door zo een glaasje een lichtpuntje, dan zal men een lichtstraal waarnemen die door het lichtje gaat, de lichtstraal staat loodrecht op de gekraste streepjes.
De Bagolini-glaasjes worden voor de ogen van de patiënt gehouden zodanig dat de lichtstralen diagonaal en loodrecht op elkaar gezien worden.
Bijvoorbeeld: bolletje (markeerpunt) op glaasje op 45° voor OD en voor OS bolletje op 135° (streepjes op 45°). De lichtstralen staan loodrecht op elkaar.
De glaasjes van Bagolini worden in een pasmontuur geplaatst. (Er bestaat ook een handframe waar de glaasjes al op dezelfde wijze in het frame zitten als de losse glaasjes)
wat tijdens onderzoek?
De onderzoeker laat de patiënt het lichtje fixeren in primaire positie.
De patiënt geeft aan wat hij ziet.
De onderzoeksruimte moet normaal verlicht zijn.
De test kan worden afgenomen op 30 cm en op grotere afstand, bv 2,5 m of 6 m.
Bij nabijfixatie toont de onderzoeker een pen-light op ooghoogte en zit hij zelf voor de patiënt.
Bij vertefixatie positioneert de onderzoeker zich zodanig dat hij de ogen van de patiënt kan observeren zonder zelf voor het fixatielichtje te zitten.
Opmerking: van de patiënt is enige medewerking nodig om een goede uitkomst te geven. Hierdoor is deze test moeilijk af te nemen bij jonge kinderen.
welke vragen stelt onderzoeker?
Hoeveel lichtjes ziet u?
Indien één lichtje:
Ziet u ook lichtstralen door het lichtje gaan?
Hoeveel?
Indien 2 lichtstralen:
ziet u deze tegelijk of afwisselend?
zijn ze permanent zichtbaar of verdwijnt er soms één?
zijn beide lijnen volledig?
vormen de lijnen een kruis met het lichtje in het midden? of kruisen ze onder of boven het lichtje?
indien 1 lichtstraal
•Indien één lichtstraal:
•loopt deze van rechtsboven naar linksonder? Of van linksboven naar rechtsonder?
indien 2 lichtjes
•Indien twee lichtjes
• waar staan de lichtjes ten opzichte van elkaar?
•hoe lopen de lichtstralen? evt laten tekenen in de lucht of op papier.
wat met instelbeweging?
Als de patiënt één lichtje ziet met 2 lichtstralen die kruisen in het lichtje, wordt vervolgens een cover/uncover test (= unilaterale covertest) uitgevoerd!
Als er geen instelbeweging is, neemt de patiënt het lichtje waar met zijn twee fovea’s en is er sensorische fusie op basis van NRC.
Als er wel een instelbeweging is, neemt de patiënt het lichtje waar met de fovea van het fixerende oog en een perifeer netvliespunt van het andere oog, en is er sensorische fusie op basis van ARC.
waarom prismalatten?
Prisma fusiebreedte bepalen
Suppressiescotoom meten
Punt van superimpositie bepalen in geval van diplopie
wat is het doel?
Afhankelijk van wat er bij het onderzoek met de glaasjes van Bagolini is gevonden kunnen we het suppressiescotoom dan wel de fusieamplitude (= fusiebreedte) meten en het punt van superimpositie bepalen.
fusiebreedte of fusieamplitude
Als met de glaasjes van Bagolini sensorische fusie wordt vastgesteld, kan de fusiebreedte bepaald worden met prismalatten.
De glaasjes van Bagolini blijven ter plaatse en geven controle over de waarneming van beide beelden.
Een prisma met bijvoorbeeld de basis temporaal zal, wanneer deze voor één oog gehouden wordt, een verschuiving geven van het beeld in de richting van de temporale retinahelft.
wat gebeurt er als er prismalatten worden voorgezet?
