Toepassingen (Extrema en Stationaire Punten - Differentiaalvergelijkingen - Vectoren en Gradiënten - Toepassingen van Integratie - Complexe Toepassingen - Lineaire Algebra en Toepassingen)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/20

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

21 Terms

1
New cards

Wat is een buigpunt?

Een punt waar de tweede afgeleide van teken verandert, wat een verandering in de kromming aangeeft.

2
New cards

Wat is de Hessianmatrix?

Een matrix van alle tweede-partiële afgeleiden: H(f) = [[∂²f/∂x², ∂²f/∂x∂y], [∂²f/∂y∂x, ∂²f/∂y²]].

3
New cards

Hoe gebruik je de Hessianmatrix om extrema te bepalen?

Voor f(x, y): Als det(H) > 0 en ∂²f/∂x² > 0, lokaal minimum. Als det(H) > 0 en ∂²f/∂x² < 0, lokaal maximum. Als det(H) < 0, zadelpunt.

4
New cards

Stelling van Fermat over extrema:

Als een functie f een maximum of minimum bereikt in het inwendige van een domein en f differentieerbaar is, dan geldt f'(x) = 0.

5
New cards

Wat is een differentiaalvergelijking?

Een vergelijking die een functie en zijn afgeleiden bevat.

6
New cards

Wat is een lineaire differentiaalvergelijking?

Een vergelijking van de vorm dy/dx + P(x)y = Q(x).

7
New cards

Hoe los je een eerste-orde lineaire differentiaalvergelijking op?

Gebruik de integraalfactor µ(x) = e^(∫P(x)dx), vermenigvuldig de hele vergelijking met µ(x), en los op.

8
New cards

Wat is een homogeen tweede-orde differentiaalvergelijking?

Voor ay'' + by' + cy = 0: Als b² - 4ac > 0, reële oplossingen. Als b² - 4ac = 0, dubbele oplossing. Als b² - 4ac < 0, complexe oplossingen.

9
New cards

Wat is de methode van variatie van constanten?

Een techniek om oplossingen van niet-homogene lineaire differentiaalvergelijkingen te vinden.

10
New cards

Wat is een gradiënt?

De vector van alle partiële afgeleiden van een functie: ∇f = (∂f/∂x, ∂f/∂y, ...).

11
New cards

Hoe interpreteer je een gradiënt geometrisch?

De gradiënt wijst in de richting van de grootste toename van een functie en heeft als grootte de steilheid.

12
New cards

Wat is de richtingsafgeleide?

De verandering van een functie in de richting van een vector u: D_uf = ∇f • u, waarbij u een eenheidsvector is.

13
New cards

Wat is een niveau-oppervlak?

Een oppervlak waar een functie dezelfde waarde heeft: f(x, y, z) = c. De normaalvector is gegeven door ∇f.

14
New cards

Hoe bereken je een oppervlakte onder een kromme?

Door ∫[a,b]f(x)dx te berekenen, waarbij f(x) ≥ 0.

15
New cards

Wat is een volume van een lichaam van revolutie?

Voor rotatie rond de x-as: V = π∫[a,b][f(x)]²dx.

16
New cards

Hoe bereken je een zwaartepunt?

Zwaartepunt x̄ = [1/A]∫[a,b]x f(x)dx, waarbij A de oppervlakte is.

17
New cards

Wat is de poolvorm van een complex getal?

z = r(cos(θ) + i sin(θ)), waarbij r = |z| en θ = arg(z).

18
New cards

Hoe gebruik je Euler's formule?

e^(iθ) = cos(θ) + i sin(θ), wat rotatie in het complexe vlak beschrijft.

19
New cards

Wat is de modulus van een complex getal z = x + iy?

|z| = √(x² + y²).

20
New cards

Hoe bereken je de argumenthoek van een complex getal?

θ = atan2(y, x).

21
New cards

Wat is de relatie tussen complexe getallen en differentiaalvergelijkingen?

Complexe wortels in de karakteristieke vergelijking geven oscillatoire oplossingen. Bijvoorbeeld: y = e^(αt)(C1 cos(βt) + C2 sin(βt)).