Kaarten: Deutsch 4: Eine neue Nachricht | Quizlet

könnten Sie mir bitte die Nummer von ... geben?

Kunt u me a.u.b. de nummer van ... geven ?

Wie lautet die Vorwahl von...?

Wat is de netnummer van...? ( netnummer: telefonische voorloopcode of land/stad code)

Wie ist die Durchwahl von Frau/ herrn...?

Wat is het doorkiesnummer van mevrouw/heer...?

(doorkiesnummer: direct contact opnemen met persoon, zonder tussenkomst secretariaat)

Was ist die Rufnummer von Frau/ herrn..

Wat is het telefoonnummer van mevrouw/heer...?

Könnten Sie mir bitte ihre/ Seine E-Mail- Adresse geben?

Kunt u mij alstublieft haar/zijn e-mailadres geven?

Wie lautet die E-Mail-Adresse von Frau/ Herrn...?

Wat is het e-mailadres van mevrouw/heer...?

Die Ländervorwahl lautet...

De landcode is...

Die vorwahl ist die...

Het netnummer is de...

( netnummer: telefonische voorloopcode of land/stad code)

Die Rufnummer von Frau/ Herrn... ist die....

Het telefoonnummer van mevrouw/heer... is de...

Frau/ Herrn ( Familienname im Genitiv) Durchwahl ist die...

De doorkiesnummer van mevrouw/heer (achternaam) is de...

(doorkiesnummer: direct contact opnemen met persoon, zonder tussenkomst secretariaat)

Die Durchwahl von Frau/ Herrn... ist die...

Het doorkiesnummer van mevrouw/heer... is de...

(doorkiesnummer: direct contact opnemen met persoon, zonder tussenkomst secretariaat)

Ihre/Seine E-Mail-Adresse lautet ...

Haar/zijn e-mailadres is ...

Wie ist dein Name, bitte ?

Mein Name ist... Ich buchtabiere....

Und wie ist deine Mailadresse?

Meine Mailadresse ist... Ich buchtabiere

@ -> at

- -> minus

__ -> underscore

. -> Punkt

/ slash

außer Haus

afwezig / buitenhuis

zu Tisch

aan tafel (aan het eten)

nicht am Platz

niet achter zijn bureau (wel aanwezig maar is er momenteel niet)

in einer Besprechung

in een vergadering

spricht gerade / ist im gespräch

is in gesprek (belt met iemand)

Könnten Sie mich bitte mit der IT-Abteilung verbinden?

Kunt u me alstublieft met de IT-afdeling doorverbinden?

Ich würde gern mit Frau Haik sprechen.

Ik zou graag met mevrouw Haik willen spreken.

Ich müsste dringend Frau Haik erreichen

Ik moet mevrouw Haik dringend bereiken.

Dürfte ich Sie bitten, ihr etwas auszurichten?

Mag ik u vragen om haar iets door te geven?

- Was kann ich für Sie tun?

- Kann ich Ihnen Weiterhelfen?

- Wie kann ich Ihnen helfen?

- Wat kan ik voor u doen?

- Kan ik u verder helpen?

- Hoe kan ik u helpen?

- Würden Sie mich bitte durchstellen zu Frau Lang?

- Würden Sie mich bitte verbinden mit der Personalabteilung?

- Würden Sie mich bitte mit dem Empfang verbinden?

- Würden Sie mich bitte die Durchwahl von Frau Peters geben?

- Zou u me alstublieft doorverbinden met mevrouw Lang?"

- Zou u me alstublieft doorverbinden met de personeelsafdeling?

- Zou u me alstublieft doorverbinden met de receptie?

- Zou u me alstublieft het doorkiesnummer van mevrouw Peters kunnen geven?"

Was kann ich für Sie tun?

Ich möchte gern Frau/ Herrn... / jemand von ... sprechen.

Einen Moment bitte, icht verbinde Sie.

Hören Sie? Da ist im Moment niemand zu erreichen. Frau/ Herr ist...

Hören Sie? Da ist im Moment besetzt.

Worum geht es denn?

Es geht um...

Kann ich Ihnen weiterhelfen?

kan ik u verder helpen?

Können Sie bitte etwas ausrichten?

Kunt u alstublieft iets doorgeven?

Nein, vielen Dank. Ich rufe später wieder an.

Nee, bedankt. Ik bel later terug.

Kann ich eine Nachricht hinterlassen?

Kan ik een bericht achterlaten?

Richten Sie bitte aus, dass...

Zou u haar/hem willen laten weten, dat...?

Möchten Sie, dass ich ihr/ ihm etwas ausrichte?

Wenst u dat ik hem/haar een bericht doorgeef?

Soll ich etwas notierren?

Moet ik iets noteren?

Sagen Sie ihr/ ihm, sie/ er möchte mich bitte zurückrufen unter...

Zegt u haar/hem alstublieft dat ze/hij me terug moet bellen op..

Gut, ich richte Frau/ Herrn... aus/ das...

Goed, ik geef mevrouw/heer... door dat...

Das richte ich gern aus.

Dat geef ik graag door.