(Een prisma met bijvoorbeeld de basis temporaal zal, wanneer deze voor één oog gehouden wordt, een verschuiving geven van het beeld in de richting van de temporale retinahelft.)
Dit veroorzaakt een retinale disparatie en bij patiënten met normaal binoculair zien leidt dit tot heteronieme diplopie.
De patiënt zal een convergente fusiebeweging moeten maken om weer binoculair enkelzien te krijgen.
Door verschuiving van het beeld op de retina met behulp van in sterkte oplopende prisma’s zal er dus steeds een motorische fusieprikkel ontstaan om sensorische fusie te laten plaatsvinden.
wat gebeurt er met dit fusievermogen (Door verschuiving van het beeld op de retina met behulp van in sterkte oplopende prisma’s zal er dus steeds een motorische fusieprikkel ontstaan om sensorische fusie te laten plaatsvinden.)
Aan dit fusievermogen is een grens.
Bij het langzaam opvoeren van de prismasterkte gaat de patiënt op een gegeven moment dubbel zien. Initieel geeft hij vaak een wazig zicht aan, en kort daaropvolgend dubbelzien
De disparatie is dan te groot om de beelden te fuseren = breekpunt
Stel dat de fusie met de prismalatten verbroken wordt bij 25 PD dan zou men de fusie weer kunnen opwekken door de prisma’s van sterkte te laten afnemen.
De fusie wordt bv weer hersteld bij 10 PD = herstelpunt
de horizontale fusiebreedte onderzoek
zie papier
de verticale fusiebreedte
zie papier
supressiegebied of supressiescotoom
Een prisma met bijvoorbeeld de basis temporaal zal, wanneer deze voor één oog gehouden wordt, een verschuiving geven van het beeld in de richting van de temporale retinahelft.
Indien deze verschuiving van het beeld nog binnen het suppressiescotoom valt zal de patiënt nog steeds één beeld waarnemen.
wat gebeurt er door verschuiving van het beeld op de retina?
Door verschuiving van het beeld op de retina met behulp van in sterkte oplopende prisma’s zal er een moment komen dat het beeld buiten het suppressiegebied valt en zal de patiënt dubbelzien.
Dit is de rand van het suppressiegebied. Voor de prisma’s met de basis nasaal, beneden of boven geldt hetzelfde principe alleen zal de verschuiving van het beeld naar respectievelijk nasaal, beneden en boven zijn.
onderzoek bij supressiegebied of supressiescotoom
Indien de patiënt met de glaasjes van Bagolini suppressie aangeeft verschuiven we de prismalat voor het niet-fixerende oog tot wanneer de patiënt een tweede lichtstraal en/of een lichtje waarneemt (gelijktijdig).
Het suppressiegebied eindigt vrijwel altijd in diplopie.
Notatie: Bagolini: suppressie: +2PD tot +18PD
wat bij diplopie?
Indien de patiënt met de glaasjes van Bagolini diplopie aangeeft, willen we nagaan:
of er onderliggend een NRC of een ARC is?
of er nog fusie mogelijk is?
of er een suppressiescotoom te vinden is?
diplopie onderzoek
We zoeken met behulp van prisma’s het punt van superimpositie (kruis met licht in) op.
Covertest → binoculair zien op basis van NRC of ARC:
Indien geen instelbeweging (gib) bij unilaterale CT → NRC
Indien met instelbeweging (mib) bij unilaterale CT → ARC
Notatie: Bagolini: sip op +10PD, mib of gib (ARC of NRC)
Verder kan, indien we het punt van superimpositie gevonden werd, ook de fusiebreedte gemeten worden.
algemene opmerkingen
We beoordelen steeds de fusiebreedte in functie van de heteroforie.
De fusiebreedte wordt gemeten onder vrijwel dagelijkse omstandigheden.
Deze test is moeilijk uitvoerbaar bij kinderen, we kunnen vaak wel de fuisebreedte meten zonder Bagolini, als we goed de fusiebeweging kunnen zien.