Vielen Dank. Ich melde mich später noch einmal.

Hartelijk dank. Ik neem later nog eens contact op.

Wissen Sie shon, ob Frau/ herr ... nächste Woche wieder da ist?

Weet u al of mevrouw/heer ... volgende week weer terug is?

Sagen Sie mir doch bitte, an welchen Tag es Ihnen passen würde.

Zegt u mij alstublieft op welke dag het u zou uitkomen.

Ich kann Ihnen leider nicht sagen, wie lange das Treffen dauert.

Ik kan u helaas niet zeggen hoe lang de vergadering duurt

Also, sie fragten, wie es am Dienstagnachmittag aussieht.

Dus, ze vroegen hoe het dinsdagmiddag is. (lukt het dinsdag)

Sagen Sie mir bitte, um wie viel Uhr es Ihnen am besten passen würde.

Zegt u me alstublieft hoe laat het u het beste uitkomt.

Können Sie mir schon sagen, ... (an welchem Tag die Besprechung mit der IMA GmbH stattfindet?)

Kunt u me al zeggen, ... (op welke dag de vergadering met de IMA GmbH plaatsvindt?)

Wissen Sie bereits, .... (wie lange die Besprechung mit der IMA Gmbh dauert?)

Weet u al, ... (hoe lang de vergadering met de IMA GmbH duurt?)"

Sagen Sie mir bitte, .... (wer genau an die besprechung teilnehmt?)

Zegt u me alstublieft, ... (wie er precies aan de vergadering deelneemt?)

Ich möchte Sie fragen,...

ik wil u vragen,...

Nein, das weiß ich leider noch nicht.

Neen, dat weet ik helaas nog niet.

Leider niecht. Ich gebe Ihnen später Bescheid

Helaas niet. Ik laat het u later weten.

Ich hae noch keine Informationen über ... / darüber,...

Ik heb nog geen informatie over ... / daarover, ...

Wenn ich es weiß, informiere ich Sie sofort

Als ik het weet, informeer ik u onmiddellijk.

Sagen sie mir bitte,...

Zegt u me alsjeblieft,...

Haben Sie schon Informationen darüber,... ?

Heeft u al informatie daarover,...?

Ich möchte Sie fragen,....

ik wil u vragen,...

Können Sie mir bitte noch einmal sagen,...?

Kunt u me alsjeblieft nog een keer zeggen,...?

... Uhr, habe ich das richtig verstanden?

... uur, heb ik dat goed begrepen?

Entschuldigung, das habe ich nicht verstanden.

Sorry, dat heb ik niet begrepen.

Können Sie das bitte noch einmal wiederholen?

Kunt u dat nog eens herhalen, alstublieft?

Der Termin ist also am ... (22.9), um ... (17Uhr), richtig?

De afspraak is dus op ... (22 september), om ... (17 uur), klopt dat?

Entschuldigung, wie war das noch mal?

Sorry, kunt u dat nog een keer zeggen?

Entschuldigung, mir ist nicht ganz kar, wie/ wann/ ob...

sorry, het is me niet helemaal duidelijk hoe/ wanneer/ of ....

Guten Tag, hier spricht Frau/ herr... von der Firma...

Goeiedag, hier spreekt mevrouw/ heer.... van de Firma...

Ich danke Ihnen

ik dank u

Ich melde mich wegen...

k neem contact op vanwege...

Meine Nummer ist...

Mijn nummer is

Es geht um...

het gaat over

Hallo, Hier ist...

Hallo, u spreekt met ...

Meine E-Mail-Adresse lautet:...

Mijn e-mailadres is:...

Mein Name ist... ich buchstabiere:...

mijn naam is... ik spel...

Auf Wiederhören.

Tot de volgende

Ich rufe an, weil...

Ik bel omdat...

Bitte rufen Sie mich zurück unter...

Bel me alstublieft terug op...

Sie erreichen mich unter der Nummer....

U kunt me bereiken op het nummer....

Bitte senden Sie die Unterlagen an die E-Mail-Adresse...

Stuur alstublieft de documenten naar het e-mailadres..

Könnten Sie mich zurückrufen unter....?

Kunt u me terugbellen op...

Könnten Sie mir bitte die Dokumente für ... an .... schicken?

Kunt u me alstublieft de documenten voor ... naar ... sturen?

Telefon (Telefoon)

das Display

het scherm

der Apparat

het apparaat

am Apparat sein

aan de lijn zijn

die Leitung

de lijn

der Anrufbeantworter

het antwoordapparaat

die Buchstabiertafel

het spellingsalfabet

Telefonieren (Bellen)

der Anruf

de oproep

das Anliegen

de kwestie, het verzoek

melden (sich) bei + D

zich melden bij

wegen (+ G/D)

wegens

verbinden jmdn. mit + D

iemand doorverbinden met

durchstellen jmdn. zu + D

iemand doorverbinden naar

dran sein (ugs.)

aan de beurt zijn

besetzt sein

bezet zijn

die Abwesenheit

de afwezigheid

außer Haus sein

niet op kantoor zijn

im Haus sein

op kantoor zijn